nummer 859, 8 december 2019
Dit nummer wordt gestuurd naar circa 4850 adressen.
|
De WiskundE-brief is een digitale nieuwsbrief, gericht op wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs,
met als doel om een snelle onderlinge uitwisseling van informatie en
meningen mogelijk te maken. De brief verschijnt buiten de schoolvakanties ongeveer
één keer per week. Het abonnement is gratis.
Uw bijdragen aan de WiskundE-brief zijn welkom op het e-mailadres
van de redactie. Op de website van de WiskundE-brief
kunt u zich abonneren, vindt u alle voorwaarden en advertentietarieven en kunt u oude nummers nalezen.
|
Artikelen en bijdragen | | |
Vacatures in het onderwijs | | |
Advertenties | | |
Een licht herstel van de Nederlandse PISA-scores?
Op dinsdag 3 december 2019 werden de resultaten van het driejaarlijkse
PISA onderzoek bekend gemaakt. Zo op het eerste gezicht is er wat betreft
de wiskundige geletterdheid sprake van een licht herstel. Dat
lijkt misschien goed nieuws maar ik wil daar toch wat kanttekeningen bij
maken.
Het Programme for International Student Assessment (PISA) is
een grootschalig, vergelijkend onderzoek dat wordt uitgevoerd onder
auspiciën van de Organisation for Economic Co-operation and Development
(OECD), in Nederland ook wel aangeduid als de OESO Aan het PISA-onderzoek
doen ook landen, steden of gebieden mee die geen lid zijn van de OESO.
Het onderzoek betreft leerlingen van 15 jaar oud, dus leerlingen die in
Nederland voornamelijk in klas 3 of 4 van het vmbo, havo of vwo zitten.
Betekenis van de scores
De behaalde scores behoeven enige toelichting. De waarde 500 is per
definitie het gemiddelde van alle deelnemers in 2003, het eerste
onderzoeksjaar. De waarde 100 is per definitie de standaardafwijking.
Een score van 520 komt zo dus overeen met een z-score van 0,2.
Hieronder heb ik het Nederlandse scoreverloop vanaf 2003 voor u in
beeld gebracht:
De gemiddeld score bedroeg in 2018, het jaar van onderzoek, 519.
Dat getal was ook meteen het gemiddelde van de meisjes. De jongens
scoorden gemiddeld een puntje hoger; een niet noemenswaardig verschil.
Met een score van 519 behoort Nederland tot de hoogst scorende
niet-Aziatische landen. De score wijkt zelfs niet significant af
van die van Korea (526).
De dip van 2015
Het verschil van een paar scorepunten is niet erg significant. Een
constatering als zou er een verbetering ten opzichte van 2015 zijn
opgetreden, is dan misschien ook voorbarig. Er is nog steeds sprake
van een dalende trend, behalve misschien bij de meisjes. Daar komt
nog bij dat er aanwijzingen zijn dat de resultaten in 2015 negatief
zijn beïnvloed door de overgang van papieren naar digitale afname.
Opleiding van de ouders
De correlatie van de PISA-scores aan de hoogste opleiding van de
ouders is opmerkelijk. We zien het volgende beeld in Nederland:
Is er in Nederland sprake van eerlijke en gelijke kansen? Het
bovenstaande, niet vrolijke beeld doet vermoeden van niet. De
verschillen nemen in Nederland alleen maar toe en bij de groep
leerlingen waarvan de ouders hoogstens een vmbo-opleiding hebben
afgerond, is er sinds 2015 geen enkele verbetering waar te nemen.
Laag- en hoogpresteerders
In het verleden blonken Nederlandse leerlingen vaak uit als het ging
om de vraag welk deel van de jeugd aan de minimumeisen voldoet.
Dat beeld moet misschien worden bijgesteld. PISA hanteert 6 niveaus,
waarbij niveau 2 al min of meer als het minimumniveau wordt beschouwd.
De grens tussen niveau 1 en 2 ligt bij 420 punten. Leerlingen die
minder dan 420 punten scoren, worden in het PISA-onderzoek
"laagpresteerders" genoemd. Zij zijn volgens dit onderzoek dan
onvoldoende wiskundig geletterd. De toelichting van het onderzoek
vermeldt dat leerlingen pas op niveau 2 in staat zijn om wiskunde
in eenvoudige, alledaagse situaties te gebruiken.
