in dit nummer:
Het ministerie van OCW heeft een subsidie verstrekt aan de NVvW voor het ontwikkelen van rekenprogramma's voor havo 4/5 profiel C&M en voor vmbo 3/4 voor de sectoren Zorg&Welzijn en Economie. Deze programma's worden door de NVvW, in samenwerking met het Freudenthal Instituut en in overleg met andere belanghebbenden, ontwikkeld en getest in de schoolpraktijk tussen januari 2009 en juni 2010. We zoeken docenten die willen meewerken aan het testen in de schoolpraktijk en/of het ontwikkelen van de materialen. Voor beide activiteiten zijn financiële middelen beschikbaar.
Er is voor beide projecten een informatieve bijeenkomst gepland:
NB
Het bestuur van de NVvW zal in de komende week een meer uitgebreide brief over deze onderwerpen versturen aan alle leden, en nadere informatie over de projecten wordt op de NVvW-site geplaatst (www.nvvw.nl ).
Henk van der Kooij, bestuurslid NVvW, Freudenthal Instituut.Het onlangs verschenen TIMSS-rapport over de resultaten van 6e groepers (9-10 jarigen) op het gebied van rekenen/wiskunde biedt een schat aan gegevens. Welke benadrukt worden en in welke bewoordingen is mede afhankelijk van actuele discussies. In dat licht is het logisch dat de meeste aandacht uitging naar de achteruitgang van de Nederlandse scores in de afgelopen 12 jaar: van 549 in 1995 via 540 in 2003 naar 535 in 2007. Bij het beoordelen hiervan is het goed om te weten dat het gaat om genormeerde scores, waarbij het internationaal gemiddelde op 500 is gesteld, en de standaardafwijking op 100. Een score van 540 komt dus overeen met een z-score van 0,4.
De groep landen die meedoet aan het onderzoek is niet constant. Bijna de helft van de deelnemers in 2007 deed in 2003 niet mee, en een aantal deelnemers uit 2003 (zoals Vlaanderen) ontbreekt in 2007. Het is daarom misschien goed ook te kijken naar de ontwikkeling van het percentage goede antwoorden. Ook daar is is een daling te zien – van 71% in 1995 via 62% in 2003 naar 59% in 2007. (Daar moet bij worden aangetekend dat door de samenstelling van de steekproef de resultaten van 1995 mogelijk wat geflatteerd waren).
De internationale top wordt in 2007 gevormd door Hong Kong en Singapore, gevolgd door Taiwan en Japan. Daarna volgt een groep van 5 landen (Kazachstan, Rusland, Engeland, Letland en Nederland) waarvan de z-scores niet significant verschillen. Anders gezegd: Nederland scoort van de westerse landen samen met Engeland het hoogst. Overigens is het goed te bedenken dat ongeveer een derde van de test niet over rekenen gaat, maar over meetkundige onderwerpen. Nederland scoort hierop relatief laag – vermoedelijk samenhangend met het gegeven dat deze onderwerpen meestal later aan de orde komen. Daar staat tegenover dat “we” traditioneel hoog scoren bij (zeer eenvoudige) statistiek (“data display”).
Drie punten die typerend voor Nederland lijken te zijn:De internationale rapporten zijn te bekijken via timss.bc.edu.
gkMinder grapjes tijdens de TTO-lessen, maar ook het niet meer dan één manier tot je beschikking hebben om iets uit te leggen, dat herken ik: zo verging het ook mij in mijn eerste TTO-jaar. Maar nu ik alweer jaren ervaring heb in het verzorgen van Engelstalige wiskundelessen, denk ik dat dit hetzelfde probleem is als dat van een beginnend docent die in het Nederlands lesgeeft.
Wat ik wèl constateer is dat sommige leerlingen op hun (Engelstalige!) proefwerken lager scoren doordat ze een vraag niet begrepen hebben, dus het Engels was het probleem, niet de wiskunde. Na verloop van tijd (gemiddeld rond kerst klas 1) lost dit probleem zich meestal vanzelf op.
Ik denk zeker dat deze kinderen een voorsprong hebben als ze gaan studeren, al was het alleen maar om hun lef. Ze móeten wel Engels spreken, ze hebben geen keus, en deze verlegenheid of angst, deze gêne, moeten andere leerlingen later vaak nog overwinnen. Plus natuurlijk het feit dat ze gewend zijn veel in het Engels te lezen en Engelstalige studieboeken dus niet als een nadeel zullen ervaren.
Sonja Tieck, Carmelcollege EmmenIk ben nieuwsgierig naar de ervaringen van collega’s met het onderwerp ‘vermoeden en bewijzen’ in een wisB-groep. Dit onderwerp was in een wisB12-groep (met vrijwel alleen N&T-leerlingen) al lastig. Pas na veel investeren van beide kanten kwam het van de grond. In de huidige situatie met wisB-groepen, waarin N&G-leerlingen in de meerderheid zijn en met dan ook nog veel leerlingen die wiskunde B kiezen omdat natuurkunde dan meer succes belooft, is het voor mijn gevoel een bijna niet te nemen horde. Hoe zijn uw ervaringen?
Riet Bosman-Peet e-mailadres Riet.bosman[at}planet.nlOp het Ichthus College in Veenendaal wordt nagedacht over een profielwerkstukweek.
Zijn er collega’s in den lande die ervaring hebben met dergelijke weken (in de meest algemene zin), en zijn er collega’s die tips hebben voor een profielwerkstukweek wiskunde?
Graag hoor ik tips en adviezen
De eerstvolgende WiskundE-brief verschijnt waarschijnlijk op 4 januari 2009.
Prettige feestdagen gewenst
Op maandag 26 januari 2009 weer veel aandacht voor het reken-/wiskundeonderwijs, rekenvaardigheid, wiskunde op een andere manier en nieuwe werkvormen. De conferentie vindt dit jaar wederom plaats in Utrecht. Voor meer informatie verwijst APS-Exact u naar http://www.aps.nl/APSsite/Onderwijssectoren/Projecten/Exact/agenda/Wiskundeconferentie+2009.htm