nummer 889, 23 mei 2021

Dit nummer wordt ge­stuurd naar ruim 4800 adres­sen.

De Wiskun­dE-brief is een digita­le nieuws­brief, gericht op wiskun­dedocen­ten in het voortge­zet onder­wijs, met als doel om een snelle onder­linge uitwis­seling van informa­tie en menin­gen moge­lijk te maken. De brief ver­schijnt buiten de school­vakan­ties min­stens één keer per twee weken. Het abonne­ment is gratis.
Uw bijdra­gen aan de Wiskun­dE-brief zijn welkom op het e-maila­dres van de redac­tie. Op de website van de Wiskun­dE-brief kunt u zich abonne­ren, vindt u alle voor­waarden en adver­tentie­tarie­ven en kunt u oude nummers nalezen.
Artikelen en bijdragen
Vacatures in het onderwijs
Advertenties

 

Veel 'tekstverwerken' bij vwo-examen wiskunde A

Voor Examen­Fit ben ik bezig om alle examen­vragen wiskun­de A voor het vwo vanaf 2017-I (pilot­examen) te analyse­ren. Hieron­der verge­lijk ik op een aantal punten het examen van maandag 10 mei 2021 met de examens van vóór 2020.
Aller­eerst kijk ik naar de meest voorko­mende onder­werpen. Ik heb me beperkt tot drie (sub)domei­nen, te weten telpro­blemen, rijen en diffe­rentië­ren. Daarbij heb ik me beperkt tot een zestal basis­vaardig­heden. Per onder­werp heb ik de percen­tages van de maxi­maal te verdie­nen punten bepaald. Het eindexa­men vwo 2021-I verge­lijk ik met het gemid­delde van 2017-I tot en met 2019-II. De totalen per tijdvak zijn niet altijd gelijk aan de sommen van de getal­len daarbo­ven vanwege afron­ding en overlap.
2017-I 2017-II 2018-I 2018-II 2019-I 2019-II gemid­deld 2021-I
A. Telpro­blemen 0 7 5 13 10 16 8,5 10
B. Rijen 13 10 9 4 8 5 8,2 0
C. Diffe­rentië­ren 10 10 5 16 16 7 10,7 11
1. Kwalita­tief redene­ren 7 13 6 13 10 0 8,2 2
2. Herlei­den 13 9 10 18 11 12 12,2 5
3. Formu­les van sinusoï­den 11 5 5 0 10 11 7,0 4
4. Exponen­tiële formu­les 10 0 4 0 0 0 2,3 7
5. Lineai­re formu­les 0 0 4 4 8 5 3,5 0
6. Grafi­sche rekenma­chine 7 13 19 10 5 17 11,8 10
totaal 63 65 65 69 67 71 66,7 49
Wat in deze tabel duide­lijk opvalt, is dat in het laatste examen veel minder punten te verdie­nen waren met de meest voorko­mende onder­werpen. In de zes examens van 2017-2019 was gemid­deld 67% van de punten te verdie­nen met de genoem­de domei­nen en basis­vaardig­heden, terwijl dat in 2021-I slechts 49% was. Hieron­der vindt u het een en ander gra­fisch weerge­geven.
Daaren­tegen waren er in 2021-I rela­tief veel vragen met lange teksten. Bij deze vragen moeten gege­vens en percen­tages uit deze tekst maar ook uit grafie­ken en tabel­len ver­werkt worden tot een ant­woord. De eerste vraag van het examen, Links­handi­gen en ronde getal­len, was hier een mooi voor­beeld van.
Er werd dit jaar dus wat meer ge­vraagd van de leerlin­gen, vooral wat betreft het pro­bleemop­lossend vermo­gen. Helaas is dit vermo­gen in korte tijd niet meer zo goed bij te spijke­ren. Het is dus afwach­ten of er in het tweede tijdvak opnieuw zoveel 'tekst­verkla­ring' in het examen zit. Dat zou slecht nieuws zijn voor herkan­sers die dit lastig vinden.
Bent u be­nieuwd naar wat mij nog meer is opgeval­len? Lees dan via deze link mijn volledi­ge analyse.
Maarten Müller

 

Hoe worden de N-termen dit jaar bepaald?

