nummer 844, 5 mei 2019

Dit nummer wordt ge­stuurd naar circa 4800 adres­sen.

De Wiskun­dE-brief is een digita­le nieuws­brief, gericht op wiskun­dedocen­ten in het voortge­zet onder­wijs, met als doel om een snelle onder­linge uitwis­seling van informa­tie en menin­gen moge­lijk te maken. De brief ver­schijnt buiten de school­vakan­ties onge­veer één keer per week. Het abonne­ment is gratis.
Uw bijdra­gen aan de Wiskun­dE-brief zijn welkom op het e-maila­dres van de redac­tie. Op de website van de Wiskun­dE-brief kunt u zich abonne­ren, vindt u alle voor­waarden en adver­tentie­tarie­ven en kunt u oude nummers nalezen.
Artikelen en bijdragen
Verschenen
Vacatures in het onderwijs
Advertenties

 

Ontwikkeling examenprestaties havo/vwo

Vlak voor Pasen, op Witte Donder­dag 18 april 2019, zond minis­ter Slob zijn visie over toet­sing en examine­ring in het voortge­zet onder­wijs naar de Tweede Kamer. Hij voorzag zijn brief van vier bijla­gen. Drie van deze bijla­gen hebben betrek­king op het onder­zoek dat naar aanlei­ding van de motie van Meenen over de ontwik­kelin­gen van examen­resulta­ten werd uitge­voerd. Deze motie werd in maart 2018 door de Tweede Kamer aangeno­men.
De vorige WiskundE-brief ver­scheen op Eerste Paasdag. De termijn was toen net iets te krap om serieu­ze aan­dacht te beste­den aan deze ministe­riële brief. Hieron­der biedt ik u een eerste analyse, waarin ik mij beperk tot de vraag hoe de in de brief en bijla­gen gepre­senteer­de presta­ties bij de eindexa­mens wiskun­de A en wiskun­de B op havo/vwo gewaar­deerd moeten worden.
Onafhan­kelijk onder­zoek
 
