Wiskunde op het vmbo gaat behoorlijk op de schop.
Onlangs zijn de nieuwe conceptexamenprogramma's gepubliceerd.
Ze hebben betrekking op twee wiskundevakken, die ieder op drie niveaus zijn vormgegeven.
Opvallend is dat wiskunde een verplicht examenvak zou moeten worden, hoewel 'wiskunde' volgens sommigen een wat misleidende term is.
Centraal staan rekenwiskundige denk- en werkwijzen.
De uitwerking daarvan roept soms vragen op.
Het gaat om maar liefst zes examenprogramma's, drie voor het vak
wiskunde 1 en nog eens drie voor het vak
wiskunde 1,2.
Beide vakken kennen aparte varianten voor de leerwegen basisberoeps, kader en voor de gemengde en theoretische leerweg.
Alle examenprogramma's bevatten onderdelen die in het centraal examen aan de orde moeten komen naast onderdelen die alleen in het schoolexamen
getoetst hoeven te worden.
Wiskunde 1
De oorsprong van het vak
wiskunde 1 ligt in de plannen om rekenen, met name het referentieniveau 2F, te verankeren in het onderwijs op het vmbo.
Sommigen, zowel binnen als buiten de commissie, hadden het dan ook liever 'rekenen' genoemd.
Als doel werd uiteindelijk geformuleerd om
leerlingen adequaat toe te rusten voor hun functioneren in de maatschappij.
Hiertoe zijn ook onderdelen zoals kwantitatieve informatie en kansen toegevoegd, evenals kennis van de twee- en driedimensionale ruimte.
De naam
basiswiskunde voor dit vak is ook overwogen, maar uiteindelijk niet gekozen.
Wiskunde 1,2
Wiskunde 1,2 heeft eveneens tot doel leerlingen adequaat toe te rusten om te functioneren in de maatschappij.
Daarnaast is het doel ook om ze te leren analytisch te denken en zodoende voor te bereiden op een
vervolgopleiding waar wiskunde een rol van betekenis
speelt.
Wiskunde 1,2 omvat, zoals de naam ook suggereert, wiskunde 1.
Alle leerlingen doen examen in wiskunde 1 of in wiskunde 1,2.
Aanbevolen wordt om in gevallen waarin nu door een vervolgopleiding wiskunde wordt geëist, in de toekomst wiskunde 1,2 te eisen.
Kortheidshalve noem ik de vakken in het vervolg W1 en W1,2.
Het deel van W1,2 dat niet tot W1 behoort noem ik W2.
Kennisdomeinen
De vakinhoud is door de commissie ondergebracht in vijf
kennisdomeinen, die in alle wiskundeprogramma's voorkomen:
- Verhoudingen en procenten (VP)
- Grootheden en eenheden (GE)
- Twee- en driedimensionale ruimte (2,3D)
- Verbanden, verschijningsvormen en vergelijkingen (VVV)
- Kwantitatieve informatie en kansen(KIK)
Onder
Verhoudingen en procenten valt ook rekenen met breuken, althans bij W2.
Bij W1 lijkt het rekenen met (gewone) breuken in alle leerwegen taboe.
Zelfs opgaven als
2/
5 deel van 20 ontbreken bij de voorbeelden, hoewel de uitdrukking
2/7 deel van
de bezoekers wel weer voorkomt.
Bij
Grootheden en eenheden valt op dat praktisch relevante vragen als
hoeveel liter is 1 m3?,
hoeveel cm2 is
1 m2? en
hoeveel cl is 1 cm3? (vaak) buiten W1 vallen.
Voor een deel is dat afhankelijk van de leerweg.
Omrekenen van km/u naar m/s en omgekeerd valt in alle gevallen buiten W1.
Het meten van hoeken, met een koershoekmeter of een geodriehoek, wordt ook gerekend tot dit domein.
En ook dit onderdeel valt buiten W1, evenals bijvoorbeeld het gebruik van een schuifmaat en een lasermeter.
Ook kennis van voorvoegsels als micro, tera en giga valt vaak buiten W1.
Twee- en driedimensionale ruimte
Het kennisdomein
Twee- en driedimensionale ruimte omvat onder andere het berekenen van omtrek, oppervlakte en/of inhoud van enkele bekende figuren en
voorwerpen.
Bij W1 blijft dit beperkt tot hele en halve rechthoeken en balken.
Daarbij mogen formulekaarten gebruikt worden.
Wel moeten begrippen als cirkel, cilinder, piramide en bol, en soms kegel gekend worden.
Prisma's en parallellogrammen (en ruiten) vallen dan weer onder W2.
Dat laatste geldt ook voor het begrip evenwijdig.
Ribbe, hoekpunt, zijde, diagonaal en dergelijke horen dan weer wel tot W1, evenals begrippen zoals symmetrie en symmetrie-as.
Bij de voorbeeldopgaven staan ook (pseudo-)praktische vragen zoals hoeveel pakken laminaat je nodig hebt voor een kamer met gegeven afmetingen.
