nummer 673, 15 juni 2014Dit nummer wordt gestuurd naar ruim 3800 adressen.
| De WiskundE-brief is een digitale nieuwsbrief, gericht op wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs,
met als doel om een snelle onderlinge uitwisseling van informatie en meningen mogelijk te maken. De brief verschijnt buiten de schoolvakanties ongeveer één keer per week.
Het abonnement is gratis.Uw bijdragen aan de WiskundE-brief zijn welkom op het emailadres van de redactie. Op de website van de WiskundE-brief kunt u zich abonneren, vindt u alle voorwaarden en advertentietarieven en kunt u oude nummers nalezen. |
Artikelen en bijdragen | | |
Verschenen | | |
Vacatures in het onderwijs | | |
Advertenties | | |
Voortgangsrapportage referentieniveaus taal en rekenen
Afgelopen vrijdag is de
Voortgangsrapportage invoering referentieniveaus taal en rekenen 2014
verschenen. De boodschap is tweeledig. De invoering van de rekentoets,
ook als onderdeel van de slaag-zakregeling gaat gewoon door.
Maar leerlingen mogen niet door de invoering gedupeerd worden.
In de begeleidende brief wordt uitvoerig ingegaan op
het rapport van de commissie Bosker.
De aanbevelingen worden voor het grootste deel overgenomen. Ze zijn
als volgt concreet uitgewerkt:
- Er komt een gecombineerde syllabuscommissie voor vo en mbo
om ongewenste verschillen tussen die twee sectoren te voorkomen.
- Terugbladeren wordt "waarschijnlijk" mogelijk en daarnaast wordt
er gekeken of het mogelijk is om rekenopgaven met tussenstappen in de
toets op te nemen en om meerdere rekenopgaven per context te maken.
- Er komen extra voorbeeldtoetsen terwijl de voorbeeldtoetsen van het
mbo ook bij het vo onder de aandacht worden gebracht.
- De consequenties van ruimer inzagerecht worden in kaart gebracht.
- De discrepantie tussen het vmbo wiskunde-examen en de rekentoets 2F
wordt nader geanalyseerd.
- Voor het einde van 2014 worden de mogelijkheden en consequenties van
schriftelijke rekentoetsen naast digitale toetsen in het vo in kaart
gebracht.
- Vanaf 2015-2016 komt er een extra herkansing. Ook herkansen op een
hoger referentieniveau wordt mogelijk gemaakt.
- Een commissie van experts gaat nader bekijken in hoeverre een
tijdelijke aanpassing van de slaag-zakregeling of cesuur gewenst is.
Resultaten rekentoets maart
De
tussenrapportage rekentoets 2013-2014
van het CvE geeft inzicht in de resultaten van de rekentoets in maart
van dit jaar. Vorig jaar ( WiskundE-brief 633 en WiskundE-brief 645) publiceerden we al overzichten waaruit bleek dat de resulaten voor verschillende deel groepen ontzettend uiteen lopen Vooral op havo/vwo zien we nog steeds hetzelfde beeld:
| | percentage voldoende | | | |
|
opleiding |
profiel |
voldoende |
havo |
CM |
7% |
havo |
EM |
28% |
havo |
NG |
32% |
havo |
NT |
58% |
vwo |
CM |
43% |
vwo |
EM |
74% |
vwo |
NG |
79% |
vwo |
NT |
94% |
Op vmbo zien we het bekende patroon: zorg scoort laag en techniek scoort
wat beter. Maar ten opzichte van 2013 is hier wat meer vooruitgang te zien.
Vooruitgang is er uiteraard ook als je leerlingen volgt die in maart
2013 hun eerste kans kregen, in juni vorig jaar een tweede kans en onlangs in maart voor de derde keer de rekentoets konden maken:
opleiding |
voldoende maart 2013 |
voldoende t/m maart 2014 |
vmbo BB |
23% |
38% |
vmbo KB |
24% |
39% |
vmbo GT |
32% |
55% |
havo |
28% |
45% |
vwo |
78% |
88% |
Het gemiddeld cijfer lag bij 2F na 3 mogelijke pogingen 0,8 punten hoger
dan bij de eerste poging. Bij 3F was dit verschil 0,6 punten.
