nummer 741, 29 mei 2016
Dit nummer wordt gestuurd naar ca. 4400 adressen.
|
De WiskundE-brief is een digitale nieuwsbrief, gericht op wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs,
met als doel om een snelle onderlinge uitwisseling van informatie en
meningen mogelijk te maken. De brief verschijnt buiten de schoolvakanties ongeveer
één keer per week. Het abonnement is gratis.
Uw bijdragen aan de WiskundE-brief zijn welkom op het e-mailadres
van de redactie. Op de website van de WiskundE-brief
kunt u zich abonneren, vindt u alle voorwaarden en advertentietarieven en kunt u oude nummers nalezen.
|
Artikelen en bijdragen | | |
Vacatures in het onderwijs | | |
Advertenties | | |
Afrondinstructies
Afronden blijft een heikele kwestie, Dat geldt niet alleen bij de
rekentoets maar ook zeker op het Centraal Examen. Met name is dat
bij het vak wiskunde A/C het geval. Daarom leek het zo goed dat het
CvTE aan het begin van dit schooljaar een algemene toevoeging aan het
correctievoorschrift publiceerde over dit thema. In die toevoeging
staat uitdrukkelijk vermeld dat in het antwoord van de kandidaten de
kansen moeten worden vermeld met minstens 2 decimalen of als een geheel
percentage, met de toevoeging: "Meer decimalen zijn vereist als dat
nodig is om af te wijken van 0 of 1".
Nu valt er op de zinnigheid van deze algemene afrondinstructie best
wat af te dingen. Maar de instructie geeft in ieder geval duidelijkheid.
Daarom heeft de redactie in WiskundE-brief 712 en WiskundE-brief 735 ook uitdrukkelijk aandacht
besteed aan deze nieuwe, algemene afrondinstructie. Op het Centraal
Examen wiskunde A vwo bleek echter meteen al dat het hanteren van de
eigen regels klaarblijkelijk erg moeilijk is. Vraag 8 luidde:
"Bereken, uitgaande van de genoemde normale verdeling, de kans dat de
gemiddelde reactietijd van een groep van 22 willekeurig gekozen mannen
631 milliseconde of meer is." |
Een berekening met behulp van de normale verdeling levert hier een
antwoord op van ongeveer 0,00053. Bij het hanteren van de
continuïteitscorrectie, dat hier goed verdedigbaar is, kom je op een
kans van ongeveer 0,00062. Volgens het algemene voorschrift voorschrift
mag die kans niet afgerond worden op twee decimalen omdat het resultaat
dan niet afwijkt van 0. Afronden op drie decimalen levert echter 0,001
op en dat antwoord voldoet wel aan de regels. Bovendien is dat antwoord
dan zowel met als zonder continuïteitscorrectie in orde. In alle
opzichten een prima antwoord dus.
In het bindende correctievoorschrift staat echter:
- De kans is 0,0005 (of 0,05%) (of nauwkeuriger)
Met daarbij als opmerking: " Als de standaardafwijking wordt afgerond
op 11 en de kandidaat hierdoor uitkomt op een kans van 0,0004, hiervoor
geen scorepunten in mindering brengen".
Veel collega's vroegen zich enigszins vertwijfeld af wat nu wel en
wat niet goed gerekend mocht worden. Uiteindelijk kwam het CvTE bijna
een week later met het verlossende woord: ook 0,001 mag worden
goedgerekend, hoewel dit getal ongeveer het dubbele is van het beoogde
antwoord.
Percentages of fracties?
Vaak wordt in de vraagstelling het vereiste aantal decimalen opgenomen
maar ook dat geeft soms verwarring. Bij vraag 4 van het havo wiskunde
A examen moest de kans 1/ 216 worden afgerond op
drie decimalen. Uiteraard geeft dat het antwoord 0,005. Maar een kansen
mag ook in een percentage worden gegeven. Het correctievoorschrift
schrijft in dat geval het antwoord 0,463% voor. Maar zou het antwoord
0,5% daar niet ook moeten worden goedgerekend? Een kandidaat kan immers
best eerst de kans als fractie hebben berekend en afgerond en er daarna
pas een percentage van hebben gemaakt.