Het aantal m
2 per pak is dan gegeven, maar met snijverlies wordt geen rekening gehouden.
Hoe praktisch is dat?
Ook routebeschrijvingen en kijklijnen spelen een rol.
Dit laatste alleen bij W2.
Is de dode hoek niet relevant genoeg voor alle leerlingen?
Aanzichten, zoals boven- of vooraanzicht zijn dan weer wel opgenomen in W1.
Verbanden en meer
Bij
verbanden, verschijningsvormen en vergelijkingen gaat het in eerste instantie om het aflezen van grafieken en tabellen.
Bij W1 blijft het daar zo'n beetje bij.
Wel moeten alle leerlingen woorden zoals assenstelsel, schaalverdeling, minimum, stijgen, en meestal ook oorsprong en zaagtand kennen.
Het oplossen van vergelijkingen is onderdeel van W2 en blijft grotendeels beperkt tot het blijkbaar populaire 'inklemmen',
waarbij de oplossing door slim proberen wordt gevonden.
Alleen bij de theoretische (en gemengde) leerweg (GT) speelt de balansmethode en 'terugrekenen' een rol.
Het algebraïsch oplossen van bijvoorbeeld tweedegraads vergelijkingen is bewust buiten de boot gehouden,
ondanks eerder geconstateerde aansluitingsproblemen in 4 havo.
Wel wordt aandacht besteed aan lineaire inter- en extrapolatie en het bepalen van de groeifactor bij een exponentieel verband.
Ook eenvoudige berekeningen met machts- en wortelfuncties kunnen een rol spelen.
Bij GT is er ook ruimte voor het omgekeerd evenredige verband.
Formules spelen eveneens een rol bij W2, zij het dat bij de leerlingen van de leerweg basisberoeps uitdrukkelijk wordt gesproken over woordformules.
Opmerkelijk nieuwtje is de delta-notatie voor verschillen, alleen bij GT.
Denk- en werkwijzen
In het rapport staan een zestal 'rekenwiskundige denk/werkwijzen' centraal:
- Wiskundig probleemoplossen
- Wiskundig modelleren
- Representeren en vaktaal
- Gereedschap gebruiken
- Wiskundig redeneren
- Abstraheren
Deze denk- en werkwijzen zijn afkomstig uit rapporten van
Curriculum.nu en zijn verwant met de
verbindende vaardigheden van de
curriculumcommissie uit 2021 en de
wiskundige denkactiviteiten in de examenprogramma's van havo en vwo.
Daarnaast worden uitdrukkelijk
routinematig handelen en
procedurele rekenwiskundekennis genoemd, in overeenstemming met
het referentiekader rekenen.
In lijn met wat in het mbo gebeurt worden
bewerkingen met getallen niet als afzonderlijk domein gezien, maar beschouwd als
'ondersteunende vaardigheden'.
Wat stelt het voor?
De vraag is waarop dit alles in de praktijk neerkomt.
Gelukkig worden in een
'vergelijkingsdocument' wat voorbeelden gegeven.
Bij
wiskundig probleemoplossen wordt onder andere gedacht aan het berekenen van het bedrag dat betaald moet worden als een bepaald percentage
korting wordt gegeven, hoeveel glazen (van gegeven inhoud) je kunt schenken uit een tweeliterfles, het berekenen van een basishoek van een gelijkbenige
driehoek met een gegeven tophoek (W2) en het oplossen van eenvoudige vergelijkingen in een context (W2).
Bij
Wiskundig modelleren kun je bij W2 denken aan het opstellen van een formule bij een beschreven lineair verband en aan het weergeven van
een 'kanssituatie' in een boom- of wegendiagram.
Voorbeelden van
Wiskundig redeneren zijn het aantonen dat het aantal ribben van een prisma gelijk is aan drie maal het aantal hoekpunten van
het grondvlak (W2 GT) en laten zien welke stijging of daling bij een lineair veband hoort.
Bij
Abstraheren worden onder meer genoemd: nagaan of er een evenredigheid bestaat tussen twee grootheden, het 'betekenis geven' aan lengte, hoek,
oppervlakte enzovoort, begrijpen waarom de remweg van een auto langer kan zijn dan de remsporen en misleiding bij grafieken bloot leggen.
Vragen
Veel toelichtingen bij de voorstellen roepen bij mij vragen op.
Een daarvan is wat precies de verschillen zijn met de hudige examenprogramma's.
Ik wil daar binnenkort op terug komen.
Intusen hoop ik dat wiskundedocenten, al dan niet werkzaam op het vmbo, de moeite wllen nemen om de voorstellen te bestuderen en daarover iets te schrijven.
De programma's zijn opgesteld door een vakvernieuwingscommissie van docenten (vmbo, mbo en havo), 'vakexperts' en 'curriculumexperts'.
Op 16 november zijn ze overhandigd aan het ministerie.
gk
----------------
De voorstellen en toelichting zijn te bekijken via de website
van slo