Volg de commissievergadering live
Op woensdag 18 juni 2014 komt de vaste commissie voor Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer opnieuw bijeen om over
rekenen en de rekentoets te overleggen. Op de agenda staan de
volgende zaken:
- Het advies van de commissie Bosker, inclusief de aanbiedingsbrief van
de commissie.
- De startrapportage van het intensiveringstraject rekenen vo van het
Steunpunt Taal en Rekenen vo.
- De startrapportage van het intensiveringstraject rekenen mbo van het
Steunpunt Taal en Rekenen mbo.
- De kamerbrief van 5 november 2013 over het plan van aanpak verbetering
rekenvaardigheden.
- De voortgangsrapportage invoering referentieniveaus taal en rekenen.
De vergadering begint om 14:45 uur en is live te volgen via
deze link.
|
De tweede correctie
Vorig jaar stond in de Volkskrant1) dat de tweede correctie
een farce is. Dat herkende ik niet uit mijn eigen ervaring. Mijn
collega's en ik maken altijd veel werk van de tweede correctie; eigenlijk
kijken we het opnieuw na alsof het onze eigen leerlingen zijn.
Het eerste jaar dat ik dit deed, moest de eerste corrector er wel even
aan wennen dat ik uitgebreide opmerkingen maakte bij elke leerling, ook al
was dat meestal in het voordeel van de leerlingen van die te strenge docent.
Ik had de examens integraal nagekeken zoals dat de opdracht was. Wist ik veel.
Inmiddels heb ik helaas slechtere ervaringen met eerste correctoren. Vorig jaar
heb ik er bij verschillende leerlingen in totaal 13 punten afgehaald en er
tegelijkertijd bij andere leerlingen 25 punten bij gedaan. Waaronder maar
liefst 10 punten bij één enkele leerling! Het werk was niet alleen slordig
nagekeken maar de docent bleek ook zéér bevooroordeeld te zijn.
Want waar één leerling geen punten kreeg, kreeg een andere leerling wel 1
punt. Dat overigens terwijl er in de landelijke examenvergadering afgesproken
was dat de fout in kwestie tot een score van 3 van de 4 punten moest leiden.
En uitwerkingen die goed of gedeeltelijk goed waren maar niet in het
correctievoorschrift voorkwamen, werden in weerwil van regel 3.3 van het
correctievoorschrift door de docent geheel fout gerekend.
Gemiddeld geen verschil
Ook dit schooljaar heb ik bij de tweede correctie bij sommige leerlingen extra
punten toegekend en bij andere leerlingen punten in mindering gebracht. Dat
gebeurde met name bij opgave 9 van het vwo wiskunde A examen, waarin met behulp
van de afgeleide moest worden beredeneerd dat een grafiek toenemend dalend
was. Eén leerling kreeg voor een getallenvoorbeeld 5 van de 6 punten terwijl
een andere leerling, conform het correctievoorschrift, slechts 3 punten kreeg.
Overigens had deze docent verder goed zijn best gedaan om het een en ander
goed te corrigeren. Uiteindelijk gingen er bij deze docent exact evenveel
punten af als dat er bij kwamen maar desondanks was er één leerling die 5
punten minder kreeg en kregen twee andere leerlingen er elk 3 punten bij.
Voor het gemiddelde resultaat van de docent was er geen verschil maar voor
de individuele leerling zeker wel!