Soms doet de gevraagde nauwkeurigheid wat potsierlijk aan. Bij vraag
18 van het vwo-examen wiskunde A moet op basis van drie uit een diagram
af te lezen veranderingspercentages een totaal veranderingspercentage
worden berekend dat in twee decimalen nauwkeurig moet worden vermeld.
De toegestane tolerantie bij het aflezen is echter 0,1% waardoor die
antwoorden kunnen variëren van 8,47% tot 9,03%. Zelfs als je uitgaat
van optimaal aflezen, heb je drie keer met een een onnauwkeurigheid
te maken van 0,05%, wat 'optelt' tot bijna 0,15%.
Het blijft ploeteren...
gk
|
Aanvullingen op het correctievoorschrift
Ik wil graag protest aantekenen tegen de hoeveelheid
aanvullingen op de correctievoorschriften en de inhoud
ervan. Ik bespeur namelijk een exponentiële toename in
het aantal aanvullingen op het correctievoorschrift.
Die toename wekt bij mij de indruk dat de kwaliteit van de
examens die Cito en het CvTE aanleveren, een dalende trend
vertoont. Dat zal toch niet waar zijn en kan toch niet de
bedoeling zijn? Het is daarbij buitengewoon vervelend om,
als je nét klaar bent met corrigeren, nogmaals de hele stapel
door te moeten werken om de aanvullingen op het
correctievoorschrift te verwerken.
Kritiek op aanvullingen
Ik ben het verder niet eens met de inhoud van de aanvullingen
van dit jaar. Bij vwo wiskunde A wordt een vraag afgekeurd waar
volgens mij niets op aan te merken is, alleen omdat er tijdens een
examenbespreking opmerkingen zijn gemaakt over de vraagstelling.
Hoe stevig staat het CvTE in zijn schoenen? Durft het CvTE ook
"nee" te verkopen als het werkveld iets ter discussie stelt?
Ook wordt een afronding van 0,0005 naar 0,001 goedgekeurd; een
afronding die neerkomt op een verdubbeling. Hoewel significantie
bij wiskunde een heel andere rol speelt dan bij natuurkunde,
vind ik dit een verkeerd signaal naar toekomstige eindexamenkandidaten.
| |
Tussentijds afronden
Bij havo wiskunde A wordt tussentijds afronden toegestaan waardoor
het antwoord flink kan afwijken van het antwoord in het correctievoorschrift.
Dit terwijl we toch leerlingen willen leren om onafgerond door te blijven
rekenen met de tussentijds verkregen antwoorden om al te grote
afwijkingen in het eindresultaat tegen te gaan. Als we deze afrondingspraktijk
toestaan, waar blijven we dan? Moeten we dan straks een afronding voor een
groeifactor van 1,024 naar 1,02 ook goed gaan rekenen? Met de uiteraard grote
gevolgen voor een uitkomst van bijvoorbeeld 1,02 50?
Bert Kraai, Vrijeschool Zutphen VO
|
Examenstand of reset op het Centrale Examen
De redactie heeft nog geen berichten ontvangen over
incidenten rond de verplichte instelling (examenstand of
reset) van de grafische rekenmachines tijdens het afgelopen
Centrale Examen. Wel lijkt het erop dat sommige leerlingen
de dupe zijn geworden van het terugspringen naar de
graden-instelling tijdens de reset van de grafische
rekenmachine.
Het niet goed ingesteld zijn van de grafische rekenmachine
bij goniometrische opgaven is een bekend probleem. Vaak komt
dat omdat kort daarvoor (bijvoorbeeld bij natuurkunde of
wiskunde D) met graden is gerekend. Bij het afgelopen examen
wiskunde B havo waren er berichten dat sommige leerlingen
blijkbaar niet in de gaten hebben gehad dat bij een reset de
standaardinstelling worden hersteld en de machine dan op graden
wordt ingesteld.