De ontwik­keling van de wiskun­de examen­cijfers in Neder­land staat haaks op de resulta­ten van interna­tionale verge­lijken­de onder­zoeken, zoals het in decem­ber 2016 gepubli­ceerde PISA-onder­zoek. In de motie van Meenen van maart 2018 werd daarom om een onafhan­kelijk onder­zoek ge­vraagd naar de reële ontwik­keling van de vaardig­heden van de scholie­ren in de afgelo­pen tien jaar, onder andere voor wiskun­de. Zie ook WiskundE-brief 804. Deze motie resul­teerde in onder andere het onder­zoeks­rapport "Funda­mentele vragen over examens en toet­sing" van de commis­sie Steur en het rapport "Vaardig­heids­ontwik­kelin­gen volgens PISA en examens" van Cito.
In het Citorap­port wordt onder meer inge­gaan op de ontwik­keling van de presta­ties van examen­kandida­ten bij wiskun­de. De periode die bekeken is, beslaat precies tien jaar, van 2008 tot en met 2017. Dat bete­kent dat het rapport nog net het staart­je van de 'oude' tweede fase mee­weegt, toen er nog deelvak­ken wiskun­de A1 en B1 naast de volledi­ge vakken A12 en B12 beston­den.
Virtue­le examen­cijfers
Cito en CvTE probe­ren al jaren systema­tisch zicht te krijgen op het ver­schil in moei­lijk­heids­graad van de opeen­volgen­de eindexa­mens. Op die manier pro­beert men ook een beeld te krijgen van de ontwik­keling van de 'vaardig­heid' van de diverse lichtin­gen eindexa­menkan­didaten. Voor wiskun­de spelen de zoge­naamde pretes­ten hierbij een belang­rijke rol. Bij pretes­ten worden onge­veer twee jaar voor het eigen­lijke examen aan geselec­teerde groepen leerlin­gen drie soorten opgaven voorge­legd:
  • Opgaven uit het zoge­naamde "referen­tie-examen". Zie WiskundE-brief 775 voor details.
  • Opgaven uit het nog af te nemen examen.
  • Ankerop­gaven die ter verge­lijking door de jaren heen worden ge­bruikt.
De resulta­ten van de pretes­ten worden onder andere ge­bruikt bij het bepalen van de N-term. Uniek in het rapport van Cito is dat, voor zover moge­lijk is, voor elk examen­jaar met behulp van deze pretes­ten nu ook expli­ciet is geschat welk cijfer de betref­fende groep eindexa­menkan­didaten gemid­deld zou hebben behaald op het examen van het referen­tiejaar 2011. De betrouw­baar­heid van deze 'virtue­le examen­cijfers' in het Citorap­port is afhanke­lijk van vak en methode. Bij wiskun­de heeft het 95%-betrouw­baar­heidsin­terval vaak een breedte van onge­veer 0,3. Een schat­ting van 6,45 komt dan overeen met het betrouw­baar­heidsin­terval van [6,3 ;  6,6].
Specta­culair betere leerlin­gen
De virtue­le examen­cijfers uit het Citorap­port leveren voor de belang­rijkste wiskun­devak­ken op havo/vwo het volgen­de beeld op:
De figuur spreekt duide­lijke taal. Examen­kandida­ten vwo uit 2017 zijn volgens de cijfers van Cito veel 'vaardi­ger' dan examen­kandida­ten uit 2010, de eerste lich­ting die volgens het vorige examen­program­ma werd opge­leid. Zij scoren op het virtue­le examen onge­veer een punt meer. Ieder­een die erva­ring heeft met proef­werken en examens weet dat dit ver­schil specta­culair kan worden genoemd. Uitgaan­de van een stan­daardaf­wijking van 1,2 tot 1,5 cijfer­punt komt de effect­grootte in de buurt van 0,7 en dat is aanzien­lijk.
De virtue­le examen­cijfers zijn overi­gens verre van volle­dig. Bij vwo wiskun­de B ontbre­ken cijfers voor de crucia­le periode van 2012 tot en met 2014. De overlap tussen de echte examens en de pretes­ten was in deze periode volgens het rapport te laag. Bij havo wiskun­de B ontbre­ken de virtue­le examen­cijfers volle­dig. In plaats daarvan heb ik voor havo wiskun­de B de werke­lijk examen­gemid­delden tot en met 2016 in de figuur uitge­zet. Ik koos voor 2016 als laatste jaar omdat in 2017 op het havo de eerste eindexa­mens volgens het nieuwe program­ma werden afgeno­men. Op het vwo was dat een jaar later.
Verras­send voor mij was dat terwijl de ontwik­keling van examen­cijfers bij wiskun­de A op havo duide­lijk afwijkt van de andere wiskun­devak­ken ook hier de leerlin­gen volgens de Citocij­fers in de loop van de jaren aanzien­lijk beter zijn gewor­den. Het beeld is duide­lijk. Er worden door het voortge­zet onder­wijs op het gebied van de wiskun­de steeds betere leerlin­gen afgele­verd.
Voldoen­de bewijs?
Als u in de voor­gaande alinea's enige scepsis heeft ge­proefd, dan klopt dat. Ik zal die scepsis hieron­der wat nader toelich­ten.
 
