nummer 777, 28 mei 2017
Dit nummer wordt gestuurd naar ca. 4600 adressen.
|
De WiskundE-brief is een digitale nieuwsbrief, gericht op wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs,
met als doel om een snelle onderlinge uitwisseling van informatie en
meningen mogelijk te maken. De brief verschijnt buiten de schoolvakanties ongeveer
één keer per week. Het abonnement is gratis.
Uw bijdragen aan de WiskundE-brief zijn welkom op het e-mailadres
van de redactie. Op de website van de WiskundE-brief
kunt u zich abonneren, vindt u alle voorwaarden en advertentietarieven en kunt u oude nummers nalezen.
|
Artikelen en bijdragen | | |
Vacatures in het onderwijs | | |
Advertenties | | |
Balen over bewijsopdracht
Van het Centraal Examen havo wiskunde-B was van tevoren bekend
dat er met één van de 18 vragen ruim 10% van het totaal aantal punten
kon worden gescoord. Na het examen was er bij veel docenten sprake
van enige verbijstering over deze opgave. Er werd namelijk gevraagd
om iets te bewijzen.
Het werkwoord 'bewijzen' behoort weliswaar tot de examenwerkwoorden
waarvan de betekenis in de syllabus nauwkeurig is omschreven maar
het ontbrak altijd in de pilotexamens. En in de lesmethoden is de
opdracht 'bewijs' ook nauwelijks te vinden.
Bij opgave 6 werd aan de kandidaten gevraagd om te bewijzen dat het
snijpunt van twee grafieken een top is van de eerstgenoemde grafiek.
De omschrijving van het werkwoord bewijzen is ondanks een
taalkundige misser vrij helder: Een redenering en/of exacte
berekening waaruit de juistheid van het gestelde blijkt. In
dit geval ligt een berekening voor de hand en die moet uiteraard
exact zijn. Omdat het signaalwoord 'exact' echter ontbrak, dachten veel
leerlingen dat zij deze opgave mochten aanpakken met behulp van de grafische
rekenmachine. Dat resulteerde niet zelden in een score van 0 punten
of hoogstens 2 punten als de afgeleide tenminste nog goed was bepaald.
Bittere pil
Voor veel examinatoren was het een bittere pil. In reacties op de opgave
wordt door sommigen de hand in eigen boezem gestoken: "Ik had mijn
leerlingen beter moeten voorbereiden". Er wordt echter ook gewezen in
de richting van de examenmakers. Met een andere formulering, waarin
bijvoorbeeld het signaalwoord 'exact' zou zijn gebruikt, was veel
ellende te voorkomen geweest.
Maar de belangrijkste vraag is misschien wel of een pilotexamen,
waarbij er wat meer mogelijkheden zijn om problemen te corrigeren, niet
een betere plek zou zijn geweest om op havo een dergelijke bewijsopgave
voor het eerst uit te testen.
gk
|
De havo-examens wiskunde van 2017
In dit schooljaar worden voor de eerste keer de nieuwe programma's
voor havo A en B getoetst in het Centraal Examen. De nieuwe programma's
vertonen nogal wat verschillen ten opzichte van de oude programma's
en dat was aan de examens goed te merken. Reden genoeg om deze examens
eens wat nader te beschouwen.
Het belangrijkste verschil voor havo wiskunde A is dat de kansrekening
plaats heeft gemaakt voor de statistiek. Voor wiskunde B betreft de
verandering vooral de meetkunde. De ruimtemeetkunde is vervangen door
de meetkunde van het platte vlak. Ik ga hieronder op beide examens
wat nader in.
Havo wiskunde B
Het belangrijkste verschil in het curriculum zit in het domein meetkunde.
In het oude programma ging het vooral om de ruimtemeetkunde. Opgaven
betroffen vaak het berekenen van oppervlakte en inhoud van ruimtelijke
figuren als balk, piramide, cilinder, bol of kegel. In het nieuwe
programma draait het om berekeningen in het platte vlak, zoals het
berekenen van afstanden met de sinus- of cosinusregel.
