De 'hockeystick' in WiskundE-brief 880 van januari 2021 liet een spectaculaire
stijging van de schoolexamencijfers in 2020 zien. Wel, vergeet u de in
dat artikel gepresenteerde 'hockeystick' maar helemaal! De cijfers van
de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) die ik gebruikte voor dat artikel,
blijken namelijk zonder vooraankondiging plotseling op een andere
manier te zijn berekend dan in de jaren daarvoor. Ernstiger daarbij is
dat deze cijfers door DUO met een verouderde en daarom foutieve
toelichting werden verstrekt.
De 'hockeystick' in mijn artikel in
WiskundE-brief 880 laat dus een schijneffect
zien. Vergeet dat artikel; hieronder zet ik graag uiteen hoe de vork
werkelijk aan de steel zit.
Hoger of niet hoger?
In 2020 werd er geen Centraal Examen afgenomen en werden de leerlingen
louter op hun schoolexamencijfers afgerekend. Prompt stegen de
slagingspercentages tot ongekende hoogten. Een van de mogelijke factoren
die in dat verband genoemd werden, is dat de schoolexamencijfers mede
door de 'resultaatverbeteringstoetsen' hoger dan gebruikelijk zouden
zijn uitgevallen. In een in augustus 2020 door DUO uitgevoerd onderzoek,
waarover ik in
WiskundE-brief 875 berichtte, werd echter korte metten gemaakt met
deze suggestie. De schoolexamenresultaten lagen volgens dit rapport
eerder
lager dan hoger dan in de voorgaande jaren.
Vlak voor kerst verscheen de jaarlijkse update van het
overzicht
van geslaagden, gezakten en gemiddelde examencijfers per instelling.
Uit die update kon ineens weer wél worden opgemaakt dat de schoolexamencijfers
in 2020 beduidend
hoger lagen dan in voorgaande jaren. Ik merkte
in mijn 'hockeystick-artikel' in
WiskundE-brief 880 daarom al op dat er mogelijk
iets niet met de door DUO gepresenteerde cijfers in orde was.
Met of zonder?
Het is van groot belang om bij het vergelijken van examenjaren nauwkeurig
onderscheid te maken tussen vakken met Centraal Examen en vakken zonder
Centraal Examen. De behaalde cijfers voor vakken zonder Centraal Examen
liggen namelijk doorgaans een stuk hoger waardoor je een hoger gemiddelde
krijgt wanneer je alle vakken meetelt. In mijn artikel in
WiskundE-brief 880 vroeg
ik me daarom al af of de definitieve cijfers van DUO voor 2020 misschien
betrekking zouden kunnen hebben op
alle vakken. De
toelichting
op de cijfers van DUO was echter duidelijk en bevestigde de wijze waarop
DUO in alle voorgaande jaren de cijfers steeds heeft samengesteld:
"De behaalde cijfers voor het schoolexamen, het centraal examen en de
cijferlijst betreft de gemiddelde cijfers van die vakken waarvoor zowel
een cijfer voor het schoolexamen als het centraal examen behaald is,
en die meetellen voor het diploma." |
Gegevens per vak
Ik heb in mijn twijfel eerst nog even gewacht op de
gegevens
per vak, die ook altijd rond kerst beschikbaar komen. Ik nam mij
voor om aan de hand van die cijfers nog eens een controle uit te voeren.
Helaas verschenen de
gegevens
per vak pas op 19 februari 2021, twee maanden later dan gebruikelijk,
en moest ik voor mijn artikel in
WiskundE-brief 880 uitgaan van alleen het
overzicht
van geslaagden, gezakten en gemiddelde examencijfers per instelling
van DUO.
Analyse van de verschillende overzichten laat ondertussen zien dat de Dienst Uitvoering
Onderwijs van het ministerie (DUO) bij het eerder genoemde
overzicht
van geslaagden, gezakten en gemiddelde examencijfers per instelling voor 2020 inderdaad cijfers
heeft geproduceerd die betrekking hebben op gemiddelden van
alle schoolexamens,
die zoals eerder uitgelegd een stukje hoger liggen dan die van de vakken waarvoor
ook een Centraal Examen bestaat.