De impli­ciete claim van het Citorap­port is fors: de examen­kandida­ten zijn in de periode van 2010 tot 2016/2017 aanzien­lijk beter gewor­den in wiskun­de. Een gouden regel bij weten­schappe­lijk onder­zoek is dat hoe sterker de claim is, des te sterker het bewijs­materi­aal moet zijn. En het is maar de vraag of het bewijs­materi­aal van Cito, dat met name is geba­seerd op de pretes­ten, wel stevig genoeg is.
Het Citorap­port gaat wel in op beper­kingen van de gebruik­te metho­den om de presta­ties van eindexa­menkan­didaten met elkaar te verge­lijken en noemt ook wat verbe­termoge­lijkhe­den maar valt de methode niet af. Ik kan dat wel begrij­pen. Wat ik niet begrijp, is dat de commis­sie Steur, die de op­dracht kreeg om de reële ontwik­keling van de vaardig­heden van de scholie­ren in de afgelo­pen tien jaar te onder­zoeken, het bewijs­materi­aal van Cito niet echt nader heeft geëvalu­eerd. Er wordt vol­staan met de opmer­king dat de gekozen metho­diek "binnen de budget­taire grenzen ade­quaat lijkt". Het kriti­sche onder­zoek van de hoogle­raren Hoij­tink en Sijtsma uit 2009 (zie WiskundE-brief 560) wordt wel in een voet­noot genoemd maar vormde blijk­baar geen inspira­tie om zelf onafhan­kelijk onder­zoek te doen.
Verkla­ringen kunnen de geloof­waardig­heid van gebeur­tenis­sen of ontwik­kelin­gen uiter­aard bevorde­ren. Als belang­rijke verkla­ring van de stij­ging van de vaardig­heid van de examen­kandida­ten noemt het Citorap­port de manier waarop door scholen en leerlin­gen op de in 2013 inge­voerde kernvak­kenrege­ling is geanti­cipeerd. In het Citorap­port wordt ook aanneme­lijk gemaakt dat deze maatre­gel echt van invloed is geweest. Wat echter onver­klaard blijft, is de aanzien­lijke stij­ging na 2013/2014.
School­examens
Over de kwali­teit van school­examens is van alles te zeggen. Toch lijkt me de lande­lijke ontwik­keling van de school­examen­cijfers over de jaren niet zonder belang. Ik ben het dus niet eens met de commis­sie Steur, die zegt "door de ver­schil­lende invul­ling die scholen aan school­examens geven" weinig met die school­examens te kunnen aanvan­gen.
Ik denk dat door uitmid­deling van aller­lei effec­ten, of wat positie­ver uitge­drukt door 'the wisdom of the crowd', de ontwik­keling van de school­examen­cijfers wél de moeite van het bekij­ken waard is:
Opmerke­lijk is hoe de curves in de figuur op elkaar lijken. Er is, vooral in de periode 2012/2014, sprake van een duide­lijk waar­neemba­re stij­ging waarna een afvlak­king volgt. Het ver­schil met de eerste figuur is overdui­delijk. Als de examen­kandida­ten werke­lijk zoveel beter zijn gewor­den, waarom is die stij­ging dan niet in de school­examen­cijfers terug te vinden? Grote ver­schil­len in curricu­lum zijn er niet en bij wiskun­de B is er op dat gebied zelfs sprake van een 100% overlap. Daarbij fun­geert het school­examen, zo luiden de berich­ten, de laatste jaren vooral als voorbe­reiding op het eindexa­men.
Vervolg­onder­wijs
Is het zo dat er bij het vervolg­onder­wijs alleen maar wordt ge­klaagd? Zo niet, dan zou je verwach­ten dat het sterk geste­gen niveau bij wiskun­de ook in het vervolg­onder­wijs niet onopge­merkt zou zijn geble­ven. Ik heb het vervolg­onder­wijs hier­over echter nooit gehoord. Opge­merkte niveau­verbete­ringen worden hoog­stens toege­schre­ven aan entree­toetsen en aan bijspij­kercur­sussen die door de oplei­dingen zelf worden ver­zorgd.
In dit artikel heb ik me beperkt tot wiskun­de A en B op havo/vwo. Binnen­kort zal ik ook aan­dacht beste­den aan het vmbo. Ook op de ontwik­keling van de PISA-scores hoop ik binnen niet al te lange tijd terug te komen.
Gerard Kool­stra

 

Een grotere rol voor het schoolexamen?