 
Zoals ik in WiskundE-brief 879 al heb gemeld, zullen de N-termen voor dit examen­jaar op een afwij­kende manier worden bepaald. Door de corona­maatre­gelen is het name­lijk niet moge­lijk om de moei­lijk­heids­graad van examens van dit jaar op de gebrui­kelijke manier te verge­lijken met die van voor­gaande jaren. Ook de relatie tussen het eerste en tweede tijdvak is dit jaar afwij­kend.
De bepa­ling van de N-termen voor examen­jaar 2021 kan duide­lijk worden gemaakt met het onder­staande stappen­plan dat ik heb ont­leend aan de Toelich­ting op de norme­ring 2021 door het CvTE. Ik gebruik hieron­der een iets andere numme­ring en notatie.
  1. De N-term wordt zo bepaald dat de kandida­ten gemid­deld onge­veer hetzelf­de cijfer krijgen als hun lotgeno­ten in de laatste jaren kregen.
    • Daar­voor wordt gekeken naar het gemid­delde examen­cijfer voor de jaren 2015-2019. Dit cijfer vari­eert nogal voor de ver­schil­lende wiskun­devak­ken. De vwo-vakken wiskun­de A en B zitten vrij hoog met respec­tieve­lijk een 6,9 en een 7,1. Vmbo kader en havo wiskun­de A scoren veel lager, respec­tieve­lijk een 6,2 en een 6,4.
    • De scores van de scholen worden verza­meld voor zover ze repre­senta­tief zijn voor de kandida­ten op de betref­fende school. Door de extra herkan­singsmo­gelijk­heden wordt er reke­ning mee gehou­den dat de groep die aan het eerste tijdvak deel­neemt, niet repre­senta­tief is voor de hele groep. De beoorde­ling hiervan wordt, via WOLF, overge­laten aan de betref­fende examen­docen­ten. Bij het tweede tijdvak worden in deze procedu­re alleen de gege­vens meegeno­men van leerlin­gen die nog niet eerder examen hebben gedaan. De resulta­ten van de 'herkan­sers' worden apart bekeken; zie verder­op in dit artikel.
    • De N-term die ervoor zorgt dat de verza­melde scores gemid­deld onge­veer hetzelf­de cijfer opleve­ren als in de afgelo­pen jaren noem ik N1.
  2. Het oordeel van de docen­ten over de moei­lijk­heids­graad van het examen wordt meegewo­gen.
    • De examen­docen­ten hebben bij het instu­ren van hun scores aangege­ven bij welke score, gezien de moei­lijk­heid van het examen, een 5,5 gehaald zou moeten worden. Bij elke genoem­de score wordt bere­kend welke N-term hier­voor nodig is.
    • Van de op die manier bereken­de N-termen worden de hoogste en de laagste 33% wegge­streept en zo wordt een inter­val [d1 ; d2] verkre­gen. Dit inter­val geeft dus in theorie weer welke N-termen er door onge­veer een derde van de betrok­ken docen­ten wordt voorge­steld.
    • Als N1 niet in het inter­val [d1 ; d2] zit, dan wordt N1 zo aange­past dat deze norm nog net wel binnen het inter­val past. De al dan niet aange­past waarde van N1 noem ik N2.
  3. Er wordt gekeken naar de maxima­le en de minima­le waarde van de N-termen in recente jaren.
    • Daarbij wordt reke­ning gehou­den met wijzi­ging van examen­program­ma's. Dat zal in de prak­tijk beteke­nen dat voor de havovak­ken wordt gekeken naar de jaren 2017 tot en met 2019 en voor vwo alleen wordt gekeken naar de jaren 2018 en 2019. Voor het vmbo wordt vermoe­delijk gekeken naar de periode 2015-2019. Dit levert het inter­val [h1 ; h2] op.
    • Als N2 buiten [h1 ; h2] valt, dan wordt N2 zo aange­past dat deze norm er nog net binnen valt. Het resul­taat na eventue­le aanpas­sing noem ik N3.
  4. Voor het geval dat N3 nu niet meer in het inter­val [d1 ; d2] zit, is er nog een aparte procedu­re. Er wordt daarbij vanuit gegaan dat [d1 ; d2] in zijn geheel boven het inter­val [h1 ; h2] zit. De N-termen die de docen­ten rede­lijk vinden, liggen dan alle­maal hoger dan de N-termen uit het recente verle­den.
    • Gekeken wordt naar de 10% docen­ten die in hun inschat­ting van de N-term het laagst zaten. Deze N-termen werden in eerste instan­tie dus niet of niet alle­maal meegeno­men bij stap 2.
    • Als deze N-termen alle­maal binnen het inter­val [h1 ; h2] vallen, dan wordt h2, de hoogste N term van de laatste jaren, de gelden­de N-term.
    • Als dit niet het geval is, dan worden andere bronnen geraad­pleegd, zoals de vakdes­kundi­gen van het CvTE. Overi­gens wordt ver­wacht dat deze situa­tie zich niet voor­doet.
