nummer 715, 11 oktober 2015Dit nummer wordt gestuurd naar ruim 4300 adressen.
| De WiskundE-brief is een digitale nieuwsbrief, gericht op wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs,
met als doel om een snelle onderlinge uitwisseling van informatie en meningen mogelijk te maken. De brief verschijnt buiten de schoolvakanties ongeveer één keer per week.
Het abonnement is gratis.Uw bijdragen aan de WiskundE-brief zijn welkom op het emailadres van de redactie. Op de website van de WiskundE-brief kunt u zich abonneren, vindt u alle voorwaarden en advertentietarieven en kunt u oude nummers nalezen. |
Artikelen en bijdragen | | |
Verschenen | | |
Vacatures in het onderwijs | | |
Advertenties | | |
Professionalisering
Dat (wiskunde)leraren hun vakkennis dienen bij te houden en zich
steeds moeten blijven ontwikkelen, zal door maar weinig mensen worden
bestreden. Maar op welk gebied moet je je ontwikkelen? En op welk
moment ben je bezig je professionalisering? Welke instituten zijn
voor de verzorging van je professionalisering het meest geschikt?
Op die vragen bestaan veel uiteenlopende antwoorden.
Veel collega's zijn van mening dat docenten, hooggeschoold als deze
professionals zijn, prima in staat zijn om zelf te beslissen naar welke
cursussen ze gaan, welke boeken en tijdschriften ze lezen en welke
congressen ze bezoeken. Anderen denken dat schoolleidingen, overkoepelende
organisaties of de overheid een belangrijke initiërende en controlerende
rol op dit gebied zouden moeten spelen.
Wettelijk geregeld
In het wetsvoorstel over het leraarsberoep en het register, dat begin
september 2015 door de ministerraad is goedgekeurd, wordt vastgelegd
dat leraren verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de eigen lessen.
Het recht op en de plicht tot een professionele ontwikkeling van de
leraar wordt daar wettelijk geregeld. Alle leraren moeten zich registreren
in het lerarenregister en vervolgens aantonen dat zij gemiddeld minstens
40 uur per jaar besteden aan professionele ontwikkeling. Zeker een kwart
van de ontwikkeling hiervan moet daarbij 'vakinhoudelijk' worden ingevuld.
Wetenschap en mythes
Er zijn diverse aanbieders van allerlei professionaliseringsactiviteiten.
Een registercommissie van het lerarenregister beoordeelt welke activiteiten
gevalideerd worden en dus een goedkeuringsstempel van de commissie krijgen.
Het kritisch beoordelen van dit soort activiteiten is geen overbodige
zaak. Er bestaan binnen het veld namelijk veel 'onderwijsmythes'; theorieën
die populair zijn maar wetenschappelijk niet zijn te onderbouwen of zelfs
zijn weerlegd.
Scholing op basis van 'onderwijsmythes' is uiteraard van weinig waarde.
En juist docenten die goed op de hoogte willen blijven van nieuwe inzichten
op het gebied van didactiek, psychologie en biologie worden vaak
slachtoffer van dergelijke mythes. Dit maakt de 'validering' van
nascholingsactiviteiten een zeer belangrijke taak.
Wanneer?
Wanneer moet die 'deskundigheidsbevordering' plaatsvinden? Daar bestaan
diverse meningen over. Vaak vindt men het onwenselijk dat die activiteit in
de 'eigen tijd' moet gebeuren. Aan de andere kant vinden veel collega's
het vaak bezwaarlijk om ten behoeve van de nascholing meerdere dagen te
worden uitgeroosterd.
Het platform wiskunde en haar voorgangers organiseren al jarenlang de
'vakantiecursus', zo rond het einde van de zomervakantie en dus meestal
buiten de lestijden. De veelal academische sprekers maken deze
vakinhoudelijke cursus tot een boeiende gelegenheid waarin regelmatig
recent wiskundig onderzoek wordt aangestipt.