 
De roep om het school­examen weer een zelf­standi­ger rol te laten spelen, lijkt toe te nemen. Vooral bij vakken waar de overlap tussen eindexa­menstof en school­examen­stof groot is, zoals bij wiskun­de, staat het school­examen de laatste jaren vooral in het teken van de voorbe­reiding op het eindexa­men. De laatste maanden zijn er steeds meer kriti­sche gelui­den te horen over de onderge­schikte positie van het school­examen.
In een brief aan de Tweede Kamer van 18 april 2019 haalt minis­ter Slob met instem­ming diverse publica­ties aan waarin zorg wordt uitge­sproken over de sterk toegeno­men focus op het eindexa­men waar­door het school­examen steeds sterker in het teken van het eindexa­men staat. Dit mede onder invloed van rege­rings­maatre­gelen als de kernvak­kenrege­ling. Zie ook WiskundE-brief 831. In de ministe­riële brief wordt hierte­gen stel­ling genomen, uiter­aard in wat ambte­lijke bewoor­dingen:
"Omdat het CE en het SE gezamen­lijk het civiel effect dienen te sorte­ren is het van belang dat binnen het eindexa­men de ver­schil­lende doelen van de twee onderde­len met elkaar in balans zijn. Waar het CE zorgt voor een lande­lijke bench­mark en leraar-onafhan­kelijke toet­sing, hebben scholen binnen het SE ruimte om op basis van de school­eigen visie de afslui­ting van het curricu­lum naar eigen inzicht vorm te geven."
De verant­woorde­lijk­heid voor de invul­ling van het school­examen ligt dus uitdruk­kelijk bij de scholen zelf. Doch mede naar aanlei­ding van de proble­men bij vmbo-Maas­tricht is tege­lijk de kwali­teits­contro­le een belang­rijk agenda­punt gewor­den. De inspec­tie zal daarom "op den duur" meer op de kwali­teit van de school­examens gaan letten en wat minder aan­dacht gaan beste­den aan de eindexa­menre­sulta­ten.
VO-raad
De VO-raad heeft in een publica­tie van 25 april 2019 gepro­beerd om de roep om verster­king van het school­examen te concre­tiseren in negen actie­punten. Enkele daarvan zijn:
  • Vanaf 2021/2022 moet het afslui­tend karak­ter van het school­examen duide­lijk zijn. Een tame­lijk losse verzame­ling toetsen, huis­werkop­drach­ten en derge­lijke is dan echt taboe.
  • Elke school moet uiter­lijk in augus­tus 2020 een examen­commis­sie benoe­men. Hier­voor heeft de VO-raad ook een raam­werk ontwik­keld.
  • Alle scholen moeten vanaf 2020/2021 voldoen­de experti­se op het gebied van examine­ring in huis hebben. Die experti­se mag niet alleen bij de school­leiding of de examen­secreta­ris aanwe­zig zijn maar moet ook bij docen­ten aanwe­zig zijn.
  • Er wordt over­legd met het ministe­rie om de positie van het school­examen in de slaag-zak rege­ling te verster­ken.
gk

 

Meld u aan voor de centrale examenbespreking

Ook dit jaar is er weer een centra­le examen­bespre­king. Wanneer u hieraan wilt deelne­men, dan kunt u zich via deze link aanmel­den. Maar let op. Het aantal plaat­sen is beperkt. U hoort zo snel moge­lijk na uw aanmel­ding of u deel kunt nemen.
De plan­ning voor de bespre­kingen is als volgt:
vak datum tijd
vmbo-GL en TL zater­dag 18 mei 2019 12:00−14:00 uur
havo A zater­dag 11 mei 2019 12:00−14:00 uur
havo B zater­dag 11 mei 2019 14:00−16:00 uur
VWO C woens­dag 22 mei 2019 12:00−14:00 uur
VWO A woens­dag 22 mei 2019 14:00−16:00 uur
VWO B woens­dag 22 mei 2019 16:00−18:00 uur
Van u als deel­nemer wordt ver­wacht dat u ...
Alle bespre­kingen vinden in Utrecht plaats, op loopaf­stand van het station. Geef u via deze link op voor de centra­le examen­bespre­king.

 

NVvW: Ledenbijeenkomst over curriculum.nu

Het ontwik­kelteam Rekenen & Wiskun­de van curricu­lum.nu heeft het afgelo­pen jaar diverse tussen­produc­ten opgele­verd. Op die tussen­produc­ten werden veel reac­ties ontvan­gen. De visie van het ontwik­kelteam is onder­tussen aange­past en de grote opdrach­ten waar het vak wiskun­de voor staat, zijn nu beschre­ven. Wat rest zijn de bouwste­nen.
Op 7 mei 2019 zal naar verwach­ting een nieuw tussen­product ver­schij­nen waarin de bouwste­nen zijn beschre­ven en waarin hope­lijk ook de samen­hang met andere vakken duide­lijk zal worden. Het bestuur van de Neder­landse Vereni­ging van Wiskun­delera­ren (NVvW) vraagt leden om mee te denken over de reactie van de NVvW op dit nieuwe tussen­product. Hiertoe wordt op woens­dag 15 mei 2019 van 18:00 tot 20:00 uur in Utrecht, op loopaf­stand van het station, een bijeen­komst georga­niseerd.
Leden van de NVvW kunnen zich via deze link voor die bijeen­komst opgeven.