Recht op tweede correctie
Zo druk als ik me soms kan maken over eerste correctoren die hun werk niet
goed doen, zo boos ben ik dit jaar op mijn eigen tweede corrector. Ik heb
mijn best gedaan om het werk zeer zorgvuldig na te kijken maar het blijft
natuurlijk mensenwerk. Mijn leerlingen hebben daarom recht op een tweede
correctie. De tweede corrector heeft echter niets van zich laten horen,
heeft niet gereageerd op mijn opmerkingen bij het leerlingenwerk. Hij heeft
volgens een collega die uiteindelijk zijn school heeft gebeld, de envelop
niet eens open gehad. "Geen tijd...".
Maar tegelijkertijd snap ik het ook wel een beetje. Ik heb voor één klas
met 18 leerlingen 22 uur in mijn eigen eerste correctie gestoken. De tweede
correctie kostte mij daarbij nog eens minstens 15 uur. Als ik dan kijk naar
het totaal aantal uren op mijn jaartaak voor lessen aan examenklassen, dan
denk ik ook wel eens dat ik gek ben.
Allemaal gek
Volgens een onderzoek van het CITO 2) zijn we eigenlijk allemaal
zo gek. Docenten geschiedenis zijn daarbij nog het meest de pineut.
Misschien is het tijd om nu eindelijk een reële vergoeding voor de tweede
correctie zichtbaar in de taakbelasting van de docenten op te nemen, precies
zoals het Platform Vakinhoudelijke Verenigingen Voortgezet Onderwijs al in
juni 2013 bepleitte 3). Zie ook WiskundE-brief 640 en de reactie hierop in
WiskundE-brief 641.
Lonneke Boels
1) |
Lindhout, S. (2013, 06 21). Tweede correctie op eindexamens is een farce. Volkskrant. |
2) |
Gelinck, C. (2013, juni 17).
Brief leden 2e Kamer over 2e correctie. |
3) |
Kremers, H. K. (2013). De praktijk van de eerste en tweede correctie. Samenvatting
van onderzoek naar het functioneren van het CSE. Arnhem: CITO. |
|
Tussenstappen
Het zal toch wel een keer bekend zijn dat er al ruim
zes jaar een rekenmachine bestaat die het exacte antwoord
van de wortelberekening links produceert? En ook zijn er
al gedurende een aantal jaren toegelaten grafische rekenmachines
in omloop die dit kunnen. Twee Casiomodellen kunnen deze
berekening zonder meer uitvoeren. De TI-84 kan het ook maar
dan met behulp van een klein programma.
Omdat de opdracht: bereken exact of bewijs
niet hetzelfde betekent als schrijf het antwoord van
je rekenmachine over, lijkt het me logisch dat er in
uitwerkingen vaak tussenstappen worden verlangd. Daarom kun
je de leerlingen beter trainen op wat ze moeten opschrijven
dan op het uit het hoofd uitvoeren van een rekenstap.
Tijdens de rekentoets moeten leerlingen ook opgaven zonder
rekenmachine uitrekenen maar dan hebben de leerlingen
natuurlijk niet de beschikking over een rekenmachine die
het antwoord kant en klaar produceert.
Wel of geen denkstap
Nu heel serieus: 1/ √3 berekenen
veel leerlingen uit het hoofd en daar komt natuurlijk gewoon
1/ 3√3 uit. Daar moeten in een
correctiemodel dan ook geen punten voor gegeven worden, alsof
dit een echte denkstap zou zijn. Het zelfde geldt voor
√24=2√6. Het antwoord kan in beide gevallen uit
een grafische rekenmachine komen. Bij het Centraal Examen
havo wiskunde B 2014 staat daarom √24 als antwoord in het
correctiemodel. Dáár krijg je de punten voor; 2√6 komt
in het correctievoorschrift niet voor omdat dat antwoord uit
een grafische rekenmachine kan komen.
Duidelijkheid graag
Ik vind dat het duidelijk moet worden welke berekeningen wel
en welke niet van tussenstappen moeten worden voorzien. Dan
kan de puntenverdeling ook hierop worden gericht. Worden er
geen tussenstappen verlangd, dan moeten er ook geen punten
tegenover staan. Of misschien alleen één puntje voor het
eindantwoord.