  5. Er is nu een techni­sche N-term bere­kend. Als laatste worden nu de meldin­gen van docen­ten via de Examen­lijn, van leerlin­gen via het LAKS en van vakvere­nigin­gen beoor­deeld door de vakdes­kundi­gen van het CvTE. Zij kunnen advise­ren om de techni­sche N-term nog op te hogen om te compen­seren voor fouten of onvolko­menhe­den. Uitein­delijk wordt zo de defini­tieve N-term bepaald.
De prak­tijk
We zullen binnen­kort zien hoe een en ander uitpakt voor de wiskun­de-examens. Hier geef ik u alvast een paar van mijn overwe­gingen. Het is de vraag hoe het inter­val [d1 ; d2] uitpakt. Het kan zijn dat het oordeel over de moei­lijk­heids­graad van een examen behoor­lijk uiteen­loopt maar omdat in feite alleen het oordeel van de 'midden­groep' er toe doet, zou de sprei­dings­breedte wel eens vrij klein kunnen zijn. Ander­zijds lijkt het me aanneme­lijk dat ook bij veel docen­ten de gedach­te een rol speelt dat de huidige examen­groep op onge­veer hetzelf­de gemid­delde zou 'moeten' uitko­men als eerdere examen­groepen. Ik vermoed dat N1 bij de wiskun­devak­ken meestal in het inter­val [d1 ; d2] zal zitten.
Het lijkt mij reëel dat N2 in een aantal geval­len buiten het histori­sche inter­val [h1 ; h2] valt. Ik denk bijvoor­beeld aan de situa­tie van vmbo-gt, waar er sprake is van het betrek­kelijk kleine inter­val [0,7 ; 1,0]. Laten we even aanne­men dat N1 gelijk is aan 1,3 en het inter­val [d1 ; d2] gelijk is aan [1,2 ; 1,4]. N2 blijft dan 1,3 maar N3 wordt met 1,0 een stuk lager. Afgaan­de op procedu­re van stap 4, het 'oprek­ken van het 'docen­tenin­terval' [1,2 ; 1,4] is het goed moge­lijk dat 1,0 als N-term dan over­eind blijft.
Op het vwo zijn er slechts twee jaren die meetel­len maar daar is bij wiskun­de A en B toch sprake van een behoor­lijke sprei­ding van de N-termen. Bij wiskun­de A gaat het om [0,6 ; 1,2] en bij wiskun­de B zelfs om [0,9 ; 1,8]. Bij wiskun­de C is de sprei­ding minder, name­lijk [0,6 ; 0,9].
Tweede tijdvak
Men ver­wacht dat er dit jaar veel meer leerlin­gen dan gebrui­kelijk in het tweede tijdvak het examen voor het eerst zullen maken. De resulta­ten van de 'eerste­kansers' en 'tweede­kansers' worden dan ook afzon­derlijk verza­meld. Voor de scores van de leerlin­gen die het examen opnieuw maken, wordt een procedu­re gevolgd zoals uiteen­gezet in WiskundE-brief 818. Er is daarbij echter wel een groot ver­schil. In voor­gaande jaren werd er bij de bekend­making van de N-termen voor het eerste tijdvak een voorlo­pige N-term voor het tweede tijdvak bekend gemaakt. Deze N-term gold als minimum voor het tweede tijdvak. Dat is door de gewij­zigde opzet dit jaar niet het geval:
"Het publice­ren van een voorlo­pige N-term zou voor eerste­kansers in tijdvak 2 een andere uit­gangssi­tuatie opleve­ren dan voor leerlin­gen die in tijdvak 1 examen doen. Daar­naast kan een vooraf vastge­stelde minima­le N-term leiden tot lagere eisen in tijdvak 2 dan in tijdvak 1. Om die reden wordt in 2021 geen voorlo­pige N-term bekend gemaakt. De N-term van tijdvak 2 kan lager worden vastge­steld dan de N-term van tijdvak 1 als alle signa­len erop wijzen dat het examen in tijdvak 2 makke­lijker was dan het examen in tijdvak 1"
Uitein­delijk komt er per vak één N-term uit de bus voor het tweede tijdvak. Die N-term geldt voor zowel eerste- als tweede­kansers. Bij het vast­stellen van de N-term wordt er weer reke­ning gehou­den met een eventue­le compen­satie voor fouten of onvolko­menhe­den.
Derde tijdvak
Het vanwege corona toege­voegde derde tijdvak van juli, ook wel '3r' genoemd, moet niet worden verward met het derde tijdvak dat in augus­tus als staats­examen wordt afgeno­men. Bij het derde tijdvak worden de scores van de leerlin­gen die hun eerste examen in tijdvak 1 hebben gemaakt geschei­den van degenen die in tijdvak 2 hun eerste kans pakten. Maar ook hier is het resul­taat uitein­delijk één N-term voor alle deelne­mende leerlin­gen. Uiter­aard wordt ook bij de vast­stel­ling van deze N-term reke­ning gehou­den met eventue­le compen­satie voor fouten of onvolko­menhe­den. Ook voor het derde tijdvak geldt dat er niet zal worden gewerkt met voorlo­pige N-termen.
gk