In de onderstaande tabel heb ik een inschatting gemaakt van de verdeling
van de examenvragen over de verschillende domeinen. Ik heb 2016 en 2017
naast elkaar gezet.
|
2016 |
2017 |
vaardigheden |
36% |
28% |
Functies, grafieken en vergelijkingen |
17% |
24% |
Meetkunde |
35% |
25% |
Toegepaste analyse |
12% |
23% |
Aantal punten |
77 |
79 |
Aantal vragen |
20 |
18 |
Opvallend is dat het accent in het examen van 2017 duidelijk is verschoven
van de meetkunde naar de toegepaste analyse.
Verder vielen mij in het examen havo wiskunde B nog de volgende zaken op:
- Opgave 6 telde erg zwaar mee. 10% van het totaal aantal te behalen punten zat
in deze vraag. Het was daarbij een erg ongebruikelijke vraag; "Bewijs dat" kom
je in de methodes nauwelijks tegen. Ik verwacht dat die vraag voor het verlies
van veel punten zal gaan zorgen.
- Bij opgave 10 was de context wel erg verwarrend. Voor het begrip afstand wordt
altijd de kortste weg genomen. In deze situatie zou de werkelijk geworpen afstand
de langste weg zijn en het lijkt me zeer onwaarschijnlijk dat de scheidsrechter kan
zien op welke plaats van de afwerpboog de speer is losgelaten.
- Bij opgave 12 werd de kandidaten gevraagd om exact de afstand te berekenen
van een lijn tot de oorsprong. Bij deze opgave hebben leerlingen die van
hun wiskundedocent de formule voor de afstand tussen lijn en een punt hebben
gekregen, veel voordeel. Zie ook WiskundE-brief 760.
- Bij opgave 13 moest een goniometrische vergelijking worden opgelost. Die
vergelijking was een stuk lastiger dan de goniometrische vergelijkingen van
de afgelopen jaren.
Alles bij elkaar vond ik dit examen 'nieuwe stijl' erg afwijkend, misschien wel
te afwijkend, van de examens van voorgaande jaren.
Havo wiskunde A
Verreweg het belangrijkste verschil voor havo wiskunde A is het ontbreken
van de kansrekening, die is vervangen door de statistiek. Het interpreteren
van data en het doen van statistische uitspraken heeft in het nieuwe examen
een duidelijke plaats gekregen.
Eerst weer even mijn inschatting van de verdeling van het examen over de
diverse domeinen. Een vergelijking met 2016 heb ik in de onderstaande tabel
niet gemaakt omdat dat niet goed mogelijk is.
domein |
|
Vaardigheden |
9% |
Algebra en tellen |
45% |
Verbanden |
16% |
Statistiek |
30% |
Totaal aantal punten |
80 |
Totaal aantal vragen |
22 |
Algebraïsche marteling
In de examens 'oude stijl' was het domein 'Kansrekenen' het historisch meest
vertegenwoordigde domein. Het was een domein waarin algebraïsch wat zwakkere
kandidaten nog een vlucht konden vinden. De opdrachten bevatten herkenbare
onderwerpen die gemakkelijk met de grafische rekenmachine waren op te lossen.
In het nieuwe examen is die vluchtweg afgesneden. Het domein 'Algebra en tellen'
is in dit examen nu heel ruim vertegenwoordigd. Daar komt nog bij dat de
genoemde 45% helemaal voor rekening van de algebra komt; het onderdeel
'tellen' behoort niet tot de examenstof voor het Centraal Examen.
Dit examen moet een marteling zijn geweest voor de vele kandidaten die
algebraïsch niet zo sterk in hun schoenen staan.
Groningen
Qua moeilijkheidsgraad vormde opgave 22 de kroon op het werk van de examenmakers.
Het is een opgave die maar liefst 7 punten kon opleveren. De kandidaat moet voor de
beantwoording gegevens uit een staafdiagram combineren met een lijndiagram met
twee verschillende verticale assen. En of dat nog niet genoeg is, moet er ook
nog een tabel worden geraadpleegd.
Het correctievoorschrift vermeldt: " De provincie met de meeste bioscopen per
inwoner is de provincie waar het aantal inwoners per bioscoop het laagst is".