Hetzelfde geldt voor differentiëren. Bij het toepassen van
de quotiëntregel moeten tussenstappen worden vermeld want
de afgeleide kan ook uit rechtstreeks uit een grafische
rekenmachine komen. Daar is al eens, lang geleden, een
schrijven van de CEVO (voorganger van het CvE) over geweest
waarin wordt vermeld dat het duidelijk moet zijn dat de
leerling een afgeleide zelf heeft berekend.
Ook over wortels moet het CvE nu duidelijkheid geven. Het
moet duidelijk worden waar de leerling wel tussenstappen
moet vermelden en waar de leerling meteen het antwoord mag
noteren.
Simon Biesheuvel
|
Het CvE over opdracht 13 havo wiskunde B
"Bereken de maximale waarde van x waarvoor het verschil tussen
f(x) en g(x) minder dan 0,01 bedraagt." Iedereen die met het
examen havo wiskunde B bezig is geweest, zal wel weten dat
opdracht 131) onmogelijk te beantwoorden was.
Volgens het antwoordmodel moet een oplossing gevonden worden
van de vergelijking f(x) − g(x) = 0,01.
Maar voor zo'n oplossing geldt nu juist niet dat
het verschil minder is dan 0,01
Zorgelijk zijn de reacties die ik mocht ontvangen via de CvE
"examenlijn". De eerste reactie luidde namelijk: " In de opgave
wordt gevraagd naar de maximale waarde van x in het geval deze op
twee decimalen wordt afgerond". Maar dat is niet de vraag die
in het examen stond.
Vakdeskundigen?
De tweede reactie ging niet over de inhoud maar over de manier
waarop de moeilijkheidsgraad van de losse opgaven en van het
examen als totaal bepaald wordt.
De derde en laatste reactie liet wat langer op zich wachten want
er moesten vakdeskundigen geraadpleegd worden. Deze vakdeskundigen
van het CvE blijven bij het eerder verstrekte antwoord, te weten
het antwoord waarin de vraag veranderd is. Zij menen dat er aan
kandidaten geen onmogelijke vraag wordt gesteld. Je kunt je
afvragen op welk vakgebied deze vakdeskundigen deskundig zijn.
Goede oefenopgave?
Nadelig effect van deze afhandeling is dat opgave 13 altijd van de
examensite te plukken is en dat na verloop van tijd misschien wel
gedacht wordt dat dit een goede oefenopgave is. Dat vind ik zorgelijk.
Riet Bosman-Peet
1) |
Het gaat om de functies gedefinieerd door f(x)=sin (x)
en g(x)=x − 1/6x3.
De volledige opgave luidt: "Bereken de maximale waarde van x waarvoor het verschil tussen f(x) en
g(x) minder dan 0,01 bedraagt. Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig."
|
|
Nederlands team Internationale Wiskunde Olympiade bekend
Dit jaar doet Nederland met een uitzonderlijk ervaren team
mee aan de Internationale Wiskunde Olympiade.
De verwachtingen zijn daarom hooggespannen. Chef de mission
Quintijn Puite zegt hierover: "We maken met dit team serieus
kans op een gouden medaille. In de Nederlandse geschiedenis
is dat pas vier keer eerder gebeurd dus dat zou zeer
uitzonderlijk zijn."
Deze leerlingen hebben zich na twee selectietoetsen uiteindelijk
geplaatst voor het Nederlandse team:
- Tysger Boelens (18 jaar, Ter Apel, 6 vwo, RSG Ter Apel).
- Peter Gerlagh (17 jaar, Tilburg, 6 vwo, Theresia Lyceum Tilburg).
- Matthew Maat (14 jaar, Enschede, 4 vwo, Bonhoeffer College Enschede).