 

De onzin van effectgroottes in "effectief gebleken interventies"

 
Binnen het Natio­naal Program­ma Onder­wijs biedt het Ministe­rie van OC&W een menu­kaart aan van "inter­venties die in interna­tionaal onder­zoek effec­tief zijn geble­ken". Bij de samen­stel­ling van die menu­kaart werd gebruik­gemaakt van de tea­ching and lear­ning toolkit die in Groot Brittan­nië is ontwik­keld. De redene­ring is daarbij onge­veer als volgt: door de pande­mie hebben veel leerlin­gen maanden achter­stand opgelo­pen. Als scholen inter­venties toepas­sen waarvan in onder­zoek is aange­toond dat enkele maanden leer­winst kan worden geboekt, dan kunnen die achter­standen worden ingelo­pen.
In deze redene­ring speelt het begrip effect­grootte een belang­rijke rol. Ik ga daar hieron­der nader op het begrip effect­grootte in en vervol­gens op de naar mijn mening mislei­dende verta­ling naar de te behalen maanden leer­winst.
Voor wie ver­trouwd is met het nieuwe statis­tiekpro­gramma havo/vwo zal de effect­grootte als maat voor een gevon­den ver­schil geen onbeken­de maat zijn. Oor­spronke­lijk werd de effect­grootte ge­bruikt om de vooruit­gang van een experi­mentele groep versus die van een contro­legroep te meten. Er bestaan diverse effect­groot­tes, waarvan de bekend­ste effect­grootte Cohens d is. Deze effect­grootte is, simpel gezegd, gelijk aan het gevon­den ver­schil tussen gemid­delden, gedeeld door de stan­daardde­viatie. Aan de uit­komst wordt vaak een grote beteke­nis toege­kend. Zo wordt een score tussen 0,2 en 0,5 veelal opgevat als een 'klein' effect en een score van 0,8 of hoger als een 'groot' effect.
Door de deling van het ver­schil door de stan­daardaf­wijking heeft de effect­grootte de pretti­ge eigen­schap dat uiteen­lopende inter­venties, varië­rend van de invloed van trai­ning op sport­presta­ties tot het geven van een bepaal­de uitleg op de cijfers van een wiskun­detoets, op dezelf­de manier kunnen worden gemeten. De vraag is echter of de effect­grootte alleen de effecti­viteit van de inter­ventie meet of dat er ook andere zaken een rol spelen.
Versto­rende facto­ren
In een publica­tie van een paar jaar geleden komen twaalf facto­ren aan de orde die wél invloed hebben op de effect­grootte maar niet afhanke­lijk zijn van de inter­ventie. Een van die facto­ren is de homoge­niteit van de onder­zochte groepen. Hoe homoge­ner de onder­zochte groepen zijn, hoe kleiner de stan­daardaf­wijking is en dus hoe groter de effect­grootte uitpakt.
Van groot belang is ook waarmee de experi­mentele groep wordt vergele­ken. Vaak wordt de experi­mentele groep vergele­ken met een contro­legroep waarbij de onder­zochte inter­ventie in het geheel niet plaats­vindt. Maar wat moeten we ons dan bij die twee groepen voor­stellen als het bijvoor­beeld gaat om feed­back, de inter­ventie die het hoogst scoort op de menu­kaart van OC&W? Wat is het start­punt van je inter­ventie en waar bestaat je inter­ventie uit? Over de condi­ties voor de experi­mentele groep en de experi­mentele groep zijn tal van vragen te stellen.
Bepa­lend is ook wat en hoe er precies wordt gemeten. Als de items van zowel de voor- als name­ting erg lijken op wat er wordt onderwe­zen, vind je grotere effect­groot­tes dan wanneer die toet­sing wat verder af staat van wat er wordt onderwe­zen.
De effect­grootte is dus geen goede maat voor de effecti­viteit van een inter­ventie. Statis­ticus Adrian Simpson betoogt dat de kans dat je twee inter­venties netjes op effecti­viteit kunt verge­lijken omdat alle andere facto­ren verge­lijk­baar zijn, prak­tisch nihil is. De effect­grootte zegt wél iets over hoe duide­lijk het ver­schil is dat een onder­zoeker heeft gevon­den maar zeker niet noodza­kelijk iets over effecti­viteit van de hieraan gekop­pelde inter­ventie. Alleen al om deze reden zouden effect­groot­tes wat mij betreft dus geen centra­le rol in onder­wijsbe­leid moeten spelen.
Maanden leer­winst?
Omdat effect­groot­tes voor het grotere publiek lastig te begrij­pen zijn, worden ze vaak ver­taald naar maten waar met name beleids­makers zich meer bij voor kunnen stellen. Baird en Pane verge­lijken vier van die verta­lingen en komen tot de conclu­sie dat de verta­ling naar maanden leer­winst de slecht­ste verta­ling is. Zij advise­ren om deze verta­ling in elk geval te vermij­den en om onder­zoek waar deze verta­ling wordt gehan­teerd zeer kri­tisch te benade­ren. De verta­ling van effect­grootte in leer­winst berust niet op heldere valide aanna­mes, houdt te weinig reke­ning met onzeker­heid en houdt geen reke­ning met wat realis­tisch kan worden ver­wacht in nieuwe situa­ties.
Schade­lijk beleid
Het Natio­naal Program­ma Onder­wijs sugge­reert dat "achter­standen" kunnen worden wegge­werkt door speci­fieke inter­venties in te zetten die vooral in Brits onder­zoek effec­tief zijn geble­ken. Helaas berust die voor­stel­ling van zaken op een aantal denkfou­ten. Mijn conclu­sie is dat dit beleid getuigt van onbe­grip over hoe onder­wijswe­ten­schap werkt en daarom schade­lijk voor het onder­wijs kan uitpak­ken.
Arthur Bakker (a.bakker4@uu.nl)
Freuden­thal Insti­tuut, Utrecht