Bij de jongste afname scoorde 16% van onze vijftienjarigen onder
de 420 punten. Dat is aanzienlijk meer dan in Estland (10%) en ook
iets meer dan bijvoorbeeld in Denemarken, Polen en Finland. Maar ook
aan de andere kant van het spectrum bevinden zich relatief veel
leerlingen. Van de Nederlandse leerlingen heeft 18,5% een score van
meer dan 607 punten. De leerlingen bevinden zich hiermee binnen de
twee hoogste niveaus. Alleen Korea (21%) en Singapore (26%)
doen het nog beter. Het beeld dat Nederlandse leerlingen internationaal
weinig uitblinken moet dus wellicht wat worden bijgesteld.
Ontwikkeling per opleiding
Vijftienjarigen zitten voor het overgrote deel op het vmbo, op het
havo of op het vwo. Over het algemeen is er niet zoveel verschil in
het scoreverloop per opleiding over jaren heen. Het lijkt er echter
wel op dat de scores van vmbo basis en kader wat dichter bij elkaar
komen te liggen.
Er is over de opleidingen een behoorlijke overlap te bespeuren.
De groep van de 25% best scorende vmbo KB-leerlingen scoort bijvoorbeeld
net wat beter dan de groep van de 25% slechtst scorende havoleerlingen.
Je kunt grofweg zeggen dat twee naburige opleidingen, zoals bijvoorbeeld
havo en vmbo GT, elkaar steeds voor ongeveer 75% overlappen. Zoals ook
te verwachten is, is die overlap met 85% tot 90% het grootst tussen vmbo
kader en basis.
Tegenstrijdig
Terwijl de PISA-scores juist voor havo/vwo weer wat omhoog lijken te
gaan, dalen de wiskundecijfers aan het begin van de derde klas. Zie
ook het artikel hieronder. Dat lijkt tegenstrijdig maar is volgens mij
goed te verklaren. Het Nederlandse wiskundecurriculum voor de derde
klas van het havo/vwo lijkt maar zeer ten dele op wat PISA onder
wiskundige geletterdheid verstaat. Pas in de vierde klas van
het havo is bij wiskunde A er wat meer aansluiting te vinden en veel
leerlingen die in Nederland aan het PISA-onderzoek meedoen, zitten nu
juist in havo 4.
Oorzaak van het 'herstel'
Ik heb de suggestie gehoord dat de grotere aandacht voor rekenen en
de rekentoets een rol zou kunnen hebben gespeeld bij het herstel van
de scores. Voor vmbo basis klinkt die suggestie misschien plausibel
want er is zeker enige overeenkomst te constateren tussen de vragen
van het PISA-onderzoek enerzijds en de inhoud van de ondertussen
afgeschafte landelijke rekentoets anderzijds. toch zou ik, omdat
een verschil van een paar punten meestal niet significant is, willen
pleiten voor enige terughoudendheid met betrekking tot dergelijke
conclusies.
gk
|
Wiskundecijfers in 3 havo/vwo gedaald
De wiskundecijfers in de derde klas van het havo en vwo zijn de
laatste jaren behoorlijk teruggelopen, meer nog dan bij andere vakken.
Wiskunde is in vergelijking met andere vakken echter nog steeds behoorlijk
populair. De 'status' van wiskunde als interessant vak vertoont
echter een verschuiving. Bij jongens is die status gedaald terwijl
we bij de meisjes juist een stijging in appreciatie zien.
Op maandag 2 december 2019, een dag voor de publicatie van de
PISA-rapporten, werd het rapport
Populariteit
van schoolvakken 2019 gepubliceerd. Dit rapport omvat een
jaarlijks onderzoek onder scholieren in 3 havo en 3 vwo. Het onderzoek
werd uitgevoerd door
Qompas, de
uitgever van een methode die op veel scholen wordt gebruikt om leerlingen
te helpen bij hun profiel- en vakkenkeuze.
Het betreft hier een onderzoek dat jaarlijks in de eerste helft
van het derde leerjaar wordt uitgevoerd Leerlingen wordt tijdens het
onderzoek onder andere gevraagd welke gemiddelden zij voor de verschillende
vakken hebben behaald en hoe interessant of juist weinig interessant
zij die vakken vinden. Opmerkelijk is dat de leerlingen ook alvast een
oordeel mogen vellen over bovenbouwvakken als wiskunde A, B en D.
