Aan het begin van de herfstvakantieperiode zijn eindelijk de
resultaten van de examens van het afgelopen schooljaar door het
ministerie vrijgegeven. Al langer was het duidelijk dat er in 2020
veel meer leerlingen dan gemiddeld zijn geslaagd. Zie ook WiskundE-brief 871. In
een
in augustus 2020 opgesteld rapport van de Dienst Uitvoering Onderwijs
(DUO) staan de exacte cijfers en wordt ook ingegaan op de vraag
hoe een en ander te verklaren is.
In 2020 behaalden beduidend meer leerlingen het diploma vmbo, havo
of vwo. Het slagingspercentage lag in de laatste jaren voor de coronacrisis,
afhankelijk van de opleiding, zo ongeveer tussen de 88% en 98%. Dit jaar
varieerden de percentages tussen de 97,5% en bijna 99,5%. Deze cijfers
spreken nog meer tot de verbeelding als we niet kijken naar de
slagingspercentages maar naar de percentages aan gezakte leerlingen:
In procentpunten is het verschil op het havo het grootst. Het slagingspercentage
lag daar namelijk ongeveer 9,5 procentpunten hoger dan in de jaren daarvoor.
Relatief gezien is de afname van het aantal leerlingen dat het diploma niet
haalden echter hoger bij onder andere het vmbo-gt en het vwo. Bij die
opleidingen lag het aandeel aan gezakte leerlingen ruim 85% lager dan in de
jaren daarvoor.
Geen Centraal Examen een voordeel?
In dit examenjaar werd er in mei vanwege de coronacrisis geen Centraal Examen
afgenomen en waren de schoolexamencijfers bepalend voor het eindresultaat.
Op het eerste gezicht lijkt het logisch dat de resultaten hierdoor hoger zijn
uitgevallen. De 'strenge' scherprechter van het Centraal Examen ontbreekt
waardoor de leerlingen hebben kunnen profiteren van het betrekkelijk milde
regime van het schoolexamen. Echter, uit een analyse van de cijfers van 2019
blijkt dat in dat jaar het niet meetellen van het Centraal Examen in veel
gevallen juist zou hebben geleid tot
minder geslaagden. Het vmbo-kb
zou in dat hypothetische geval ongeveer 2% tot 3% minder geslaagden
hebben geteld terwijl er op het havo en het vmbo-gt ongeveer 1% minder geslaagden
zouden zijn geweest. Alleen op het vwo zou ongeveer 2% meer zijn geslaagd.
Waren de schoolexamencijfers hoger?
Een andere mogelijke verklaring voor de hoge slagingscijfers zou kunnen zijn dat
de schoolexamens in het schooljaar 2019-2020 wellicht beter werden gemaakt en
misschien ook wat gemakkelijker waren. Maar wat blijkt? Alleen op het havo lag
het schoolexamengemiddelde over alle vakken dit jaar wat hoger. Bij alle andere
opleidingen lag het gemiddelde schoolexamencijfer juist
lager. Op het
vmbo-gt, zeg maar de mavo, lag dat gemiddelde zelfs bijna 0,1 punt lager. Het
volledige beeld ziet u hieronder:
Als we ons beperken tot de wiskundevakken, dan zien we een soortgelijk beeld.
Op twee uitzonderingen na lag het schoolexamengemiddelde in 2020
lager
dan in de jaren daarvoor:
Duidelijk is dat het spectaculaire succes van de laatste eindexamenlichting
zich niet laat verklaren uit hogere schoolexamencijfers.
Opmerkelijke cijferverdeling
Hoe zijn de hoger slagingspercentages dan wel te verklaren? De samenstellers van
het DUO-rapport hebben voor deze verklaring niet alleen naar de gemiddelden gekeken
maar zij hebben voor de kernvakken ook de cijferverdeling van de schoolexamens in
beeld gebracht. De grafiek hieronder, die rechtstreeks afkomstig is uit het rapport
en zeker voor de wiskundevakken karakteristiek is, geeft de uiteindelijke verklaring:
De verschuiving van "net niet voldoende" naar 'net wel voldoende" springt er in
deze grafiek uit. Deze opmerkelijke verschuiving laat zich bij veel belangrijke
vakken zien.
Deze opmerkelijke cijferverdeling is volgens het rapport een aannemelijke oorzaak
voor de hoge slagingspercentages. Het ligt voor de hand dat zeker ook de zogenaamde
"resultaatverbeteringstoetsen" hierbij een rol gespeeld hebben. De samenstellers van
het DUO-rapport waren echter niet in staat om hier meer over te zeggen.
Mijn interpretatie is dat vooral de duidelijkheid over welke cijfers er behaald
moesten worden om te slagen en de mogelijkheid om daar gespreid over enkele maanden
aan te werken, heeft bijgedragen tot de ongekend hoge slagingspercentages.
gk