Toch valt de belangstelling voor deze cursus tegen. De organisatoren
vragen zich al enige tijd af wat daarvan de oorzaak kan zijn. Heeft het
te maken met het tijdstip? Heeft de verkorting van de zomervakantie er
misschien iets mee te maken? Zijn de onderwerpen misschien toch niet zo
interessant?
Het lijkt me goed als in wat breder verband van gedachten wordt gewisseld
over de verschillende aspecten van de binnenkort wettelijk voorgeschreven
deskundigheidsbevordering.
Daarom graag uw reactie.
Gerard Koolstra
|
Ontwikkelingen rond de rekentoets
Afgelopen dinsdag volgden de berichten rond de rekentoets elkaar
snel op. Nadat de bewindslieden van OCW de Tweede Kamer in een brief
liet weten dat het mbo uitstel kreeg maar de rekentoets in het voortgezet
onderwijs gewoon volgens plan zou doorgaan, liet de PvdA weten ook voor havo
en vmbo uitstel te willen. Sommige commentaren speculeerden daarna
op het einde van de rekentoets.
In de plenaire vergadering van de Tweede Kamer op woensdagavond (en nacht)
7 oktober 2015 werd het volgende duidelijk:
- Staatssecretaris Sander Dekker legt zich neer bij de
(te verwachten) uitspraak van de Tweede Kamer waarin de regering wordt
verzocht om voor leerlingen uit het mbo, het vmbo en het havo de rekentoets
niet te laten meetellen in de zak-slaagregeling zolang
deze toets een te hoge drempel voor veel jongeren vormt om een diploma
te kunnen behalen.
- De rekentoets moet door deze leerlingen wel worden gemaakt.
Vermoedelijk zal het resultaat ook worden vermeld op de cijferlijst.
- Voor het conform de huidige plannen invoeren van de rekentoets op het vwo lijkt er in de Tweede Kamer voldoende steun
- Breed gedragen is de wens om in overleg met het onderwijsveld, in
het bijzonder met de NVvW, per sector een aanpak te ontwikkelen ter
verbetering en borging van de rekenvaardigheid.
Een
letterlijk verslag van het kamerdebat over "nut en noodzaak van
toetsen" en de rekentoets is via
deze link te bekijken. Komende dinsdag wordt er gestemd over de
ingediende moties.
|
Rekentoetsdebat 7 oktober 2015 (reactie)
De manier waarop Dekker zijn rekentoets in de plenaire vergadering
bleef verdedigen, vond ik stuitend. Niet het verbeteren van de
rekenvaardigheden maar het overeind houden van de toets is bij hem
klaarblijkelijk het doel geworden. Op een apodictische manier schoof
Dekker alle kritiek van de onderwijswoordvoerders terzijde.
Het meest stoorde mij de uiterst selectieve manier waarop Dekker in het
voorstel van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren winkelde. Hij
vindt het prima om rekenen te integreren met wiskunde in de onderbouw. Zijn
digitale rekentoets moet echter wel in het eindexamenjaar blijven staan en
dat is nu juist iets wat de NVvW nadrukkelijk niet wil.
Tunnelvisie
Daarom wil Sander Dekker wel praten met de NVvW maar niet met ze
overleggen, zoals Jasper van Dijk (SP), verwijzend naar zijn eerder
verworpen motie, terecht opmerkte. Dekker wil niet dat zijn rekentoets ter
discussie komt te staan. Dat past niet in zijn tunnelvisie.
Een aspect dat ten onrechte nauwelijks of geen politieke aandacht heeft
getrokken, is dat de digitale afname niet alleen om inhoudelijke
reden omstreden is. Veel scholen klagen steen en been over de
organisatorische overlast van het digitaal toetsen. Zie hier nog een
reden om zo spoedig mogelijk van die toets te worden verlost.
Jan Jimkes
Oud- conrector en leraar wiskunde
|
Resultaten rekentoets 2014-15
Op dinsdag 6 oktober 2015 zijn de resultaten van de rekentoets van
het afgelopen schooljaar bekend gemaakt. Deze liggen iets hoger dan het
jaar daarvoor maar geven weinig aanleiding tot tevredenheid.