 

Is het nieuwe examenprogramma wiskunde B vwo te doen?

 
Eind vorige maand heeft SLO het eindver­slag gepubli­ceerd van de monito­ring van de invoe­ring van het nieuwe examen­program­ma wiskun­de B op het vwo. Het rapport is geba­seerd op een aantal inter­views en op een enquête onder docen­ten en leerlin­gen.
Uit het verslag blijkt dat het nieuwe program­ma wiskun­de B vwo rede­lijk posi­tief is ontvan­gen maar dat het program­ma wel veel van de docent vraagt. Een meerder­heid van 60% van de docen­ten vindt in het nieuwe program­ma meer plezier dan in het het oude program­ma. Onge­veer 70% van de docen­ten geeft aan dat het nieuwe program­ma meer lesvoor­berei­ding vergt. Ruim 80% van de docen­ten heeft vrije tijd besteed aan de invoe­ring van het nieuwe program­ma.
Opval­lend is dat 90% van de docen­ten aan­geeft dat het nieuwe program­ma goed te doen is terwijl onge­veer 60% van de docen­ten meent dat het program­ma overla­den is. Alle docen­ten vonden zich­zelf voldoen­de toege­rust om het nieuwe vak te geven. 80% van de docen­ten gaf aan, geen nascho­ling nodig te hebben.
Ook leerlin­gen posi­tief
Onge­veer drie­kwart van de leerlin­gen geeft aan dat wiskun­de B moei­lijk is. Toch vindt 60% van de leerlin­gen dat het vak goed te doen is in de tijd die er voor staat.
De vragen­lijsten zijn inge­vuld door 64 docen­ten en 251 leerlin­gen van 10 scholen. Er werden 4 docen­ten en 13 leerlin­gen monde­ling geïnter­viewd.

 

Wiskunde op mbo en hbo

Geeft u wiskun­de op het mbo of het hbo en vraagt u zich weleens af welke ontwik­kelin­gen er rond wiskun­de op andere mbo's en hbo's plaats­vinden? Een werk­groep van de Neder­landse Vereni­ging van Wiskun­delera­ren (NVvW) wil zich de komende tijd in dit onder­werp verdie­pen.
Om beter zicht te krijgen op het wiskun­deonder­wijs op mbo en hbo zijn wij bij wijze van eerste stap op zoek naar informa­tie over de samen­stel­ling van de wiskun­deteams binnen het mbo en het hbo. In de hierop­volgen­de stappen willen we zaken als de positie van wiskun­de binnen de oplei­ding en de gebruik­te didac­tieken in kaart brengen.
U kunt ons in ons werk helpen door vóór 15 juni 2019 deze vragen­lijst in te vullen.
Bij voor­baat dank voor uw medewer­king.
Christi­aan Boudri
voorzit­ter werk­groep mbo-hbo wiskun­de

 

'Wiskunde in Teams' timmert aan de weg

 
Veel docen­ten zijn bekend met de Wiskun­de A-lympia­de, de Wiskun­de B-dag en de Onder­bouwWis­kunde­Dag. Vanaf januari 2019 staan deze evene­menten, die worden georga­niseerd door het Freuden­thal Insti­tuut, bekend onder de noemer 'Wiskun­de in Teams'.
Een enquête onder ruim 100 docen­ten, gehou­den in mei 2018, leidde tot een nieuwe website, tot andere inlever­data, tot betere informa­tie over de voorbe­reiding en organi­satie en tot een heuse promo­tievide­o om docen­ten, ouders en leerlin­gen beter te kunnen informe­ren.
De evene­menten van 'Wiskun­de in Teams' zijn erg leuk en dagen leerlin­gen uit creati­viteit, samen­werking en zelf­standig­heid bij het oplos­sen van wiskun­dige proble­men. Wilt u meer over deze evene­menten weten, Kijk dan op onze nieuwe website en doe mee.
Amy Mol
Freuden­thal Insti­tute for Science and Mathema­tics Educati­on

