Afgelopen donderdag is de voortgangsrapportage van OCW over de
invoering van de referentieniveau's taal en rekenen openbaar gemaakt.
Het gaat om diverse documenten met veel informatie maar ook met veel
meningen. In deze bijdrage geef ik vooral een korte samenvatting van
de feiten. In het volgende nummer is er wat meer aandacht voor de
meningen.
De scores op niveau 2F voor de verschillende vmbo-stromen variëren
van 68% tot 77% onvoldoende. Door de verschillende normeringen, waarbij
BB een punt meer en GT een punt minder kreeg, lagen die scores dit
jaar wat dichter bij elkaar dan vorig jaar. Het gemiddelde cijfer
lag tussen de 4,6 en 4,9. Op niveau 3F is er een enorm verschil tussen
havo en vwo. Havo scoorde gemiddeld een 4,9 met 72% onvoldoende en vwo
scoorde gemiddeld een 6,6 met 22% onvoldoende.
Vakkenpakket en rekentoetsresultaat
| |
| % voldoende per leerweg/profiel |
| |
De cijfers van het CvE bevestigen het beeld van ons eigen vooronderzoek,
waarvan we de resultaten in
WiskundE-brief 633 publiceerden. Er bestaat inderdaad een
duidelijke samenhang tussen vakkenpakket en rekentoetsresultaat. Zo haalde
slechts 7% van de vwo-ers met een NT-profiel een onvoldoende resultaat,
tegen 58% van de CM-ers. Op het havo scoorde maar liefst 94% van de CM-ers
onvoldoende tegen 44% van de NT'ers.
Ook bij het vmbo zie je bij de 2F-toets flinke verschillen tussen de
sectoren. Techniek scoort het hoogst; bijna de helft van de GT-ers haalde
een voldoende. Zorg en Welzijn scoorde met 80% tot 90% onvoldoende het
laagst.
Samenhang met wiskunde
Als we kijken naar de wiskundevakken, dan zien we dat leerlingen zonder
wiskunde bijzonder laag scoren. Binnen het havo scoort een alarmerende
97% van de leerlingen zonder wiskunde een onvoldoende. Op het vmbo valt dat
met 90% onvoldoende dan nog bijna mee.
De leerlingen met wiskunde A doen het op het havo, ondanks dat er vrij veel
rekenen in het wiskundeprogramma zit, met 77% onvoldoende niet veel beter.
En ook de vwo-leerlingen met wiskunde C scoren met 69% onvoldoende slecht.
Ook goede scores
Bij de havo-leerlingen met wiskunde B ligt het kantelpunt. Daar scoort 51%
een onvoldoende. De vwo-ers met wiskunde A scoren 31% onvoldoende en de
vwo-ers met wiskunde B scoren het beste met slechts 9% onvoldoende.
Op het vwo scoort 25% van de leerlingen een acht of hoger. Op havo en vmbo
zijn dergelijk resultaten zeldzaam; daar scoort slechts 2% tot 6% een acht
of hoger.
Het CvE meldt nog dat, zelfs nadat er voor de vakkenkeuze is gecorrigeerd,
meisjes met de rekentoets slechter presteren dan jongens.
Maatregelen
In de brief van OCW aan de Tweede Kamer worden tal van maatregelen
aangekondigd ter verbetering van de resultaten. Hieronder de belangrijkste:
- De toetsvorm, toetslengte en de complexiteit van de rekenopgaven
worden aangepast.
- Er wordt komend jaar onderzocht in hoeverre het niet kunnen
terugbladeren tijdens het rekenexamen het resultaat beïnvloedt.
- Er worden voorbeeldtoetsen en voorbeeldexamens ter beschikking gesteld.
Sind kort zijn via
Cito
ook voorbeeldtoetsen uit 2013 beschikbaar.
- Het komend jaar wordt onderzocht hoe een concrete rekentoets 3S tot
stand kan worden gebracht en wat de reacties uit het veld hierop zullen zijn.
Ook wordt onderzocht wat de resultaten van de beoogde doelgroep met de
3S-rekentoets zullen zijn..
- Medio 2014 zal een besluit genomen worden over de invoering van niveau 3S.
- Er komen overzichten van de scores van de kandidaten op de
vier domeinen getallen, verhoudingen, verbanden en meten.
- Er komen aangepaste opgaven voor vmbo-BB.
- Er komt vanaf 2016 (!) een aangepaste toets voor leerlingen met
dyscalculie. Ook wordt er gedacht aan aanvullende voorzieningen, zoals een
door het CvE opgestelde formule- of rekenkaart. In 2014 zullen de eerste
proeven met aangepaste toetsen voor leerlingen met dyscalculie worden gedaan.
- Het steunpunt taal en rekenen vo start dit najaar een tweejarig
"intensiveringstraject" waarbinnen scholen bezocht zullen worden en advies op
maat zullen krijgen met betrekking tot hun rekenbeleid. Tegelijk zullen de in
de praktijk aangetroffen goede voorbeelden (best practices) actief worden
verspreid.
Wordt vervolgd
Volgende week ga ik wat verder in op de analyse en de beleidsplannen van
het ministerie.
gk