De meest gunstige cijfers zijn die van de eindexamenkandidaten aan het
eind van het rit, na de herkansingen.
|
bb |
kb |
gt |
havo |
vwo |
3 of lager |
8% |
4% |
3% |
2% |
0% |
4 |
14% |
11% |
9% |
9% |
1% |
5 |
26% |
26% |
19% |
35% |
8% |
6 of hoger |
51% |
59% |
69% |
54% |
92% |
Extra gezakten
Het ministerie heeft berekend dat als de rekentoets afgelopen jaar had
meegeteld in de slaagzakregeling, er zelfs bij toepassing van de
vangnetregeling (op havo en vmbo kb), waarbij een 4 al 'voldoende' zou
zijn, er duizenden leerlingen extra zouden zijn gezakt. Bij vmbo-kb
zou het zakpercentage zelfs bijna verdubbelen van 4,8% naar 8,6%.
Zoals eerder vermeld, bijvoorbeeld in WiskundE-brief 673, zijn er grote verschillen
tussen groepen leerlingen binnen de zelfde opleiding. In tegenstelling
tot vorig jaar worden er geen percentages onvoldoendes per leerweg/profiel
meer vermeld maar alleen gemiddelde cijfers. Het afgelopen schooljaar
warden deze (na herkansingen) erg laag voor de examenkandidaten havo met
CM profiel (4,8), evenals bij bb zorg (5,0) en kb zorg (5,3).
Basisonderwijs
Intussen zijn er ook gegevens over het basisonderwijs bekend geworden.
Het gaat hier om cijfers die aangeven hoeveel procent van de leerlingen een
bepaald referentieniveau (1F of het hogere 1S) heeft bereikt. Een overzicht,
uitgesplitst naar advies:
|
geen |
1F |
1S |
totaal |
bb |
61% |
39% |
0% |
100% |
kb |
12% |
86% |
2% |
100% |
gt |
1% |
83% |
16% |
100% |
havo |
0% |
32% |
68% |
100% |
vwo |
0% |
1% |
99% |
100% |
totaal |
10% |
46% |
44% |
100% |
gk
bronnen:
|
Examen havo wiskunde B. Te pittig? Te makkelijk?
De havo wiskunde B stof die voor het examen van 2015 moest worden behandeld,
vond ik pittig. Mijn leerlingen vonden dat ook. De afgelopen twee jaar was
het mijn taak om een groep havoleerlingen naar dit examen te brengen. De
resultaten bleven helaas achter. Een aantal leerlingen had veel moeite om
het allemaal bij te benen. Een flinke groep leunde achterover in de
veronderstelling dat men zich de stof ook op die manier wel eigen zou
kunnen maken.
Gelukkig had ik ook wat leerlingen die de juiste capaciteiten hadden en soms
zelfs hard wilde werken voor hun diploma. Twee jaar lang heb ik met deze
leerlingen geëxperimenteerd, het onderwijs verbeterd en me lopen verbijten
als de leerlingen weer eens niet vooruit te branden waren. Positiviteit
was 'my middle name'. Goede resultaten bleven bij deze groep echter uit.
Het eindexamen vond ik eenvoudig. Er werd inzichtelijk vrij weinig van de
leerlingen verwacht. Mijn vermoeden was dan ook dat de N-term niet al te
hoog zou zijn. Na correctie van de examens kwam mijn gemiddelde met de
door mij geschatte N-term prima uit.
Fabuleuze examenresultaten?
Wie schetste echter mijn verbazing na het bekend worden van de N-term?
Het gemiddelde van mijn klas was prachtig. Hier en daar was sprake van
een werkelijk fabuleus resultaat! De twijfel sloeg bij mij toe. Heb ik de
afgelopen twee jaar teveel van mijn leerlingen geëist? Hebben mijn collega
en ik de schoolexamens te ingewikkeld gemaakt?
Rianne Janssen
Docente wiskunde
|
VerschenenIn deze rubriek besteden we aandacht aan nieuwe publicaties en software op het gebied van wiskunde en wiskundeonderwijs. Uw inzendingen zijn welkom maar de redactie beslist uiteindelijk of en hoe een bijdrage geplaatst wordt.