Voor die constatering verdient de kandidaat het eerste punt. Wel, kijk dat maar
eens na en haal dat als examinator maar eens uit de uitwerking van de kandidaat!
De provincie "Groningen" is het goede antwoord op de laatste vraag. Maar voor
de elf andere provincies kunnen er door de kandidaat ook nog 5 punten worden
verdiend. Ik voorspel bij deze vraag enorm veel narekenwerk voor de examinator
en de tweede corrector en verhitte discussies tussen die twee. Er is door de
examenmakers duidelijk niet gelet op de 'nakijkbaarheid' van dit examen.
Lang...
Ik vind het havo wiskunde A examen een lastig examen. Het bevat heel veel
context en weinig herkenbare zaken. En man, wat is het lang...
Ik moet toegeven dat ik dit jaar voor het nieuwe programma geen klas naar
dit eindexamen heb begeleid. Maar het lijkt me sterk dat deze groep leerlingen
plotseling beter is gaan lezen, sneller is gaan werken en veel gemakkelijker
de juiste conclusies kan trekken.
Tineke van den Berg
|
Van cito-score naar rekentoets
Afgelopen woensdag was er, helemaal aan het eind van de examenperiode,
speciaal voor het vwo nog een mogelijkheid om het rekentoetscijfer
op te krikken. Dat was belangrijk want dit jaar telt de rekentoets
op het vwo als volwaardig kernvak mee. Heb je als eindexamenkandidaat
naast een vijf voor rekenen ook een vijf voor een van de vakken
wiskunde, Nederlands of Engels, dan ben je dus gezakt.
De onderwijsinspectie besteedde vorige maand bij de presentatie van
" de staat van het onderwijs" veel aandacht aan de (te) grote
verschillen die er op dit moment tussen scholen bestaan. Tijdens
discussies over de resultaten van de rekentoets wordt er met name
vanuit de politiek erg vaak met de vinger gewezen naar de scholen.
Sommige scholen doen het veel beter dan andere scholen. Die slechte
scholen, zo vindt men, kunnen veel leren van scholen die het wél
goed doen en zouden zich veel meer moeten inspannen.
Profielkeuze
In WiskundE-brief 764 keek ik al eens naar verschillen tussen scholen wat betreft
de rekentoetsresultaten. Toen kwam naar voren dat de verdeling van
de examenleerlingen over de diverse profielen, de zogenaamde "profilering"
van de school, een grote rol speelt. Op vwo-scholen met veel leerlingen
in het profiel Cultuur & Maatschappij wordt er voor rekenen
duidelijk slechter gescoord dan op scholen met weinig CM-leerlingen.
In het achtergrondmateriaal dat de inspectie vorige maand publiceerde,
kwam nog een tweede factor in beeld, te weten de gemiddelde
citoscore van eindexamenkandidaten. Het gaat daarbij om de
Citoscores zoals die aan het eind van de basisschool zijn behaald.
De inspectie publiceerde alleen grafieken maar was zo vriendelijk om
op mijn verzoek ook de achterliggende cijfers te verstrekken.
Op basis van deze cijfers kon ik nagaan in hoeverre de rekentoetscijfers
per 'eenheid' (meestal een school of een afdeling van een school)
samenhangen met de gemiddelde eindcijfers voor andere kernvakken. Ook
kon ik nagaan in hoeverre de rekentoetscijfers samenhangen met de
gemiddelde scores van de kandidaten op de Cito eindtoets voor
het basisonderwijs.
Citoscore
Ik beperk mij hier even tot het vwo omdat de rekentoetscijfers daar
dit jaar voor het eerst zo belangrijk zijn. Ook beperk ik me tot de
meeste recente gegevens, te weten die van 2016. Verder laat ik de
data van 'eenheden' met minder dan 10 kandidaten weg.
Over het algemeen zijn de correlaties zwak. De twee sterkste
correlaties zijn die tussen de Citoscore en het eindcijfer Engels
en die tussen Citoscore en de rekentoets. Voor die laatste correlatie
is de correlatiecoëfficient gelijk aan ongeveer 0,47
(r2 ≈ 0,22).