 

Commentaren op de wiskunde-examens

 
 Klaas Pieter Hart
In de afgelo­pen week zijn zijn de schrif­telijk Centra­le Examens wiskun­de voor vwo en niet basisbe­roeps gericht vmbo afgeno­men. Over het alge­meen zijn de opgaven rede­lijk ontvan­gen maar op het examen vwo wiskun­de A was er behoor­lijk wat kritiek te horen. Het examen was te lang, bevatte te grote lappen onnodi­ge tekst en begon met een ongeluk­kige startop­gave.
Leden van de Neder­landse Vereni­ging van Wiskun­delera­ren (NVvW) kunnen de opmer­kingen van hun collega's lezen op het examen­forum. Voor wie be­nieuwd is naar hoe iemand uit het weten­schappe­lijk onder­wijs naar de examens kijkt, is de weblog van Klaas Pieter Hart wel­licht interes­sant. Hij be­spreekt op zijn weblog de recente eindexa­mens vwo wiskun­de A en B en, op special verzoek, ook het vmbo-examen voor de gemeng­de en theore­tische leerweg.
Het is wel handig om de bijbeho­rende examen­opgaven bij de hand te houden. Die examens zijn onder andere op de website van Cito te raadple­gen.

 

Enquête over wiskundeonderwijs tijdens Corona

 
Vorig jaar hebben wij een onder­zoek gedaan naar wiskun­deonder­wijs op afstand in Neder­land, Vlaande­ren en Duits­land. Daarmee kregen we een goed beeld van het onder­wijs tijdens de eerste maanden van de pande­mie. We willen dit onder­zoek nu graag actuali­seren. Daarbij hebben wij uw hulp nodig.
Het onder­zoek vindt plaats in een uniek samen­wer­kings­verband tussen de Univer­siteit Utrecht, de NVvW, Univer­siteit Antwer­pen, de Vlaamse Vereni­ging Wiskun­deLe­raars, de Univer­siteit van Duis­burg - Essen en de Duitse vereni­ging van wiskun­delera­ren. De eerste resulta­ten van ons onder­zoek van vorig jaar kunt u hier lezen.
Nu het deel­tijds af­stands­onder­wijs op zijn einde loopt en de terug­keer naar het gewone onder­wijs heel dicht­bij is, willen we graag opnieuw de ervarin­gen in het wiskun­deonder­wijs vastleg­gen om op die manier te kijken naar de ver­schil­len met een jaar geleden, de ver­schil­len tussen de drie landen en de ontwik­kelin­gen in het online onder­wijs.
We stellen uw medewer­king zeer op prijs. Het invul­len van onze vragen­lijst kost u hoog­stens tien minuten. Als u dat op prijs stelt, sturen wij na afloop van het onder­zoek onze bevin­dingen graag aan u op.
Heleen van der Ree (NVvW)
Michiel Doorman (Freuden­thal Insti­tuut en NVvW)
Paul Drij­vers (Freuden­thal Insti­tuut)