Ook als de grafische rekenmachine een examenstand heeft, kan
dit probleem optreden. bij het instellen van de examenstand
vragen niet alle grafische rekenmachines uitdrukkelijk om de
gewenste hoekmaatinstelling.
|
Statistiek in het pilotexamen havo
Volgend jaar zullen op het havo de eindexamens volgens het
nieuwe programma plaatsvinden. Het lijkt daarom zinnig om wat
meer aandacht te besteden aan de pilotexamens die al een reeks
van jaren op een beperkt aantal scholen worden afgenomen.
Eén van de grote veranderingen bij wiskunde A/C is de aanpak
van de statistiek en kansrekening. Op het vwo wordt dit onderwerp
alleen op het schoolexamen getoetst; op het havo is uiteindelijk
besloten het onderwerp ook op het Centrale Examen aan de orde te
laten komen.
Ik was benieuwd hoe dit zeer interessante maar ook verraderlijke
onderwerp in het havo-examen aandacht zou krijgen. Gelukkig zijn
ook de opgaven en correctievoorschriften van de pilotexamens via
Cito voor iedereen beschikbaar.
Ik ben niet ver gekomen. Bij opgave 3 ging bij mij reeds de
alarmbel af:
"Voor het onderzoek 'Sociale samenhang' in 2013 werden gegevens
verzameld onder de Nederlandse bevolking. Er deden 7400 aselect
getrokken personen aan dit onderzoek mee. Van de deelnemers gaven
4292 personen aan vertrouwen te hebben in de medemens. Op basis
van deze gegevens worden de volgende twee uitspraken gedaan over
het percentage Nederlanders dat (in 2013) vertrouwen had in de
medemens:
- Het is meer dan 95% zeker dat het percentage Nederlanders dat
vertrouwen had in de medemens, in het interval [56,6 ; 59,4] ligt.
- Het is minder dan 95% zeker dat het percentage Nederlanders dat
vertrouwen had in de medemens, in het interval [56,6 ; 59,4] ligt.
Eén van deze twee uitspraken is juist." |
| |
Het is goed dat er aandacht wordt besteed aan betrouwbaarheidsintervallen,
waardoor een gevonden steekproefpercentage (in dit geval 58) wat "in
perspectief" wordt gezet en niet wordt verward met percentage in de
populatie. Maar de interpretatie van betrouwbaarheidsintervallen die
hier wordt gebruikt, is een bekende en beruchte, onjuiste interpretatie.
De bedenker van de betrouwbaarheidsintervallen (J.Neyman) wees hier al
op. Je kunt niet zeggen dat de echte waarde met 95% kans binnen een
95%-betrouwbaarheidsinterval ligt.
Mooi maar weerbarstig
Een inhoudelijke behandeling van juiste en onjuiste interpretaties van
betrouwbaarheidsintervallen zou te ver gaan 1). Waar het me
om gaat, is dat de vakinhoudelijke juistheid van lessen en examens
gegarandeerd moeten zijn, juist als het gaat om relatief nieuwe
onderwerpen.
Statistiek is een mooi maar ook weerbarstig onderwerp, ook omdat
er bij statistisch onderzoek vaak grote belangen op het spel staan. Dat
maakt het extra belangrijk dat leerlingen op een juiste manier worden
voorgelicht. Dat is alleen mogelijk als docenten en examenmakers zelf
heel goed op de hoogte zijn van alle valkuilen.
Daarover maak ik me eerlijk gezegd wat zorgen.
gk
1Ik verwijs kortheidshalve naar
dit
artikel van dr. R Hoekstra van de RUG en
de
Engelse Wikipedia. Er bestaat een vracht aan literatuur over dit onderwerp.
|
Landelijke enquête examencorrectie
Mede naar aanleiding van de discussies over de eerste en
tweede correctie (zie bijvoorbeeld WiskundE-brief 709) wordt er nu door Cito
een uitgebreide landelijke enquête naar de correctiepraktijk in
het voorgezet onderwijs georganiseerd. Voor de enquête zijn
twaalf examenvakken uitgekozen, waaronder wiskunde op vmbo
gl en tl.