Een dergelijke correlatie wordt in het algemeen als 'zwak', bijna
'matig' bestempeld maar is aanzienlijk sterker dan bijvoorbeeld
de correlatie tussen de rekentoets en het eindcijfer wiskunde A .
Het is misschien goed om te benadrukken dat we we hier niet kijken
naar de gegevens van individuele leerlingen maar naar gemiddelden per
school. Daar is in statistische zin nog veel meer over op te merken
maar dat zou in het kader van deze bijdrage te ver voeren.
Kansen en risico's
Het is van belang niet alleen naar correlatiecoëfficiënten te kijken, maar ook correlaties in beeld te brengen. De correlatie tussen de Citoscore en de resultaten van de rekentoets
van de scholen komt tot uiting in de puntenwolk hiernaast.
Te zien is dat de scholen die laag presteren voor de rekentoets bijna
allemaal examenkandidaten hebben met gemiddeld een in verhouding lage
Citoscore.
Vaak wordt een score van 545 als grens voor een vwo-advies gehanteerd.
Als je een examenpopulatie hebt met een gemiddelde Citoscore van 547
of hoger, zoals dat bij veel categoriale gymnasia het geval is, hoef
je je als school weinig zorgen te maken over de rekentoetsresultaten.
Echter, vwo-afdelingen die hun leerlingen kansen willen bieden en
waarbinnen dus relatief veel leerlingen met een lage Citoscore tot de
eindstreep weten door te dringen, lopen een groter risico op lagere
rekentoetsresultaten.
gk
|
Doublanten met een oude grafische rekenmachine (reactie)
In WiskundE-brief 776 stond een brief die door het Bonaventura College in Leiden
aan het College van Toetsen en Examens (CvTE) gestuurd is. In de brief
stond een verzoek om dispensatie te verlenen voor het gebruik van een
ouder type grafische rekenmachine bij de centrale examens van 2018 (havo)
en 2019 (vwo). Als sectievoorzitter van O.R.S. Lek en Linge te Culemborg
heb ik al ruim een jaar geleden contact opgenomen met het CvTE met
hetzelfde verzoek.
Net als de collega's van het Bonaventura College voorzagen ook wij problemen
voor doublanten die een rekenmachine hebben aangeschaft die zij niet meer
bij hun examen mogen gebruiken. Hetzelfde probleem speelt overigens ook voor
de doorstromers van havo naar vwo.
Ook wij hebben het CvTE voorgesteld om onze school toe te staan om nog een
jaar langer het oude model te gebruiken, waarbij de surveillant voorafgaand
aan het examen zelf de examenstand op de rekenmachine inschakelt. Hiermee is
de situatie feitelijk hetzelfde als bij de huidige examens, waarbij het oude
model met ingeschakelde examenstand nog wel toegestaan is.
Geen dispensatie
Het CvTE is tot op heden niet bereid gebleken om ons deze dispensatie te
verlenen. Ik citeer uit de brief die wij als reactie ontvingen van Adri
van der Ven:
"Het hulpmiddel grafische rekenmachine maakt een stormachtige ontwikkeling
door. De technische ontwikkeling gaat zo snel dat het CvTE niet anders kan
dan in een eveneens hoog tempo de eigen maatregelen bijstellen. We zorgen
ervoor, in overleg met de fabrikanten, goed op de hoogte te zijn van de
technische ontwikkelingen. Echter ook buiten de fabrikanten om worden
apps ontwikkeld en toepassingen bedacht, ook door leerlingen zelf, die
genomen maatregelen snel weer ondermijnen. De fabrikanten doen er alles
aan om ook die ontwikkelingen te volgen en voorzieningen te treffen. In dat
verband raad ik u, mocht u dat nog niet gedaan hebben, de site van TI te
bezoeken om te kijken of voor de oudere machines een update of aanpassing in
het besturingssysteem is gemaakt. Als dat niet het geval is kunt u er vanuit
gaan dat de fabrikanten geen brood zien in de aanpassing; dat hoeft dan niet
persé om economische redenen te zijn.