 

Openbare les Kees Hoogland

 
 Kees Hoog­land
Op woens­dag 2 juni 2021 zal Kees Hoog­land worden geïn­stal­leerd als lector binnen het lecto­raat Wiskun­dig en Analy­tisch Vermo­gen van Profes­sionals van het kennis­centrum Leren en Innove­ren van Hoge­school Utrecht. Onder­deel van de plech­tigheid is het uitspre­ken van een openba­re les met als titel 'De mathema­tise­ring van de samenle­ving'.
De toene­mende mathema­tise­ring van de samenle­ving stelt nieuwe en hoge eisen aan de vaardig­heden van profes­sionals en aan­staande profes­sionals in com­plexe en steeds meer gedigi­tali­seerde beroeps­praktij­ken. Het lecto­raat Wiskun­dig en Analy­tisch Vermo­gen van Profes­sionals onder­zoekt het gebruik van gecij­ferd­heid, wiskun­de, statis­tiek en analyti­sche vaardig­heden in heden­daagse beroeps­praktij­ken vanuit de ambitie om de resulta­ten van het onder­zoek te verbin­den met het beroeps­onder­wijs. Het ontwik­kelen van denk­vaardig­heden, zoals inter­prete­ren, analyse­ren, communi­ceren, kri­tisch beschou­wen, modelle­ren, mathema­tiseren en pro­bleemop­lossen wordt steeds relevan­ter. Een blik op het Corona-dash­board kan dit tref­fend illu­streren.
Het onder­zoek van het lecto­raat zal ook bijdra­gen aan een meer toe­komstge­richte invul­ling van reken­vaardig­heid in het funde­rend onder­wijs, zodat deze meer toege­spitst is op de heden­daagse ontwik­kelin­gen in de maat­schap­pij. Op deze manier levert het lecto­raat een bijdra­ge aan een doorlo­pende ontwik­keling van kind tot gecij­ferde volwas­sene die met zelfver­trouwen de kwanti­tatieve aspec­ten van de samenle­ving tege­moet treedt als beroeps­beoefe­naar en als burger.
De openba­re les van Kees Hoog­land zal op woens­dag 2 juni 2021 van 14:45 uur tot 16:45 uur online vanuit de HU-studio worden gegeven. Van 16:45 uur tot 17:15 uur zijn er vervol­gens online ge­spreks­tafels. U kunt zich via dit formu­lier aanmel­den.

 

Leve de Wiskunde Puzzel Spel

 
Drie studen­ten van de Univer­siteit van Amster­dam maakten het "Leve de Wiskun­de Puzzel Spel" om leerlin­gen kennis te laten maken met het Science Park. Deelne­mers hebben slechts een goed stel hersens en een flinke dosis creati­viteit nodig.
Tijdens het spel lopen de leerlin­gen van puzzel naar puzzel, zien zij bijzon­dere plekken op de campus en kraken zij binnen 2,5 uur de beteke­nis van het woord CALFAB­BEN.
Volg deze link en lees meer over "het Leve de Wiskun­de Puzzel Spel".

 

De meiveiling van het WwF loopt tot 31 mei

 
Terwijl we midden­in de examen­tijd zitten, loopt de meivei­ling van het Wereld­wiskun­de Fonds (WwF) alweer op zijn eind. Op de veiling website wordt flink geboden op het aanbod van gebruik­te wiskun­deboe­ken. Er is bij een aantal boeken flink tegen elkaar opgebo­den maar toch zijn er nog veel koopjes te scoren.
Veel oude Neder­landse school­boekjes, binnen- en buiten­landse studie­boeken of bijvoor­beeld boeken over de geschie­denis van de wiskun­de zijn nog voor vlijm­scherpe prijzen op de veiling te vinden. Deze keer kan er zelfs geboden worden op een grafi­sche rekenma­chine, een rekenli­niaal en twee DVD's.
Handig bieden
Wacht niet tot het laatste moment met bieden. U kunt ook nu al voor uw favorie­te boeken een maximum­bod uitbren­gen. Uw bod wordt dan, als iemand een hoger bod doet dan u heeft gedaan, automa­tisch in kleine stapjes ver­hoogd tot aan het maximum dat u heeft opgege­ven. Volg deze link voor nadere uitleg.
De veiling eindigt op maandag 31 mei 2021. Hou die datum goed in de gaten; ver­schil­lende bieding­en lopen op die dag ver­schil­lende tijd­stippen ten einde. We weten zeker dat de veiling weer zal resulte­ren in een prachti­ge op­brengst. Deze op­brengst wordt, u weet dat onder­tussen, geheel besteed aan projec­ten ten bate van het wiskun­deonder­wijs in ontwik­kelings­landen.
Veel plezier tijdens de laatste week van de meivei­ling.
Jos Remijn (wereld­wiskun­deboe­ken@nvvw.nl)
veiling­meester WwF