Het gaat om een enquête per (fysieke) post. De papieren vragenlijsten
zijn vorige week verzonden naar de scholen, gericht aan de sectieleiders.
De scholen moeten voor de verdere distributie zorgen.
Vraag de brief op
Cito verzoekt u vriendelijk om, als u één of meer examengroepen
wiskunde vmbo gt heeft, de vragenlijst zo nodig op uw school op
te vragen en dan in te vullen en op te sturen. Het invullen kost
u ongeveer een kwartier.
De NVvW ondersteunt dit verzoek maar heeft wel wat bedenkingen
tegen de opzet van de enquête. Het negeren van de havo/vwo wiskundevakken
in dit onderzoek vindt de NVvW onverteerbaar. Uit allerlei reacties,
bijvoorbeeld op het examenforum van de NVvW, blijkt dat daar met name
tal van 'pijnpunten' zitten.
|
DOT Analytische Meetkunde
De Radboud Docenten Academie organiseert in het komend cursusjaar
een DOT (DocentOntwikkelTeam) met als thema Analytische meetkunde
vol variatie. In deze DOT ontwerpen docenten gezamenlijk lessen
analytische meetkunde.
Analytische meetkunde is de samenkomst van de wereld van de meetkunde
en de wereld van de algebra door de introductie van het coördinatenstelsel.
Problemen in de analytische meetkunde zijn hierdoor vaak op
verschillende manieren op te lossen. In deze DOT richten we ons in
het bijzonder op het in de les gebruiken van problemen waar meerdere
oplossingsmethoden voor zijn. Hoe gebruik je dergelijke problemen in je
les om de leerlingen aan te zetten tot wiskundig denken?
Veertien bijeenkomsten
In de cyclische methode van ontwerponderzoek (ontwerp, uitvoering,
evaluatie) gaan we gezamenlijk aan de slag met deze vraag. We
besteden uitgebreid aandacht aan het evalueren van de lessen door
de klassengesprekken te filmen en te analyseren.
In de periode september 2016 tot en met juni 2017 zijn er op de
donderdagmiddagen tien bijeenkomsten van twee uur en vier langere
bijeenkomsten van vier uur gepland. De exacte data worden nog
bekend gemaakt.
De prijs voor deelname is € 495,= per persoon.
Meer
informatie vindt u via deze link.
|
Onderzoek aansluiting primair en voortgezet onderwijs
De overgang van primair naar voortgezet onderwijs is wat betreft
wiskunde en rekenen voor veel leerlingen een grote stap. Naast
algemene, procesmatige aspecten speelt bij deze aansluiting ook
de vakinhoudelijke aansluiting een grote rol. Om die aansluiting
te onderzoeken, hebben wij een vragenlijst ontworpen waarvoor wij
graag uw aandacht vragen.
Natuurlijk speelt het overgangsprobleem ook voor andere vakken.
Ons onderzoek richt zich echter alleen op de rekenkundige en wiskundige
aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs. Met het invullen
van onze vragenlijst geeft u ons inzicht in de knelpunten die u ziet
bij de overgang van po naar vo wat betreft rekenen en wiskunde. Op
basis van uw reacties zullen we een praktische publicatie maken die
ingaat op de door u gesignaleerde knelpunten en de door u geventileerde
wensen met betrekking tot dit onderwerp.
Kwartiertje werk
Onze vragenlijst
is via deze link bereikbaar. Het invullen kost u een klein
kwartiertje. De vragenlijst staat tot en met vrijdag 7 juni 2016
open. De resultaten worden uiteraard geheel anoniem verwerkt.
Alvast enorm bedankt voor uw medewerking.
Francis Meester, voorzitter NVORWO
Swier Garst, voorzitter NVvW
Anneke Noteboom, projectleider vanuit SLO
|
Drie verschillende primitieven?
In hoofdstuk K van Getal & Ruimte editie 2011 wordt
behandeld hoe functies van de vorm
kunnen worden geprimitiveerd. Het boek doet geen moeite om
de drie verschillende resultaten die horende bij een discriminant
die groter is dan 0, gelijk is aan 0 en kleiner is dan 0 met
elkaar te verenigen. Het blijkt zeer de moeite waard, en het
is mijns inziens ook didactisch verantwoord, om dat wel te doen.