- Michelle Sweering (17 jaar, Krimpen aan den IJssel, 6 vwo, Erasmiaans Gymnasium Rotterdam).
- Bas Verseveldt (17 jaar, Tilburg, 6 vwo, Theresia Lyceum Tilburg).
- Jeroen Winkel (17 jaar, Nijmegen, 6 vwo, Stedelijk Gymnasium Nijmegen).
De aanmoedigingsprijs is gewonnen door Bob Zwetsloot uit 5 vwo
van het Teylingen College Leeuwenhorst in Noordwijkerhout. Hij
reist als jonge, veelbelovende leerling mee met het team om
ervaring op te doen.
Veel ervaring
Drie teamleden hebben al eerder aan deze wedstrijd meegedaan en
daar samen al vier medailles binnen gehaald. Ook de andere drie
hebben ervaring op internationale wedstrijden. Het meest ervaren
teamlid, Jeroen Winkel, behaalde twee jaar geleden bij de
Internationale Wiskunde Olympiade een bronzen medaille en vorig
jaar zelfs een zilveren medaille. Ook Peter Gerlagh en Michelle
Sweering hebben vorig jaar al een bronzen plak bemachtigd terwijl
de andere drie bij de Benelux Wiskunde Olympiade van dit jaar ook
al hoge ogen gegooid hebben.
Trainingskamp
Het team vertrekt al op 28 juni 2014 van Schiphol naar hun
trainingskamp in Kaapstad om in topvorm aan de wedstrijd te
kunnen beginnen. Van 6 tot 13 juli 2014 vindt vervolgens de
Olympiade plaats. De Nederlandse leerlingen gaan daar de
strijd aan met leeftijdsgenoten uit meer dan honderd andere
landen. Op elk van de twee wedstrijddagen krijgen de
leerlingen drie opgaven van hoog wiskundig niveau voor hun
kiezen waar ze vier en een half uur de tijd voor krijgen.
Het Nederlandse team wordt begeleid door Birgit van Dalen
(Universiteit Leiden en Aloysius College Den Haag), Julian
Lyczak (Universiteit Utrecht) en Quintijn Puite
(Technische Universiteit Eindhoven en Hogeschool Utrecht).
|
Wiskundig-didactisch onderzoek in Nederland zorgelijk
In het najaar van 2013 heeft het bestuur van Platform Wiskunde
Nederland een commissie ingesteld die gevraagd werd om een
inventarisatie uit te voeren van de stand van zaken van het
wiskundig-didactisch onderwijsonderzoek in Nederland.
Ook diende de commissie een inventarisatie te plegen van de
onderzoekthema's voor de toekomst en de fondsen en middelen die
beschikbaar zijn voor het wiskundig-didactisch onderwijsonderzoek.
Daarbij werd de commissie gevraagd om een voorstel te doen voor
te ondernemen vervolgstappen ter bevordering van het
wiskundig-didactisch onderwijsonderzoek in Nederland.
Zorgelijk
Onlangs is het eindrapport, getiteld "Tussen Wal en Schip", van
deze commissie gepubliceerd. in het rapport wordt onder andere
geconcludeerd dat de stand van zaken van het wiskundig-didactisch
onderwijsonderzoek in Nederland ronduit zorgelijk is. De
beschikbare formatie op de verschillende universiteiten is te beperkt.
Aanbevelingen
Het rapport een vijftal aanbevelingen. Kort samengevat:
- Bevorder de instelling van leerstoelen wiskundedidactiek aan universiteiten.
- Bevorder de instelling van lectoraten wiskundedidactiek aan hbo-lerarenopleidingen.
- Ken een actieve rol toe aan het PWN bij de indiening en de financiering van
onderzoeksvoorstellen op het terrein van de wiskundedidactiek.
- Bevorder de politieke lobby, onder andere bij onderwijswoordvoerders van
kamerfracties, ten gunste van de zaak van het wiskundig-didactisch onderwijsonderzoek.