Vacatu­res in het onder­wijs

Het plaat­sen van vacatu­remel­dingen voor docen­ten wiskun­de en rekenen is gratis voor niet particu­liere instel­lingen voor middel­baar en hoger onder­wijs. Voor de voor­waarden: zie www.wiskun­debrief.nl.


 

Vacature Christelijk Gymnasium Utrecht

In verband met zwanger­schaps­verlof­vervan­ging zoeken wij per 1 augus­tus 2021 een docent wiskun­de voor onge­veer 0,6 fte (15 lessen).
De lessen worden gegeven aan leerja­ren 1 t/m 4, afhanke­lijk van erva­ring en bevoegd­heid. Het betreft een tijde­lijke functie tot en met 31 decem­ber 2021.
Volg deze link voor meer informa­tie.
 

 

Vacature Tabor College te Hoorn (NH)

Het Tabor College, locatie Oscar Romero is voor het nieuwe school­jaar op zoek naar een enthou­siaste eerste­graads docent Wiskun­de voor 0,60 tot 1,00 fte.
Bezoek onze site voor meer informa­tie over onze school en de vacatu­re. Stuur uw sollici­tatie naar Mariët­te Schol­ten via mhl.schol­ten@tabor.nl.
 

 

Vacature lerarenopleider Hogeschool van Amsterdam

Wilt u zorgen voor een nieuwe genera­tie docen­ten? En voor toe­komstbe­stendig onder­wijs? Het Cluster Exact & Beroeps­onder­wijs van de Facul­teit Onder­wijs en Opvoe­ding van de Hoge­school van Amster­dam (HvA) is per direct op zoek naar een nieuwe collega voor de functie van docent/leraren­oplei­der Wiskun­de.
Het betreft hier een vacatu­re voor 1,0 fte. Volg deze link voor meer informa­tie over deze vacatu­re.
Let op: de slui­tingsda­tum is 26 mei 2021.

 

Vacature Europese School Den Haag

De Europe­se School Den Haag (ESDH) is een offici­eel geaccre­diteer­de Europe­se school die meerta­lig en multi­cultu­reel onder­wijs aan­biedt, op basis- en secun­dair onder­wijs dat leidt tot het Euro­pees bacca­laure­aat.
Onze school heeft per 1 augus­tus 2021 een vacatu­re voor een docent wiskun­de voor 0,750 fte. Volg deze link voor meer informa­tie of om te sollici­teren.
 

 

Vacature Rijnlands Lyceum Oegstgeest

Zoekt u een prikke­lende leerom­geving met uitda­gend, gevari­eerd onder­wijs waar aan­dacht is voor de indivi­duele talen­ten van leerlin­gen?
Het Rijn­lands Lyceum Oegst­geest zoekt per 1 augus­tus 2021 een eerste­graads docent wiskun­de voor 0,8 fte of minder. Vog deze link voor meer informa­tie of om te sollici­teren.
 

 

Vacature Rijnlands Lyceum Sassenheim

Nieuws­gierig naar onszelf, elkaar en de wereld. Naar onze moge­lijkhe­den. Naar ant­woord op vragen. Met elkaar leren en leven. Bijdra­gen aan een betere en duurza­me wereld. Vernieu­wend en in bewe­ging.
Met zo’n actieve leerhou­ding ontwik­kel je. Groei je. Wij gunnen het iedere leer­ling, iedere docent. Leer het zelf te doen. Pak je persoon­lijke ontwik­kelkan­sen.
Het Rijn­lands Lyceum Sassen­heim zoekt per 1 augus­tus 2021 een nieuws­gierige en gedre­ven docent wiskun­de voor 0,8 tot 1,0 fte. Volg deze link voor meer informa­tie of om te sollici­teren.
 