Lagere cijfers
Vooral in de laatste vier jaar zijn de wiskundecijfers aan het begin
van de derde klas behoorlijk gedaald. Uitzondering is de ontwikkeling
bij de meisjes op het vwo, waar slechts een licht dalende trend is
te zien. In de onderstaande grafiek heb ik het een en ander voor u
in beeld gebracht.
Ook bij veel andere vakken is er de laatste paar jaar sprake van dalende
cijfers, zij het meestal wat minder dan bij wiskunde. De daling
tussen 2014/15 en 2018/19 was voor het gemiddelde van alle vakken bij
de meisjes ca. 0,1 en bij de jongens ca. 0,2 punten. Bij wiskunde
ging het om dalingen van ongeveer 0,15 punten bij de meisjes en bijna
0,3 punten bij de jongens.
Interesse bij wiskunde niet gedaald
Veel schoolvakken worden door derdeklassers in de jaren steeds
minder interessant gevonden. Bij wiskunde, natuurkunde, economie
en geschiedenis is dat globaal gezien niet het geval; de
'status' van die vakken neemt zelfs wat toe. Opvallend is dat de
interessescores bij de jongens dalen en bij de meisjes juist stijgen,
waardoor die scores naar elkaar toe groeien:
Wat zeggen die interessescores? Theoretisch bewegen deze scores zich
tussen −1 (niemand vindt het vak interessant) en +1 (iedereen
vindt het vak interessant). De gradaties die leerlingen in hun
appreciatie voor een vak mogen aanbrengen, zijn niet interessant
(−1), niet zo interessant (−0,5), enigszins interessant
(+0,5) en interessant (+1). Als 5% van de leerlingen het vak niet
interessant vindt, 10% het vak niet zo interessant vindt, 20% het
vak enigszins interessant vindt en 30% het vak interessant vindt,
dan resulteert dat in een score van
0,05×−1 + 0,1×−0,5 + 0,2×0,5 + 0,3×1 = 0,3.
De gemiddelde interessescore voor alle vakken lag in 3 havo de
laatste jaren tussen 0,05 en 0,10 en op het vwo tussen 0,1 en 0,15.
De scores bij wiskunde steken gunstig tegen deze gemiddelden af.
Wiskunde populair, maar niet vooraf
Wiskunde behoort zowel bij jongens als meisjes tot de populairste
vier vakken. Bij de vwo-jongens staat het zelfs op de derde plaats na
economie en Engels. Als leerlingen uit de derde klas wordt gevraagd
wat zij inhoudelijk leuke bovenbouwvakken vinden, dan daalt
echter ineens de score. Bij de havojongens scoren wiskunde A en B
maar middelmatig terwijl wiskunde D zich samen met vakken als kunst,
maatschappijleer, tekenen en muziek zelfs in de achterhoede
bevinden. Bij de meisjes komt wiskunde A een zevende plek en staat
wiskunde B tussen de 25 vakken die meedoen op de tiende plaats. Op
het vwo scoort wiskunde B met een zevende plek redelijk en wiskunde
met een dertiende plek matig. Wiskunde D bevindt zich ook op het vwo
in de achterhoede, vergezeld van vakken als filosofie, kunst en
Cambrigde Engels.
Verklaringen
Aan het oordeel van derdeklassers over bovenbouwvakken moesten we
misschien maar weinig waarde hechten. Interessanter is het om te
kijken naar de ontwikkeling van de wiskundecijfers in de derde klas
van het havo en vwo. De daling hiervan laat zich niet eenvoudig
verklaren.
Sinds 2013 is niet de eindtoets maar het advies van de basisschool
leidend. Dat heeft geleid tot een verhoging van het aandeel havo-
en vwo-adviezen. In WiskundE-brief 794 schreef ik hier al het een en ander over.
Er is als gevolg van deze ontwikkeling binnen de samenstelling van
de derde klassen sinds 2016 een behoorlijke verschuiving richtng havo
en vwo waar te nemen. Begin oktober 2015 zat 44,5% van de derde klassers
op havo of vwo en drie jaar later was dat met twee procentpunten
gestegen tot 46,6%.
Het is niet bij voorbaat uit te sluiten dat door deze ontwikkeling
het gemiddeld niveau in 3 havo en 3 vwo wat is gedaald waardoor er
lagere cijfers worden gescoord en er een lagere motivatie aanwezig
is. Ook de relatie tussen motivatie en behaalde cijfers is niet
altijd eenvoudig maar bij de jongens is er, met name in 3 havo,
zeker sprake van een sterke correlatie tussen die twee grootheden.
gk
|
Henk Tijms: Kansrekening op havo/vwo verplichten
In het tijdschrift STAtOR verschijnt eind december een
column van Henk Tijms, emeritus hoogleraar operations research
aan de Vrije Universiteit, over de voorstellen van curriculum.nu met
betrekking tot het statistiekonderwijs.