 

Driemaal zilver voor Nederland bij Benelux Wiskunde Olympiade

 
 De zilve­ren medail­les
Bij de Benelux Wiskun­de Olympia­de, die van 26 tot 28 april 2019 in Valkens­waard werd gehou­den, heeft het Neder­landse team drie zilve­ren en vier bronzen medail­les in de wacht ge­sleept. Voor het eerst in het elfja­rig bestaan van deze drielan­den­strijd voor wiskun­detalen­ten kwam België als beste uit de bus.
De Benelux Wiskun­de Olympia­de wordt sinds 2009 jaar­lijks georga­niseerd voor middel­bare scholie­ren uit België, Luxem­burg en Neder­land. De teams bestaan uit tien leerlin­gen en de wed­strijd bestaat uit vier uitda­gende wiskun­deopga­ven waar de deelne­mers per stuk vier en een half uur de tijd voor krijgen. Voor elke opgave zijn zeven punten te verdie­nen. Eén deel­nemer uit België, Tijs Buggen­hout, loste alle opgaven fout­loos op en behaal­de hiermee de maxima­le score van 28 punten.
Voor de beste vijf­tien deelne­mers was er een medail­le: goud voor leerlin­gen met tenmin­ste 24 punten, zilver voor scores tussen 17 en 24 punten en brons voor scores tussen 9 en 17 punten. Voor de zestien­jarige Charlie Tang uit Eindho­ven, die net geen medail­le behaal­de maar wel één van de vier opgaven fout­loos oploste, was er een eervol­le vermel­ding.
Resulta­ten
medail­le punten deel­nemer klas school
Zilver 22 Richard Wols vwo 6 CSG Dingste­de Meppel
Zilver 20 Tim Vogels vwo 6 RSG Panta­rijn Wagenin­gen
Zilver 20 Szabi Buzoga­ny vwo 6 Corderi­us College Amers­foort
Brons 16 Jona­than Zandee vwo 6 Wart­burg College Rotter­dam, locatie Revius
Brons 12 Liam van den Berg vwo 5 Esdal College Emmen
Brons 11 Tjeerd Morsch vwo 5 Corderi­us College Amers­foort
Brons 10 Jelle Bloemen­daal vwo 3 Corlaer­college Nijkerk
Eervol­le
vermel­ding
8 Charlie Tang vwo 5 Frits Philips lyceum-mavo Eindho­ven
- 7 Rafaël Houkes vwo 5 Stede­lijk Gymnasi­um Leiden, locatie Socra­tes
- 4 Kati Overbee­ke vwo 5 Stede­lijk College Eindho­ven
Het Neder­landse team haalde in totaal 130 punten. Dat was ruim meer dan het team uit Luxem­burg, dat in totaal slechts 32 punten behaal­de. België, dat drie gouden medail­les in de wacht sleepte, scoorde 153 punten en was daarmee net wat beter dan Neder­land.
Het Neder­landse team werd bege­leid door Quin­tijn Puite (Alber­dingk Thijm College Hilver­sum en TU Eindho­ven), Dirk van Bree (Radboud Univer­siteit Nijme­gen) en Jetze Zoet­hout (Univer­siteit Utrecht).

Versche­nen

In deze rubriek beste­den we aan­dacht aan nieuwe publica­ties en softwa­re op het gebied van wiskun­de en wiskun­deonder­wijs. Uw inzen­dingen zijn welkom maar de redac­tie beslist uitein­delijk of en hoe een bijdra­ge ge­plaatst wordt.