 

Vacature Rijnlands Lyceum/International School Wassenaar

Wilt u uw passie voor wiskun­de over­brengen op onze leerlin­gen? Het Rijn­lands Lyceum Wasse­naar/Interna­tional School Wasse­naar is een excel­lente school die volop in ontwik­keling is en waar de verbin­ding tussen docen­ten, leerlin­gen en ouders groot is.
Het Rijn­lands Lyceum Wasse­naar/Interna­tional School Wasse­naar zoekt per 1 augus­tus 2021 een docent wiskun­de voor 1,0 fte of minder. Volg deze link voor meer informa­tie of om te sollici­teren.

Adver­tenties

Voor voor­waarden en tarie­ven: zie www.wiskun­debrief.nl.


 

Auteurs gezocht voor Getal & Ruimte

Getal & Ruimte zoekt enthou­siaste en ervaren docen­ten wiskun­de die graag als auteur een bijdra­ge willen leveren aan goed (online) lesmate­riaal.
Geeft u les op het vmbo? Vindt u het leuk om actief met de didacti­sche kant van uw vak bezig te zijn, om samen te werken met auteurs/collega's van andere scholen in het land en om lesmate­riaal te ontwik­kelen voor heel Neder­land? Dan is auteurs­werk bij het team vmbo van Getal & Ruimte wel­licht iets voor u.
Kijk op werken­bij­noord­hoff.nl/vacatu­res voor meer informa­tie.

 

De Rekenwinkel

Wilt u uw leerlin­gen zelf rekenma­chines laten bestel­len maar wél tegen een school­korting?
Neem dan contact met ons op via info@dereken­winkel.nl en hoor hoe we dit ook voor u kunnen invul­len.
Wij zijn partner van HP, Texas Instru­ments, Casio en Sharp.

 

De eenvoudige examenstand van de NumWorks

Weet u ook nooit hoe de examen­stand moet worden geacti­veerd? Met de Num­Works wordt dit volgend jaar kinder­spel op de examens.
Om uw eigen mening te vormen kunt u een gratis exem­plaar op onze website aanvra­gen. Stel ook gerust uw vragen of opmer­kingen aan Martijn via contact@num­works.nl.
 

 

UvA: Zomercursus wiskundedeficiënties vwo met examen

Leerlin­gen die in septem­ber aan de univer­siteit willen gaan stude­ren maar niet aan de wiskun­de toela­tings­eis van de door hun beoogde studie voldoen, kunnen in de maand juli aan de UvA een cursus wiskun­de A of B volgen, inclu­sief toela­tings­examen.
Volg deze link voor meer informa­tie.
 

 

Nu beschikbaar: KERN Wiskunde vmbo-basis leerjaar 1

De gloed­nieuwe leer­werkboe­ken zijn over­zichte­lijk, kernach­tig en doelge­richt. Uitleg en opdrach­ten zijn helder geformu­leerd en er is veel aan­dacht voor prakti­sche toepas­singen.
Leerlin­gen krijgen een goed beeld van waar ze in de prak­tijk wiskun­de voor nodig hebben.
Bestel nu een beoorde­lings­exem­plaar op boom­voortge­zeton­derwijs.nl/kern-wiskun­de.
 

 

Examenstand aan bij TI-84 Plus CE-T grafische rekenmachines

Hoe zet ik mijn TI-84 Plus CE-T grafi­sche rekenma­chine in de examen­stand? Via dit instruc­tie­filmpje kunnen leerlin­gen dit snel voor elkaar krijgen.
Op de website van Texas Instru­ments vindt u op de pagina over de examen­stand ook voor de TI-Nspire CX hand­helds film­pjes en uitleg.
Dit filmpje toont het aanzet­ten van de examen­stand voor grafi­sche rekenma­chines uit de TI-84 Plus CE-T familie.
 

 

Gratis bettermarks Schooljaarscan

 
De better­marks School­jaar­scan is tot de komende herfst­vakan­tie gratis inzet­baar voor alle scholen in Neder­land.
Om leerver­tragin­gen eenvou­dig vast te stellen en weg te werken, introdu­ceert better­marks de School­jaar­scan. In drie eenvou­dige stappen toetst better­marks de leerdoe­len van het afgelo­pen jaar, analy­seert better­marks automa­tisch de hiaten en zet better­marks een indivi­dueel oefen­pakket klaar om die hiaten weg te werken.
Inmid­dels staan de eerste School­jaar­scans online. Wilt u gratis werken met de School­jaar­scan? Vul dan via deze link uw gege­vens in en wij houden u op de hoogte.

 
redactie:Gerard Koolstra, Tineke van den Berg en Ton Groeneveld
e-mail:redactie@wiskundebrief.nl
website:www.wiskundebrief.nl