Het CvTE kan met het oog op de geheimhouding en de gelijke kansen voor alle
leerlingen niet anders dan machines verbieden die het de leerlingen té eenvoudig
maken. Er zijn inmiddels toepassingen verschenen die het mogelijk maken opgaven
in te voeren en de uitkomsten, inclusief tussenstappen, uit de machine te
halen. Dat kan niet de bedoeling zijn van een examen, af te leggen onder
gelijke voorwaarden.
We schrijven in de Vooruitblik over de jaren 2018 en 2019; het is nu 2016.
Dat zal meer dan waarschijnlijk inhouden dat de ontwikkeling van apps en machines
nog verder is gegaan. Uitstel van de maatregel is daarom niet mogelijk. En vanwege
het principe van gelijke behandeling door het hele land heen kan ik u en uw
school ook geen ontheffing van de maatregel toezeggen. Ook de wettelijke grond
ontbreekt mij daarvoor." |
Onbevredigend
Deze reactie was voor ons onbevredigend. Het gebruik van apps en toepassingen kan
immers voorkomen worden met de examenstand. Op welke manier een door de surveillant
in de examenstand gezette rekenmachine het leerlingen té eenvoudig maakt, wordt
niet toegelicht. In de gelijke behandeling kan voorzien worden door alle scholen
en leerlingen dispensatie te verlenen. Welke wet een dergelijke globale ontheffing
onmogelijk zou maken, weten wij niet.
Naar aanleiding van deze reactie hebben wij het CvTE opnieuw een brief gestuurd
waarin wij explicieter vroegen om op de genoemde punten in te gaan. Daarop heeft
Peter van Wijk van het CvTE telefonisch contact gehad met een collega van mij. Ook
in dit telefonisch contact werd helaas niet ingegaan op onze bezwaren. Wel kregen
we de suggestie om de betreffende leerlingen tijdens het Centraal Examen een
machine van een leerling uit een lagere klas te laten lenen. Een schriftelijke
reactie op onze tweede brief bleef uit. Na een expliciet verzoek om een reactie
kregen we uiteindelijk een briefje:
"In onze ogen is het echter zo dat wij hebben onderbouwd waarom de TI 84 plus (SE)
niet meer is toegestaan en waarom wij daar niets aan kunnen veranderen. Dhr. Van
Wijk heeft tevens ideeën geopperd voor de manier waarop u op uw school met deze
vervelende situatie om kunt gaan. Wat ons betreft is daarmee de discussie dan ook
beëindigd, aangezien wij anders alleen maar in herhaling zouden gaan vallen." |
Samen optrekken
Helaas hebben wij als individuele school nog niets kunnen bereiken. Maar we willen
het hier nog niet bij laten zitten. De zaak speelt op veel scholen en het lijkt
ons dan ook verstandig om samen op te trekken, wellicht via de NvVW.
Paul de Haas
Sectievoorzitter wiskunde O.R.S. Lek en Linge
|
Mooie Meetkunde
Op maandag 26 juni 2017 organiseert het steunpunt wiskunde
regio Noord-Holland een bijeenkomst over meetkunde. Op het programma
staat een afwisseling van voordrachten van Jan Keemnink en
gelegenheden om samen aan opgaven te puzzelen.
Jan Keemink is een ervaren en bevlogen wiskundedocent die enkele van
zijn inzichten aan ons zal presenteren. De behandelde materie sluit aan
bij de analytische meetkunde van het voortgezet onderwijs en biedt
verdiepingen die ook scholieren kunnen behappen. Hierdoor biedt deze
bijeenkomst u handvatten om uw meetkundelessen te verrijken.
Programma
tijd |
onderdeel |
16:15 |
Ontvangst. |
16:30 |
Pappus, Poollijn en Inversie. |
17:45 |
Maaltijd. |
18:45-20:30 |
Bolmeetkunde, Projectieve Meetkunde en Mamikon. |
De bijeenkomst wordt gehouden in het Arte College aan de
Oostenrijkstraat 2 te Almere. De kosten bedragen € 35,= voor
niet-Bètapartnerscholen. Deelnemers ontvangen een nascholingscertificaat.