 

Vectorrekening en matrixrekening

 
Auteur: Anne Kalde­waij
Uitgeve­rij: Syntax Media
Aantal pagina's: 255
ISBN: 978 94 91764 31 8
Prijs: € 29,-
Begin mei 2019 zal het vierde deel van de wiskun­deserie "Wiskun­de voor bache­lor en master" ver­schij­nen. In dit vierde deel komen de vector­reke­ning en de matrix­reke­ning met hun toepas­singen in ver­schil­lende disci­plines aan bod. De eerste vijf hoofd­stukken bevat­ten de basis­kennis die nodig is om effec­tief met vecto­ren en matri­ces te kunnen rekenen. In de laatste twee hoofd­stukken wordt deze kennis toege­past op ver­schil­lende gebie­den.
Net als in de vooraf­gaande delen van de reeks is er in dit boek een uitge­breide collec­tie opgaven beschik­baar waaruit de docent een gerich­te keuze kan maken. Door de heldere uitleg en de vele voor­beelden kan het boek ook zelf­standig worden bestu­deerd. De antwoor­den van de opgaven staan achter in het boek. Bij het boek is ook een apart boek ver­krijg­baar waarin didac­tisch verant­woorde uitwer­kingen van alle opdrach­ten te vinden zijn.

Vacatu­res in het onder­wijs

Het plaat­sen van vacatu­remel­dingen voor docen­ten wiskun­de en rekenen is gratis voor niet particu­liere instel­lingen voor middel­baar en hoger onder­wijs. Voor de voor­waarden: zie www.wiskun­debrief.nl.


 

Eerste- en tweedegraads vacatures te Amstelveen

Het Hermann Wesse­link College in Amstel­veen is op zoek naar een enthou­siaste eerste­graads docent wiskun­de (0,8 tot 1,0 fte) die ons boven­bouw­team komt verster­ken. Voor de tweeta­lige havo- en vwo-afdelin­gen zoeken we een tweede­graads docent wiskun­de (0,6 fte) die zijn/haar lessen graag in het Engels wil geven.
Meer informa­tie vindt u op www.hermann­wesse­linkcol­lege.nl en op www.meester­baan.nl
 

Adver­tenties

Voor voor­waarden en tarie­ven: zie www.wiskun­debrief.nl.


 

Haalt u echt alles uit Getal & Ruimte?

Dit voor­jaar delen wij, auteurs en uitge­vers van Getal & Ruimte, graag gebrui­kerser­varin­gen en best prac­tice voor­beelden met u delen. Ook krijgt u een kijkje in vernieu­wingen van de 12e editie Tweede Fase.
Wilt u ook alles uit uw methode halen? Meld u dan gratis en gemakke­lijk aan voor de gebrui­kersbij­eenkom­sten.
 

 

Workshop T3: Onderzoekend leren in het bètaonderwijs

Ontdek hoe uw leerlin­gen op een interac­tieve manier wiskun­dige en natuur­kundige proces­sen kunnen onder­zoeken en begrij­pen. Ludovic Wal­laart en Frank van den Berg van het docen­tennet­werk T3 Neder­land laten in deze compac­te work­shop zien hoe u crea­tief de techno­logie van Texas Instru­ments toepast.
Iedere deel­nemer krijgt een TI-Nspire™ CX II-T (CAS) hand­held mee naar huis. Na deze work­shop brengt u de exacte vakken dus nog meer tot leven in uw klas.
Bekijk hier de work­shop.

 

Docent wiskunde (0,25 fte) bij HAN Masterprogramma's

Wordt u onze collega? Samen met het Team Master­Leraar Wiskun­de brengen we studen­ten naar het master­niveau. U ontwik­kelt, ver­zorgt en toetst onder­wijs en bege­leidt toekom­stig eerste­graads docen­ten.
Wilt u bijdra­gen aan het wiskun­deonder­wijs van de toe­komst? Sollici­teer dan op deze afwisse­lende functie met goede arbeids­voor­waarden in een dynami­sche en informe­le werkom­geving.
 

 

Dat kan beter!

Wanneer de grafi­sche rekenma­chine wordt ge­bruikt om wiskun­de te ontdek­ken dan moet die machine natuur­lijk wel krach­tig en intuï­tief genoeg zijn voor uw leerlin­gen.
Probeer er met uw rekenma­chine eens achter te komen hoe de grafiek van
 
uit de grafiek van
 
ont­staat
en klik daarna op deze link om te zien hoe dit werkt op een rekenma­chine die wél uitno­digt tot geleid heront­dekken.
Meer informa­tie? Mail naar info@hp-prime.nl.
 

 
redactie:Gerard Koolstra, Tineke van den Berg en Ton Groeneveld
e-mail:redactie@wiskundebrief.nl
website:www.wiskundebrief.nl