Geen consistentie
Ik vermoed dat men bij DUO uit het feit dat het Centraal Examen in 2020
niet is doorgegaan de conclusie getrokken dat dit onderscheid in hun cijfers
dan ook niet meer relevant is. Helaas heeft men daarbij over het hoofd gezien
dat de cijfers over 2020 daarmee niet meer consistent zijn met de cijfers van
voorgaande jaren. En helaas heeft men ook over het hoofd gezien om de
toelichting
op de cijfers ook naar de nieuwe methodiek aan te passen. Geen wonder
dat de vergelijking op basis van de data van 2015 tot en met 2020 een
spectaculaire doch nietszeggende 'hockeystick' laat zien.
Minder spectaculair
Maar goed. Gelukkig kunnen we nu op basis van definitieve cijfers
voor het eerst kijken naar de werkelijke ontwikkeling van de gemiddelde
schoolexamencijfers voor de vakken met een Centraal Examen:
We zien in deze grafiek dat op het havo de cijfers in 2020 duidelijk
hoger lagen, op het vmbo KB iets hoger lagen en op het vmbo GT juist
wat lager lagen. Op het vwo ligt het gemiddelde al jarenlang, en dus
ook in 2020, stabiel op 6,68.
Wiskunde op het vmbo
Zoomen we in op de wiskundevakken, dan krijgen we een beeld dat
redelijk klopt met wat ik in september 2020 in
WiskundE-brief 875 op basis
van de voorlopige gegevens van DUO schetste. Ik zal nu wat meer de
aandacht leggen op de ontwikkeling binnen het vak wiskunde gedurende
de laatste zes jaar. Hieronder laat ik de verschillende schoolsoorten
afzonderlijk de revue passeren, te beginnen met het vmbo.
Op het vmbo lagen de schoolexamencijfers voor de wiskundevakken in
2020 wat lager dan die van de vier jaren daarvoor. Daar moet bij
worden opgemerkt dat we hier al een paar jaar te maken hebben met
een dalende trend. De cijfers van 2020 lijken prima te passen in
het beeld van de jaren daarvoor.
Wiskunde op het havo
Het havo laat een wat ander beeld zien.
Op het havo zien we bij wiskunde A en B wel een duidelijke toename
van de resultaten in 2020. Daar moet bij worden opgemerkt dat
de cijfers voor wiskunde B al enige jaren een licht stijgende tendens
lieten zien. De ontwikkeling bij wiskunde A is sprekender omdat daar
een licht dalende trend in 2020 wordt doorbroken. In die ontwikkeling
zijn de negatieve gevolgen van de invoering van het nieuwe examenprogramma
in 2017 ook goed te zien. Zie hiervoor ook
WiskundE-brief 796.
Wiskunde op het vwo
Het vwo geeft een weinig spectaculair beeld. De cijfers bij wiskunde
B en C liggen in 2020 wat hoger maar dat past prima in de stijgende
trend die in 2018, het eerste jaar dat de nieuwe examenprogramma's
van toepassing waren, werd ingezet.
Geen structurele afwijkingen
Uit de nieuwe cijfers van DUO kan worden geconcludeerd dat de
schoolexamencijfers in 2020
niet over de hele linie structureel
afwijken van de schoolexamencijfers van de jaren daarvoor. Er zijn wel
voorbeelden van afwijkingen te vinden, met name op het havo, maar het
beeld dat de schoolexamens massaal aanzienlijk beter zijn gemaakt dan
in de jaren de jaren daarvoor klopt beslist niet. Dat geldt zowel voor
het algemene beeld als voor het beeld dat de wiskundevakken laten zien.
Ik betreur ten zeerste dat ik u in
WiskundE-brief 880 een onjuist beeld schetste. Ik
vertrouw erop dat u begrip heeft voor het feit dat ik toen op basis van
onjuiste informatie van overheidswege niet tot een ander beeld kon komen.
gk