U
kunt die column via deze link echter nu al lezen.
In zijn column sluit Henk Tijms aan bij een eerdere reactie die
de Vereniging voor
Statistiek en Operations Research (VVSOR) heeft gegeven op de
verregaande voorstellen van het ontwikkelteam rekenen & wiskunde van
curriculum.nu met betrekking tot het onderwijs in kansrekening en
statistiek op de basisschool en in het voortgezet onderwijs. Zie hiervoor
ook WiskundE-brief 852. In het bijzonder houdt Henk Tijms een stevig pleidooi
voor de invoering van een modern ingericht, verplicht vak kansrekening
op havo en vwo.
Schoolexamen
Henk Tijms pleit voor een moderne opzet van het vak zonder
overmatig gebruik van combinatoriek maar wel met veel aandacht voor
conditionele kansen, Bayesiaans redeneren en computersimulaties.
Uiteraard mag in het vak de behandeling van belangrijke discrete
kansverdelingen, zoals de binomiale verdeling en de Poisson-verdeling,
niet ontbreken. Ook moeten de normale verdeling met z-score en centrale
limietstelling in het programma worden opgenomen. Henk Tijms
ziet het vak kansrekening het liefst als een schoolexamenvak.
Op 9 december 2019 is er
een
discussiebijeenkomst van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren
(NVvW) over de eindvoorstellen van curriculum.nu. Wellicht is het
een aardig idee om de column van Henk Tijms als voorbereiding op
deze bijeenkomst te lezen.
|
Inschrijving Kangoeroewedstrijd 2020 geopend
W4Kangoeroe is met 145.000 deelnemers op 2300 scholen de grootste
wiskunde- en rekenwedstrijd van Nederland. De W4Kangoeroewedstrijd heeft
tot doel, leerlingen te laten ervaren dat wiskunde en rekenen voor iedereen
op zijn of haar eigen niveau heel leuk en uitdagend kan zijn. Alle leerlingen
binnen het voortgezet onderwijs kunnen aan de W4Kangoeroe deelnemen.
Leerlingen kunnen op drie niveaus aan de W4Kangoeroe wiskunde- en rekenwedstrijd
meedoen. Ook dit jaar zijn er weer heel veel leuke prijzen te winnen. De
W4Kangoeroewedstrijd wordt op donderdag 19 maart 2020 op school
georganiseerd.
Inschrijven
U kunt uw school
tot en met 23 februari 2020 via deze link inschrijven. Op die plek vindt
u ook nog veel meer informatie over de wedstrijd.
Doet u dit jaar ook weer mee?
Martin Winkel
Kangoeroe Nederland
|
Gek op getallen
Op donderdag 23 januari 2020 organiseert Vaksteunpunt Wiskunde van
Bètapartners de vakbijeenkomst 'Gek op getallen'. Omar van Galen
(softwareontwikkelaar), René Bruin (docent in opleiding) en
Sander Dahmen (wiskundige, VU) doen verslag van hun wiskundige
ontdekkingstochten. Gefascineerd door getallen ondernemen zij wiskundige
ontdekkingstochten. Zij laten zich daarbij niet afschrikken door
hedendaagse abstracte theorie maar zoeken eigen gereedschappen en
gaan daarmee aan de slag.
Omar van Galen onderzoekt in zijn voordracht 'Priemcirkels' de gaten
tussen twee opeenvolgende priemgetallen. Startpunt van zijn onderzoek
is een 'Numberphile' video waarin wordt gesteld dat elk priemgetal
groter dan 3 een zesvoud plus of min één is. René Bruins gaat
in zijn voordracht op zoek naar geheeltallige punten (x,y) op de
hyperbolen x2 − y2 = n.
Na de maaltijd doet Sander Dahmen verslag van zijn onderzoek
naar gegeneraliseerde Fermatvergelijkingen. Hierbij zoeken we naar
niet-triviale geheeltallige oplossingen van de vergelijking
xp + yq = zr waarbij
p, q en r natuurlijke getallen groter dan 1 zijn.