- Laat het PWN een permanente commissie onderwijsonderzoek instellen.
U kunt het rapport via
deze link
raadplegen.
|
VerschenenIn deze rubriek besteden we aandacht aan nieuwe publicaties en software op het gebied van wiskunde en wiskundeonderwijs. Uw inzendingen zijn welkom maar de redactie beslist uiteindelijk of en hoe een bijdrage geplaatst wordt.
De juiste ondersteuning, zwaartepunten door de eeuwen heen
Auteurs: |
Dolf van den Hombergh en Leon van den Broek |
Uitgeverij: | Epsilon |
ISBN: | 978-90-5041-141-7 |
Bladzijden: | 64 |
Prijs: | € 10,00 |
Stabiel evenwicht kan spectaculair zijn. Om evenwicht te
begrijpen, moet je op het zwaartepunt letten. Maar wat is dat
eigenlijk, een zwaartepunt? En hoe vind je dat zwaartepunt?
In deze Zebra worden Archimedes en Stevin gevolgd in hun
axiomatische benadering van het zwaartepunt. Natuurkunde
en wiskunde zijn daarbij eng verweven. De positie van het
zwaartepunt wordt meetkundig geconstrueerd maar er zal
ook aan het zwaartepunt gerekend worden. En er blijken
toepassingen te over te zijn.
|
Kantelpunten en alternatieve evenwichten
Auteurs: |
Lia Hemerik, Egbert van Nes en Theo-Jan van de Pol |
Uitgeverij: | Epsilon |
ISBN: | 978-90-5041-142-4 |
Bladzijden: | 64 |
Prijs: | € 10,00 |
Waarom is het zo moeilijk om weer vrede te sluiten na het uitbreken
van een oorlog? Het punt van omslag van vrede naar oorlog ligt op een
heel ander punt dan de omslag van oorlog naar vrede.
Dit soort situaties met zogenaamde "hysterese" treden ook in veel andere
systemen op. Bijvoorbeeld in ecosystemen, in financiële markten en in
klimaatsystemen. Hoe deze hysterese in eenvoudige modellen optreedt,
is het onderwerp van studie in dit boekje. In deze Zebra wordt op een
duidelijke manier uitgelegd hoe je kantelpunten kan ontdekken in een
systeem dat geleidelijk verandert en hoe alternatieve evenwichten als
gevolg van een langzaam veranderende omgevingsvariabele kunnen optreden.
|
Vacatures in het onderwijs
Eerstegraads vacature in Den Haag
Lyceum Ypenburg zoekt voor komend schooljaar een docent wiskunde voor circa 0,54 fte.
Uw sollicitatiebrief met motivatie en cv ontvangen wij graag uiterlijk op
19 juni 2014 per mail op vacatures@lyceumypenburg.nl
onder vermelding van "Vacature docent wiskunde".
|
Vacature lerarenopleiding
De Hogeschool van Amsterdam (HvA) is voor de lerarenopleiding
Wiskunde in het Cluster Exact en Beroepsonderwijs met ingang
van het studiejaar 2014-2015 op zoek naar een docent/lerarenopleider
Wiskunde voor het ontwikkelen en verzorgen van onderwijs en
het begeleiden van studenten.
Ga voor meer informatie en om te solliciteren naar www.hva.nl/vacatures.
|
Advertenties
Math4all en Malmberg presenteren samen de nieuwe wiskundemethode: MathPlus!
Het uitgangspunt voor de ontwikkeling van MathPlus is een
digitale leeromgeving die:
- U als docent meer inzicht en overzicht geeft.
- Wiskunde interessanter maakt voor alle leerlingen.
- Beter inspeelt op niveauverschillen tussen leerlingen.
We komen graag langs voor een kennismakingsgesprek bij u op school.
Meer informatie of een afspraak? Bezoek
www.mathplus.nl.
|
|
|