Volg deze link om u aan te melden.
Kees Temme ( kees.temme@uva.nl)
|
Vijfde International Conference on the History of Mathematics Education
Van 19 tot en met 22 september 2017 wordt in Utrecht de vijfde
International Conference on the History of Mathematics Education
gehouden. Ongeveer veertig sprekers uit binnen- en buitenland zullen
daar een presentatie houden over hun onderzoek met betrekking tot de
geschiedenis van het wiskundeonderwijs.
Alle informatie is te
vinden op onze website.
Volg de conferentie geheel of gedeeltelijk
Het is mogelijk om als toehoorder de conferentie, of eventueel gedeelten
daarvan, bij te wonen. Deelname aan de hele conferentie kost bij opgave
voor 15 juni 2017 € 195,= en daarna € 230,=. Die prijs is
inclusief conferentiediner, excursie en proceedings.
U kunt zich
via deze link voor de conferentie inschrijven.
Deelname is ook mogelijk voor gedeeltes. U kunt zich inschrijven voor één
hele dag, dinsdag of woensdag, voor € 50,= per dag, inclusief lunch.
U kunt zich ook inschrijven of voor een ochtend of middag, zonder lunch,
voor € 25,=.
Ook is er nog de mogelijkheid om alleen het gedeelte op woensdagmiddag
van half vier tot zes uur bij te wonen. Gedurende die tijd zullen vijf
Nederlandse sprekers in het bijzonder ingaan op aspecten van de geschiedenis
van het Nederlandse wiskundeonderwijs.
U kunt zich opgeven voor het bijwonen van een gedeelte van het programma
door uw wensen aan Heleen van der Ree ( h.vanderree@nvvw.nl) te
mailen.
Harm Jan Smid
|
Boekenveiling van het Wereldwiskunde Fonds
De boekenveiling van het Wereldwiskunde Fonds op
www.wereldwiskundefonds.nl is in volle gang. De meiveiling loopt
iets langer door dan gebruikelijk. We eindigen pas op 8 juni 2017, de
donderdag na Pinksteren.
Op die manier blijft er na de correctie van uw eindexamens nog
voldoende tijd voor u over om te zoeken naar mooie boeken en
om een bod uit te brengen.
Veel mooie boeken
Er staan ongeveer 700 boeken op de site. Oude schoolboekjes over
Analytische Meetkunde, en heel mooie boeken over de geschiedenis van
de wiskunde, Dijksterhuis over de Elementen van Euclides,
het vierdelige The World of Mathematics van Newman en ga zo maar door.
Uiteraard zijn er ook weer veel studieboeken, populair wetenschappelijke
boeken en recreatieve boeken op de veiling te vinden.
De vraagprijzen zijn meestal slechts € 2,=. U kunt meer bieden dan de
vraagprijs maar u krijgt, tenzij u wordt overboden, het boek dan toch voor
de vraagprijs. Pas wanneer iemand anders gaat tegenbieden, biedt het
veilingsysteem automatisch voor u verder totdat het door u bepaalde
maximale bod is bereikt.
Deze
link biedt u een nauwkeurige uitleg.
De gehele opbrengst van de meiveiling van het Wereld wiskunde Fonds wordt
besteed aan projecten ten bate van het wiskundeonderwijs in
ontwikkelingslanden.
Jos Remijn veilingmeester WwF
wereldwiskundeboeken@nvvw.nl
|
Vacatures in het onderwijs
Het plaatsen van vacaturemeldingen voor docenten wiskunde en rekenen is
gratis voor niet particuliere instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs.
Voor de voorwaarden: zie www.wiskundebrief.nl.
Tweedegraads vacatures in Nieuwegein
|
Eerstegraads vacature te Ede
Het Marnix College te Ede,
de plaats waar de gelukkigste mensen van Nederland wonen, zoekt voor
schooljaar 2017-2018 een talentvolle, enthousiaste docent wiskunde
met een eerstegraads bevoegdheid voor 0,8 fte. Ook collega's die bijna
klaar zijn met hun eerstegraads studie nodigen wij uit om te reageren.