De vakbijeenkomst wordt op donderdag 23 januari 2020 gehouden aan
de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1085 te Amsterdam. Vanaf
15:45 uur staat de koffie klaar en om 16:00 uur begint het programma,
dat tot ongeveer 20:30 uur duurt. Het programma gaat door bij 10 of meer
inschrijvingen en er worden maximaal 30 deelnemers toegelaten. De toegang
is gratis voor Bètapartners en kost voor andere deelnemers € 75,=.
Volg
deze link voor meer informatie of om u in te schrijven.
|
De wiskundeclub
Vanaf januari 2020 start het Korteweg-de Vries Instituut voor
Wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam een wiskundeclub voor
geïnteresseerde vwo-leerlingen uit klas 4, 5 en 6. In de club
willen wij getalenteerde en gemotiveerde leerlingen van de
intellectuele uitdaging en schoonheid van de wiskunde laten
genieten. De club staat onder leiding van Raf Bocklandt,
Bas Kleijn en Han Peters.
Heeft u leerlingen die zich uitgedaagd voelen door intellectuele puzzels,
ook al duurt het een tijd voordat alle stukjes op z'n plaats vallen? Dan
is de Wiskundeclub iets voor hen. Op het programma staan de volgende
activiteiten:
- Het oplossen van leuke problemen.
- Het volgen van korte lezingen van UvA-docenten.
- Het spelen van bordspelen met een wiskundige inslag.
- Het meedoen aan speciale themamiddagen.
Leerlingen die bij voldoende bijeenkomsten aanwezig zijn geweest,
ontvangen een certificaat.
Kom bij de wiskundeclub
De bijeenkomsten van de wiskundeclub zijn steeds op vrijdag van
15:00 tot 17:00 uur. De clubdagen zijn op 24 en 31 januari, 7 en
28 februari en 6, 13, 20 en 27 maart 2020. Het adres van de club
is Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde, Universiteit
van Amsterdam, Science Park 904
Volg
deze link om uw leerlingen in te schrijven. Vragen over de wiskundeclub
kunt u stellen bij Kees Temme via kees.temme@uva.nl.
|
Symposium over het werk van Karen Uhlenbeck
|
| | Karen Uhlenbeck | | |
Karen Uhlenbeck ontving in 2019 de Abelprijs voor haar baanbrekende
prestaties in geometrische partiële differentiaalvergelijkingen,
ijktheorie en integreerbare systemen. De fundamentele impact van haar
werk op analyse, geometrie en wiskundige fysica is ongeëvenaard.
Wat is de betekenis van haar werk voor de wiskunde en daarbuiten?
Donderdagavond 30 januari 2020 organiseert de Koninklijke Academie
van Wetenschappen (KNAW) een symposium over het werk van Karen
Uhlenbeck. Dat programma ziet er als volgt uit:
|
tijd |
onderdeel |
spreker |
18:30−19:00 uur |
Ontvangst met koffie en thee. |
|
19:00−19:05 uur |
Welkom en inleiding. |
Jan van Neerven, TUDelft. |
19:05−19:30 uur |
Karen Uhlenbecks work, the present and the future of mathematics. |
Antonella Marini, Yeshiva University, New York. |
19:30−19:55 uur |
De Abelprijs voor Karen Uhlenbeck: zeepfilms en ijktheorie. |
Fabian Ziltener, Universiteit Utrecht. |
19:55−20:20 uur |
Variational analysis: the basic principles. |
Rob van der Vorst, Vrije Universiteit. |
20:05−20:45 uur |
Woman mathematicians breaking the glass ceiling and what whistling Vivaldi has to do with it. |
Barbara Gentz, University of Bielefeld. |
20:45−21:00 uur |
Discussie. |
|
vanaf 21:00uur |
Borrel. |
|
Het symposium wordt op 30 januari 2020 gehouden bij de KNAW, Trippenhuis,
Kloveniersburgwal 29, 1011 JV Amsterdam. De zaal is vanaf 19:30 uur open.
Volg
deze link om u voor het symposium aan te melden.
|
Geschiedenis van de wiskunde
"Geen vak verliest meer dan de wiskunde, als men het losmaakt
van zijn geschiedenis". Deze uitspraak van de Engelse wiskundige
Glaisher mag wat overtrokken zijn maar er is zeker een
toenemende belangstelling voor de geschiedenis van de wiskunde, zowel
in het onderwijs als in de media. Ik ben Roel van Assel,
gepensioneerd wiskundeleraar en oud-lector aan de Saxion Hogescholen
en geef lezingen over de geschiedenis van de wiskunde bij u op
school.