In dit artikeltje
laat ik zien dat de primitieven meer op elkaar lijken dan je in eerste
instantie misschien zou verwachten. Bij het doorzien van het onderliggende
verband speelt de ar(c)tanh een cruciale rol.
Het primitiveren van dit type gebroken functies maakt dit jaar in vwo 5,
helaas voor de laatste maal, deel uit van het schoolexamen.
Rik Snel, Oostvaarders College, Almere
|
Behoeftepeiling brede regionale steunpunt Arnhem/Nijmegen
Het brede regionale steunpunt Arnhem/Nijmegen is een samenwerkingsverband
van de Radboud Pre-University College of cience en het HAN College of
Technology. Het huisvest vaksteunpunten voor biologie, natuurkunde,
scheikunde, informatica, wiskunde D en NLT. Als steunpunt willen wij via
een behoeftepeiling nagaan of er voor havo mogelijkheden en wensen zijn voor
leerlingactiviteiten voor de vakken wiskunde A, B en D. Wij denken hierbij
aan diverse onderwerpen, gerelateerd aan diverse, zowel hardere als
zachtere, technische opleidingen.
Wij willen van wiskundesecties van scholen in de omgeving Arnhem-Nijmegen
met een havo-afdeling heel graag weten of zij aan dergelijke activiteiten
zouden willen deelnemen. Ook willen wij graag weten of u aan de ontwikkeling
ervan deel zou willen nemen in de vorm van een zogenaamd DOT (DocentOntwikkelTeam).
Wiskunde-D-online voor havo?
Ook zijn we erg benieuwd of wiskunde-D-online, dat momenteel functioneert
voor vwo-scholen, een interessante optie zou zijn voor uw havo-afdeling.
Indien dit idee door uw vaksectie wordt ondersteund, zou de HAN hier mogelijk
een faciliterende rol in kunnen spelen.
De
enquete met toelichting is hier te vinden. U kunt deze enquête downloaden,
digitaal invullen en vervolgens weer retourneren aan hcot@han.nl. Doe
dat dan wel graag voor 24 juni 2016.
Heeft u andere ideeën of wensen omtrent het vaksteunpunt? Wij ontvangen uw
ideeën heel graag op hcot@han.nl.
Christiaan Boudri, coördinator Vaksteunpunt Wiskunde HAN
|
Vacatures in het onderwijs
Het plaatsen van vacaturemeldingen voor docenten wiskunde en rekenen is
gratis voor niet particuliere instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs.
Voor de voorwaarden: zie www.wiskundebrief.nl.
Vacature Lerarenopleiding Leeuwarden
|
Tweedegraads vacature te Breda
Scholengemeenschap Markenhage te Breda zoekt tweedegraads docenten wiskunde
voor een vacature van 1,7 fte in de onderbouw.
Markenhage is een Dalton school voor vmbo-TL, havo en vwo met een cultuurprofiel.
Informatie is te verkrijgen bij de heer D. Boots, conrector,
via d.boots@markenhage.nl of 076-5141152.
|
Advertenties
Klaar voor de krachtigste GR voor het middelbaar onderwijs?
Veranderingen in de exameneisen betekenen verandering van
(grafische) rekenmachine. Waarom dan niet meteen voor de beste
machine kiezen? Als docent kunt u de nieuwe grafische rekenmachine
van HP nu kosteloos testen. Neem contact op met p.schadron@hp-prime.nl
voor meer informatie en ontvang een HP Prime voor u en/of de sectie.
- Zeer snelle, nieuwe processor.
- Een touchscreen met kleur en hoge resolutie. Het is tenslotte 2016.
- Door het CvTE goedgekeurde examenmodus.
- Volledige support van Noordhoff voor G&R en MW online beschikbaar.
Neem ook eens een kijkje op www.hp-prime.nl voor veel meer informatie over
de HP Prime rekenmachine en voor Nederlands lesmateriaal.
| |
|
|
|