Wanneer is Cheryl jarig?
Auteur: |
Quintijn Puite en Birgit van Dalen |
Uitgeverij: | Bertram+de Leeuw |
ISBN: | 978-94-6156-196-1 |
Bladzijden: | 216 |
Prijs: | € 14,95 |
In april 2015 zette een tv-presentator uit Singapore een wiskunderaadsel
op zijn facebookpagina. De hersenkraker 'Wanneer is Cheryl jarig?' ging de
hele wereld over en een discussie barstte los. Want hoe los je deze lastige
vraag op?
In 'Wanneer is Cheryl jarig?' nemen Quintijn Puite en Birgit van Dalen dit
vraagstuk en nog 99 andere wiskunderaadsels en logische puzzels onder
de loep. Ze laten zien hoe je een probleem kunt oplossen, bijvoorbeeld door
terug te gaan naar de basis of juist door het van een heel andere kant te
bekijken. Je wordt als lezer meegevoerd langs listige paadjes en verrassende
redeneringen. Aan de hand van hints en duidelijke antwoorden kan iedereen
straks lastige raadsels oplossen.
|
Vacatures in het onderwijsHet plaatsen van vacaturemeldingen voor docenten wiskunde en rekenen is gratis voor niet particuliere instellingen voor middelbaar en hoger onderwijs. Voor de voorwaarden: zie www.wiskundebrief.nl.
Eerstegraads vacature te Oestgeest (tijdelijk)
Het Rijnlands Lyceum Oegstgeest zoekt een ervaren en enthousiaste
docent wiskunde (1 e graad) voor ongeveer 0,7 fte. Het gaat
om vervanging vanwege zwangerschapsverlof van begin december 2015 tot
eind mei 2016.
Wij bieden aanstellingen in salarisschalen LB en LC.
Meer informatie via www.rijnlandslyceum.nl/nl/vacatures/docent-wiskunde.
|
Advertenties
Online nascholingen GeoGebra
Op zoek naar origineel interactief lesmateriaal voor wiskunde?
Neem dan deel aan één van de webcursussen via het Mathelo leerplatform.
Nieuw in ons najaarsaanbod is het leerwerkboek "1ste- en 2de graadsfuncties"
en "GeoGebra voor gevorderden".
Meer info via www.mathelo.net.
|
Folders 'Welke wiskunde moet ik kiezen?'
Voor de leerlingen in klas 3 havo en 3 vwo hebben we bij onze methode
Getal & Ruimte folders gemaakt: 'Welke wiskunde moet ik kiezen?'. In
deze folders geven we aan, welke opgaven uit de 9 e (2008)
en de 10 e editie in klas 3 kunnen worden gekoppeld aan
wiskunde A, B, (C) en D in klas 4.
Bekijk
hier de folders.
Voor vragen: Nathalie de Weerd, n.deweerd@noordhoff.nl.
|
HP Prime
Een nieuwe grafische rekenmachine met:
- Een relatief nieuwe processor, dus heel veel sneller dan gangbare machines.
- Standaard geleverd inclusief emulator, ook voor uw leerlingen!
- Een touchscreen met kleur en hoge resolutie; het is 2015.
- CAS volwaardige Computer Algebra Software, via de examenstand eenvoudig
tijdelijk te blokkeren, goedgekeurd door CvTE examens HAVO (vanaf 2017) en VWO
(vanaf 2018).
- Standaard voorzien van krachtige applicaties voor functieonderzoek, dynamische
meetkunde, statistiek, spreadsheet, plotten van impliciete functies en meer...
- Nederlandse ondersteuning door onze educatief consultant Pieter Schadron
(p.schadron@hp-prime.nl).
Interesse in een demo, een lerarenaanbieding of het zonder verplichtingen testen
of de HP Prime ook voor u de juiste keuze is? Neem dan contact op via
hp@moravia-europe.eu.
Neem ook eens een kijkje op www.hp-prime.nl voor
veel meer informatie over de HP Prime rekenmachine.
| |
|
|
|