Er zijn twee lezingen beschikbaar van ieder ruim een uur.
Mijn eerste lezing gaat over de geschiedenis van de wiskunde van
3000 v.Chr. tot 1000 n.Chr. en mijn tweede lezing gaat over de
geschiedenis van de wiskunde van 1000 n.Chr. tot 1900 n.Chr.
Ik geef mijn lezingen aan de hand van PowerPoint presentaties met
veel mooie en instructieve beelden. Mijn lezingen sluiten uitstekend
aan op de inhoud van de schoolwiskunde in het voortgezet onderwijs.
Voor docenten en leerlingen
Het afgelopen schooljaar heb ik mijn lezingen op tien scholen gegeven,
meestal voor geïnteresseerde leerlingen maar soms ook voor docententeams.
Op één school hebben mijn lezingen zelfs een permanent plekje binnen het
jaarprogramma gekregen.
Ik kom graag naar u toe. U hoeft mij slechts mijn reiskosten te vergoeden.
Mail mij gerust voor nadere informatie.
Roel van Asselt ( r.v.asselt@ziggo.nl)
|
Vacatures in het onderwijs
Het plaatsen van vacaturemeldingen voor docenten wiskunde en rekenen is
gratis voor niet particuliere instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs.
Voor de voorwaarden: zie www.wiskundebrief.nl.
Eerstegraads vacature te Barneveld
|
Advertenties
Bent u goed in het stellen van de juiste vragen?
Voor de vakken vwo wiskunde A en wiskunde C heeft Cito een
constructiegroep die werkt aan de examenvragen. Naast deze groep
zoeken wij vijf extra docenten die hun bijdrage aan de examens willen
geven. Dit kunt u thuis doen, binnen een digitale, beveiligde omgeving.
De taakomvang is zo'n 2 uur per week. Kijk op
de
Cito-website voor meer informatie.
Bent u geïnteresseerd? Stuur dan voor 7 januari 2020 een korte mail met uw
motivatie en cv naar jankees.tanger@cito.nl.
|
Prowiskunde
Maak gratis gebruik van Prowiskunde, de wiskundeleerlijn die
is gemaakt door wiskundedocent Hub Kusters. De lessen zijn
methodeonafhankelijk en de leerlijn is leerdoeldekkend.
Elke lessenserie bestaat uit instructiemateriaal, oefenmateriaal en een
diagnostische toets. De series zijn geschikt voor ieder digibord en
leerlingdevice.
Bekijk
alle lessenseries op MyProwise. Typ daar in de zoekbalk: "Leerlijn
wiskunde". Open ze vanuit vanaf die plek direct in Presenter.
Wilt u meer informatie? Mail dan naar Hub Kusters
( prowiskunde@prowise.com).
|
Online bijscholingen GeoGebra
Tijdens de laagdrempelige webcursus "GeoGebra van A tot Z"
kunnen wiskundedocenten, maar ook hun leerlingen, uitgebreid kennis
maken met de vakdidactische mogelijkheden van de vijf verschillende
apps van GeoGebra.
Onze jarenlange ervaring in het gebruik van GeoGebra hebben we
gebundeld in een uitgebreide syllabus met onmiddellijk bruikbaar
lesmateriaal en bijhorende interactieve applets. Deelnemers kunnen
deze bijscholingen op eigen tempo, individueel of in een team, via
het internet op een tijdstip naar keuze volgen.
Ga voor meer informatie of om u in te schrijven naar het leerplatform
voor wiskunde op www.mathelo.net.
|
Online én vroegtijdig wiskundedeficiënties wegwerken
Voor scholieren die al in het voorjaar willen weten of ze in
september aan hun universitaire studie kunnen beginnen, heeft de UvA
een nieuw aanbod.
Volg de e-Wintercursus wiskunde A of B, een online cursus die gedurende
februari en maart kan worden gevolgd, met afsluitend in april het toelatingsexamen.
Volg
deze link voor meer informatie.
|
In de klas: steekproef met de TI-84 Plus CE-T
Hoeveel scholieren in Nederland gebruiken de TI-84 Plus CE-T in de
klas? Die vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden omdat het veel te
veel werk is om dat aan iedereen te vragen.
Wel is er voor deze vraag een steekproef te programmeren waarna dit
aantal betrouwbaar kan worden geschat. Dat kan met de TI-84 Plus CE-T zelf!
Download hier het programma voor de TI-84.
|
|
|