Wij zoeken een docent die onze hecht georganiseerde sectie nog verder versterkt
op pedagogisch-didactisch gebied, om de uitstekende resultaten die we behalen ook
voor de toekomst te waarborgen. Wij bieden ook NLT aan. Als onze nieuwe collega
daar interesse voor heeft, willen we die belangstelling graag verder stimuleren
en faciliteren.
De school, die vlakbij het intercitystation Ede/Wageningen ligt, kent een
uitgebreid en uitstekend begeleidings- en coachingsysteem voor startende docenten.
De vacature is ook te vinden op
www.meesterbaan.nl.
| |
|
Tweede- of eerstegraads vacature te Zeist
Katholieke
scholengemeenschap De Breul is voor schooljaar 2017-2018 op zoek
naar een enthousiaste wiskundedocent voor ongeveer 0,70 fte. Het gaat
om een tijdelijke functie met uitzicht op een vaste aanstelling.
Wij vragen van docenten ...
- ... een professionele, ontwikkelingsgerichte instelling.
- ... om pedagogisch competent en leerlinggericht te werken.
- ... om initiatiefrijk en vernieuwend te zijn.
- ... om het samenwerken en samen leren te stimuleren.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mevrouw Edith van
Eijndhoven, (HRM-adviseur), via telefoonnummer 030-6915604.
Uw schriftelijke sollicitatie kunt u uiterlijk op 2 juni 2017 per
email sturen naar vacature@de-breul.nl.
| |
|
Advertenties
Betaal minder en krijg zoveel meer
Als vernieuwing en innovatie érgens thuishoren, dan is dat wel in het
onderwijs. Voor wiskundedocenten en leerlingen was er al de HP Prime
rekenmachine; de snelste en meest innovatieve grafische rekenmachine
op de markt met een uniek touchscreen. Nu kunt u dezelfde grafische
kracht ook op uw Windows, Android en Apple iOS devices installeren.
Alleen HP geeft u een CvTE-goedgekeurde grafische rekenmachine in combinatie
met een app (app zelf niet toegestaan bij CE) op het platform van
úw keuze. En dat voor een fractie van de kosten bij een concurrent!
Blijf niet achter in een veranderende (wiskunde)wereld en leer meer
over hoe HPs onderwijsoplossingen u nu en in de toekomst verder
kunnen helpen.
Mail voor meer informatie en demonstatiemogelijkheden naar info@hp-prime.nl.
|
Nu te koop: rekenposters van Studyflow
Studyflow is in samenwerking met Eliane Gerrits (cartoonist voor o.a.
NRCnext) begonnen aan het ontwikkelen van twaalf unieke rekenposters. De
eerste drie rekenposters, voor de onderwerpen meetkunde, metriek stelsel en
tijd, zijn inmiddels klaar.
Op iedere poster wordt het onderwerp op een levendige en fantasierijke
manier aan de leerling uitgelegd. Daarbij zijn de posters zo ontworpen
dat leerlingen er eenvoudig een foto van kunnen maken met hun telefoon,
waardoor zij de informatie altijd en overal tot hun beschikking hebben.
De eerste drie Studyflow-rekenposters bestellen? Dat kan! Ga snel naar
www.rekenposters.nl.
|
T3 Webinar op 12 juni: Exploreren van families van functies.
De grafische rekenmachine is een mooi leermiddel voor exploratie in de
wiskundeles. Hoe onderzoek je de grafieken van deze functies zoals
y = a·sin(b·x) op je
grafische rekenmachine? Voor de TI-Nspire™ CX gaat het om het
gebruik van schuifbalken en het instellen ervan. Voor de TI-84 PLus
gaat het om het gebruik van de meegeleverde app Transformation Graphing.
Inschrijven kan via info@t3nederland.nl. U ontvangt een duidelijke
instructie voor het volgen van het webinar.
Doelgroep en technologie
Docenten wiskunde bovenbouw (eventueel onderbouw om te gebruiken als
demonstratie op een Smartbord). Er wordt gebruikt gemaakt van de TI-84
en de TI-Nspire.
|
|
|